Malko doorzocht een deel van het kerkhof, maar Joachim zag hij nergens. TOen hij naar de ingang liep, hoorde hij het grind achter zich knersen en keek hij om. Joachim de grafdelver kwam als een wildeman op hem af stormen, zijn grote machete inn zijn hand. Zijn witte tanden waren zichtbaar in een hatelijke grijns. Hij hief de machete op en slaakte een soort woest gegrom, klaar om op Malko in te hakken.