Als mijn vader 's morgens in zijn oude, grijze kamerjas rondliep, zei hij altijd: "Ik loop nog in de grondverf.' En als we met het hele gezin aan de ontbijttafel zaten, zei hij vaak: "Mag ik uit de serie glijmiddelen de boter?'
Van frivool tot nuchter en soms ontroerend, Mijn vader zei altijd, het vervolg op het succesvolle Mijn moeder zei altijd, zit boordevol nostalgische uitspraken en levenswijsheden. Het zijn spreuken die in kleine kring zijn ontstaan; gezinstaal die voor velen zo herkenbaar is en die nu eindelijk geboekstaafd wordt. Uit de talloze enthousiaste reacties die Jaap Toorenaar ontving na verschijning van Mijn moeder zei altijd, heeft hij deze verrukkelijke nieuwe bundel samengesteld. Het zijn wederom pareltjes van uitspraken die Toorenaar redt van de vergetelheid.
Recensie(s)
In een 46-tal hoofdstukjes, gegroepeerd rondom thema's als slapen, het uiterlijk en het weer, geeft de auteur een verzameling huis-, tuin- en keukengezegdes die allemaal een zekere waarheid betreffen of een zekere levenswijsheid. Het geheel is luchtig leesbaar en geeft een overzicht van vaak vermakelijke uitspraken van onze ouders en grootouders. Het geeft vaak ook een aardig inzicht in de aanpak in veel voorkomende opvoedingssituaties. Het boekje is een vervolg op het succesvolle werkje 'Mijn moeder zei altijd' (2015)* van dezelfde auteur. Achterin bevindt zich een lijst van inzenders van de spreuken.
R.H.A. van de Laar
(source: Bol.com)