Die avond lag ze in een bed waarin haar lichaam een vreemde vorm was, in dit huis dat haar nog niet kende. In de stille duisternis was het alsof ze nergens was. Ze voelde zich licht als lucht.
Veronika, een jonge schrijfster, huurt midden in de gure Zweedse winter een huis op het platteland om zich te wijden aan het schrijven van haar roman. Door een tijd alleen te zijn, hoopt ze in het reine te komen met de tragische dood van haar verloofde. Haar komst wordt stilletjes gadegeslagen door haar oudere, teruggetrokken buurvrouw Astrid, een eenzame vrouw met een groot geheim.
De seizoenen glijden voorbij en de vriendschap tussen Astrid en Veronika bloeit voorzichtig op. Steeds vertellen ze elkaar een nieuw stukje van hun levensverhaal, en gedurende dat jaar in Zweden veranderen hun levens voorgoed.