ebook img

Zijn Leven Aan Gene Zijde PDF

237 Pages·2012·0.78 MB·German
by  Emed
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Zijn Leven Aan Gene Zijde

Table of Contents Info INHOUDSOPGAVE Voorwoord PROLOOG HOOFDSTUK I „De Brug” HOOFDSTUK II HOOFDSTUK III Mijn levensboek HOOFDSTUK IV De schoonheid van Gene Zijde HOOFDSTUK V Ik krijg een nieuw kleed HOOFDSTUK VI Ik krijg een zware opdracht en ontmoet mijn medium HOOFDSTUK VII Mijn werk op de slagvelden in de oorlog HOOFDSTUK VIII HOOFDSTUK IX De wetten van Gene Zijde HOOFDSTUK X Antwoord op vele, vele vragen HOOFDSTUK XI HOOFDSTUK XII HOOFDSTUK XIII Iets over onze samenwerking met de mens op aarde HOOFDSTUK XIV Een wandeltocht aan Gene Zijde HOOFDSTUK XV Onze gebeden HOOFDSTUK XVI HOOFDSTUK XVII Het licht schijnt in de duisternis HOOFDSTUK XVIII Het magnetisme, bron van alle leven HOOFDSTUK XIX Iets over onze vreugden en over ons leed HOOFDSTUK XX „Tot de dood ons scheidt” Naschrift W. A. H. MULDER-SCHALEKAMP EMED zijn leven aan Gene Zijde Vijfde druk STRENGHOLT's BOEKEN - NAARDEN CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Mulder- Schalekamp, W. A. H. Emed : zijn leven aan gene zijde / W. A. H. Mulder-Schalekamp, — Naarden : Strengholt ISBN 90-6010-211-8 SISO 423 UDC 133.9 NUGI 625 Trefw.: spiritisme. Vijfde druk * Omslag: Frans Mettes * Copyright © 1971, 1987: A. J. G. Strengholt's Boeken, anno 1928, b.v. — Hofstede Oud-Bussem, Flevolaan — Naarden * Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, video of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 Proloog. De aarde 7 I „De brug” 19 II De lessen van Red Eagle 33 III Mijn levensboek 46 IV De schoonheid van Gene Zijde 62 V Ik krijg een nieuw kleed 74 VI Ik krijg een zware opdracht en ontmoet mijn medium 89 VII Mijn werk op de slagvelden in de oorlog 99 VIII Ik word arts, krijg een geestennaam en begin mijn medium te ontwikkelen 107 IX De wetten van Gene Zijde 119 X Antwoord op vele, vele vragen 127 XI Ik aanvaard mijn werk op aarde. Controle Emed 134 XII De breuk 143 XIII Iets over onze samenwerking met de mens op aarde 151 XIV Een wandeltocht aan Gene Zijde 160 XV Onze gebeden 173 XVI El Maktoeb Maktoeb (wat geschreven staat, staat geschreven) 181 XVII Het licht schijnt in de duisternis 186 XVIII Het magnetisme, bron van alle leven 195 XIX Iets over onze vreugden en over ons leed 204 XX „Tot de dood ons scheidt” 212 Naschrift 219 VOORWOORD Het is noodzakelijk om dit werk met een voorwoord te beginnen, omdat alleen zij, die het Spiritualisme ernstig hebben onderzocht, enigszins bekend kunnen zijn met de toestanden aan Gene Zijde, waarover dit werk spreken wil. Voor hen, die op een totaal onbekend terrein komen met dit boek, is dan ook dit voorwoord geschreven, uitgaande van de gedachte, dat welhaast ieder mens een voortbestaan na de dood aanvaarden. wil, hetzij door zijn levensbeschouwing, hetzij door zijn overpeinzingen wat zijn lot zal zijn, indien hij van de Aarde verdwijnen gaat. Wij kunnen natuurlijk zo getrouw mogelijk de omstandigheden van dat Land aan Gene Zijde weergeven, maar houden toch rekening met het feit, dat men ons zal beschuldigen van een grenzeloze fantasie, vooral door hen, die neiging vertonen het voortbestaan na de dood te verwerpen. Als we echter vooropstellen dat er een leven is na het Aardse bestaan en dat wij een deel zijn van de evolutie, omdat wij een eeuwig levende en werkende geest bezitten, dan is de kans groot, dat ook de totaal onkundige lezer door dit werk geboeid zal worden, aangezien het een indruk wil geven van die gebieden, welke de geest na zijn bevrijding uit het stoflichaam zal gaan betreden. Het werk is ontstaan op een totaal andere wijze dan een boek gewoonlijk ontstaat en het is dan ook aan mij hiervan een uitleg te geven. Waar ik in het werk „Op de grens van twee werelden” uit eigen ervaringen mocht putten en de lessen van hen aan Gene Zijde mocht aanvullen met voorvallen uit mijn Spiritualistische zittingen, dit werk wordt geschreven door Emed, die mij slechts als instrument gebruikt en een antwoord wil geven op de zo dikwijls gehoorde stelregel, dat „nog nooit iemand uit de dood terugkeerde” en dat dit onbekende land nimmer door iemand werd betreden die ervan te vertellen wist. Men verwart hiermede de stoffelijke dood, want inderdaad keerde men nooit terug uit die dood, maar de GEEST leeft en vervolgt zijn weg en het is de Geest, die vrij en frank gaan kan waar hij dit wenst en zijn bevindingen van uit dat Land aan Gene Zijde aan de mensen op Aarde wil brengen, met welhaast geen ander doel dan de mens bewust te maken van zijn toekomst, hem te laten weten, dat mèt de stoffelijke dood zijn bestaan geenszins ophoudt, maar eerst een aanvang neemt, zodat het einde dus een begin kan zijn. Emed, bekend uit „De doden spreken” en „Op de grens van twee werelden” is dus een „vrijgeworden” geest, die sedert zestig jaren niet meer op de Aarde leeft, maar een groot vriend is van velen die hier nog op aarde vertoeven en een steun voor hen die hem als zodanig kennen. Ik ben slechts het MEDIUM voor Emed, die in dit nieuwe boek zijn ervaringen aan Gene Zijde beschrijven gaat, in de overtuiging dat hij daarmede een nieuwe wereld opent voor zijn tegenstanders, maar vooral voor zijn Vrienden. Voor hen die niets weten van Spiritualisme, mediumschap en die wondere wereld aan Gene Zijde, moet ik hieraan toevoegen dat zij begrip dienen te verkrijgen voor dit werk, dat door mijn handen geschreven werd, maar waarbij mijn menselijke vermogens werden overgenomen door mijn geleide-geest „Emed”, daar ik de omgeving, waar hij leeft en werkt, niet heb betreden en ik de beschrijving daarvan aan hem moet overlaten. Zijn gedachten en zijn wil geven mij de richting aan die nodig is om u te begeleiden naar het land dat wij na de stoffelijke dood, geestelijk vrij, zullen betreden. Met de wens, dat de lezer dit boek wil zien als een uniek werk vanuit de Geestenwereld, laat ik Emed aan het woord. W. A. H. Mulder-Schalekamp PROLOOG De aarde Gelijk iedere op aarde levende mens had ik het leven lief, al weet ik nu, dat ik het grootste gedeelte daarvan niet heb kunnen begrijpen. Het aardse leven is immers voor het merendeel van de mensheid een tocht, waarop men zich afvraagt tot welk doel die reis hem leiden zal, zonder dat men zich tijdens dat leven bewust wordt, dat met het leven op aarde slechts een DEEL van de reis wordt afgelegd. Heel lang geleden zag ik het leven niet anders dan de ook nu op aarde levende mens; ik leefde en was mij niet eens bewust dat dit op zichzelf reeds een wonder was, thuis te behoren in het enorme evolutieplan waarmee de aarde als planeet nog steeds doende is. Ik was een onbesuisde jongen, vol fouten en gebreken en bepaald wel eens een grote zorg voor hen die mijn stoffelijke ouders waren, maar ik was gelukkig nooit opzettelijk wreed en betreurde mijn onbedachtzaamheid en lichtzinnige daden van harte, wanneer ik zag hoe mijn goede ouders daaronder leden. Als jongeman besloot ik dan ook te vertrekken en hen te verlossen van de zorgen die door mij werden verwekt. Dat mijn ouders, zusjes en broer verdriet konden hebben door mijn plan, kwam helemaal niet in mijn gedachten, zó onbewust leeft een mens dikwijls en ik begreep niet dat zij liever de zorgen om mij hadden dan mij af te staan aan onbekende levensmogelijkheden. Waarom ik de wijde wereld wilde intrekken en niet in een grote stad, op korte afstand van mijn ouderlijk huis wilde gaan werken, weet ik nu te verklaren: ik moest de mij voorgeschreven weg volgen, die inhield dat ik tot grote geestelijke ontwikkeling moest komen, juist in gebieden waarvan ik de taal niet sprak, welker levensverhoudingen mij vreemd waren en waarvan ik de volksaard niet kende. Had ik in het eigen land, in een grote stad mijn geluk gezocht, dan was mij mèt heel veel leed toch ook het geluk onthouden dat mijn geest bepaald zou beïnvloeden en waardoor ook het gemak ontstond met mensen van allerlei slag om te kunnen gaan en mij aan te passen aan hun leefgewoonten. Ik trok heel ver weg, dat wilde ik graag want ik voelde mij een soort mislukkeling en misschien leefde er toen reeds in mijn geest het wéten, dat ik niet zo heel veel tijd zou hebben. Toen ik mijn zwerftocht over de aarde begon, was ik niet ouder dan ongeveer zeventien jaren, precies weet ik dat niet meer, maar dat was in die tijd ook al niet vreemd, want er waren jongens van elf en twaalf jaren oud aan boord, die reeds verplicht waren een centje bij te dragen voor het levensonderhoud van broers en zusjes en ik prees mijzelf al gelukkig dat ik daarmee niets te maken had. Ik was op reis gegaan met de zegen van mijn vader en dat was het enig geestelijke goed met de tranen van moeder en de zusjes, dat ik in mijn bagage meedroeg. In het diepst van mijn wezen was ik hen reeds een beetje vergeten, al zou dat nooit in werkelijkheid zo zijn, maar op die eerste reis werd ik nog niet overvallen door iets dat ik later zo goed zou leren kennen, het diep indringende en niet te genezen HEIMWEE. Mijn eerste brieven naar huis moeten voor hen die achter waren gebleven, wel een bittere teleurstelling geweest zijn, want ik was zo vol van nieuwe indrukken dat het ondoenlijk was voor mij, het in een voor hen begrijpelijke vorm te gieten. Hoe kon ik aan mijn ouders schrijven, dat ik in een „riksja” rondreed, getrokken door een MENS met een lange staart op zijn rug die boog als een knipmes voor een paar sen extra. Dat deze hele toestand mensonwaardig was, drong allerminst tot mij door; integendeel, nodig of onnodig, ik liet mij rijden en voelde geen zweem van medelijden met de zwaar hijgende, uitgeputte mens voor mij, beval hem te wachten met een gebaar alsof ik de een of andere Engelse Lord was en zond hem weg wanneer hij voor mij overbodig was, zijn verdiende sen meer toewerpende dan gevende! Ik voelde mij rijk, wanneer ik voor thuis prachtig Chinees porselein wist te bemachtigen dat maar weinig geld kostte en waarvan ik zeker wist dat zij ervan genieten zouden. Op die eerste reis echter werd ik mij bewust een dikke domoor te zijn, omdat ik de mensen niet kon verstaan, omdat ik zelfs hun gebaren niet begreep en hoegenaamd niets afwist van hun levensgewoonten. Ik ging mij erop toeleggen hun taal te leren, probeerde, zoals zij deden, met ivoren stokjes te eten, ik nam hun voedsel, in de aanvang walgend,

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.