Yponomeuta irrorella (Lepidoptera: Yponomeutidae), newto the Befgian fauna AndréVerboven Abstract. Yponomeutairrorella(Hübner,1796)ismentionedhereforthefirsttimefromBelgium.OnJune26,2004one specimenwasphotographedandcollectedatLavaux-Sainte-Anne,leg.LJanssen&G.Sallaets,col!.W.DePrins.Information aboutrecentobservationsinBelgiumandneighbouringcountries,distributionandbiologyisprovided. Samenvatting.Yponomeutairrorella(Hübner,1796),eennieuwesoortvoordeBelgischefauna Op26juni2004werdteLavaux-Sainte-Anneeenexemplaargefotografeerdenverzameld,leg.L.Janssen&G.Sallaets,coll.W. DePrins. DetailsbetreffenderecentewaarnemingeninBelgiëendeomringendelanden,levenswijzeenverspreidingworden gegeven. Résumé.Yponomeutairrorella(Hübner,1796),espècenouvellepourlafaunebeige Le26juin2004unexemplaireaétéphotographiéetcapturéa Lavaux-Sainte-Anne,leg. L.Janssen&G.Sallaets,coll.W.De Prins.LesinformationsrelativesalabiologieetalarépartitionenBelgiqueetlespaysvoisinessontrésumées. Keywords:Yponomeutairrorella-Belgium-Firstrecord-Faunistics. VerbovenA.:Groeneweg60,[email protected] Introduction On June 12, 2011 I was searching for Tortricidae larvae in a mixed hedgerow (Ulmus, Salix, Euonymus, Corylus) in the nature reserve Doode Bemde (Neerijse, Vlaams-Brabant) when my attention was drawn to a white micromoth basking on a leaf. I recognized the specimenasbelongingtotheYponomeutidae,andbased on the size I expected itto be Yponomeuta evonymella (Linnaeus, 1758), a speciesencountered regularly inthe region. Fig. 2. Yponomeuta irrorrella, Belgium, Namur, Lavaux-Sainte-Anne, Uponcloserexamination howeverI noticedtwogrey 26.vi.2004,leg.L.Janssen&G.Sallaets(PhotoL.Janssen). patchesontheforewingsnotpresentinthatspeciesand Idecidedtocollectthespecimenforcloserexamination. Withtheaidofavailableliterature(Agassiz 1987and Agassiz1996)thespecimencouldreadilybeidentifiedas Yponomeutairrorella (Fig. 1)To mysurprisethespecies was not included in the list of Belgian Lepidoptera (De Prins&Steeman2011).Upon reviewingthecollectionof W. De Prins, we discovered another unidentified specimen of Y. irrorella collected by L. Janssen and G. Sallaets on June 26, 2004 at Lavaux-Sainte-Anne in the provinceofNamur(Figs.2-3). 1* Fig. 3. Yponomeuta irrorrella, Belgium, Namur, Lavaux-Sainte-Anne, 26.vi.2004,leg.L.Janssen&G.Sallaets,coll.W.DePrins(PhotoJ.De Prins). Review of observations reported on waarnemingen.be (Natuurpunt 2012) resulted in 13 additional records in 2011 documented with photographs. In 2012 again twelve additional specimens from 9 1Fi2g..vi.12.011Y,polengo.meetuctolal.Ai.rrVorerreblloav,enBe(lPghioutmo,A.VVlearabmosv-eBnr)a.bant, Neerijse, fHloracoianmliatuitaelslanwdeBerLleguixraenempboprortuoervdgina(cnseedsetthaebexlcesepp1et)c.ieOsosits-Vnloawankdenroewnn, Phegea41(1)01.iii.2013:2 ISSN0771-5277 1111111 Table1.RecordsofYponomeutairrorella(Hübner,1796)inBelgiumin late summer and overwinter under a protective 2011-2012. secretion.The paleyellowish grey larvae carry a row of conspicuoussubdorsalspotsoneachsideandarealmost Date Locality Prov. Leg. indistinguishablefrom Y. cagnagella(Hübner, 1813).The 02.vi.201 Moha LG P.Vanmeerbeeck larvae live in a web on thefoodplantand scatterinthe 13.vi.201 Vorst AN K.Leysen last instar, pupating individually instead ofgregariously. (Laakdal) Thepupa isina looselywovensilkcocoonand isclearly 15.vi.2011 Gerhagen LI F.VandeMeutter visible,theyellowmarkingsbeingveryconspicuous. 21.vi.201 Gerhagen LI F.VandeMeutter 21.vi.2011 Hasselt LI C.Vanderydt Distribution 22.vi.201 Overpelt LI P.Cox 24.vi.201 Mol AN E.Hantson Yponomeutairrorella iswidelydistributed in Europe, 27.vi.201 Hove AN S.Baeten&W.DeRouck includingallourneighbouringcountries.Thespecieshas 28.vi.2011 Edegem AN L.Janssen been recorded in Austria, Belarus, Britain, Bulgaria, 28.vi.2011 Kleine AN R.Vermylen Corsica, Czech Republic, Denmark, Finland, France, Netevallei Germany, Hungary, Italy, Latvia, Lithuania, Luxemburg, 28.vi.201 Turnhout AN W.&J.Ronsmans Poland, Romania, Slovakia, Sweden, Switzerland, The 13.viii.2011 Assebroek WV J.Opsomer Netherlands and Ukraine (Karsholt & van Nieukerken 13.viii.2011 DePanne WV E.Hantson 2012).In2009thespecieswasreportedforthefirsttime 26vi2012 Mol AN E.Hantson from Portugal and the Iberian peninsula (Corley et al. 28vi2012 Mol AN C.VanSteenwinkel 2011). 28vi2012 Zichem BR M.Herremans InTheNetherlands,thespecieswasreportedthefirst 29vi2012 Lommel LI H Dries timein 1929whenitwasrearedfromlarvaecollectedin 29vi2012 Edegem AN L.Janssen Heijen (Limburg) by Lycklama a Nijeholt.Thereafter,the 29vi2012 Geel AN D.Plu species was reported from 5 localities in Limburg and 29vi2012 Ranst AN L.Janssen Noord-Brabant and 1 locality in Zuid-Holland (Kuchlein 01vii2012 Vorst AN K.Leysen 1993). Based on reported observations in (Laakdal) www.waarneming.nl (Stichting Natuurinformatie 2012), 200954vvviiiiii222000111222 MNLoiorsmtmmseeesll ANLINA SLH..JDDareniseRssoeon,C.Vanderydt, wt2inh0ie1d22e0.s0sp8pr,eecai2de8siinniTs2h0e0b9eN,ceto6hm3eirnilngan2d0is1n:0c,r1ea8esx1i.nigrnleyp2o0r1ct1oedmamninod2n010375a,nid8n K.Boux,E.Marjaux,R. Lebrun,P.Collaerts&S. As Y. irrorella isa conspicuousandeasilyidentifiable Raymakers species, it is unlikely that the species could remain unnoticed in Belgium until 2004 but it looks more likely thatthe species is expanding its range and has reached Belgiumrecently. Lifecycleandbiology Acknowledgements Yponomeutairrorella isa univoltinespecies,flyingin June-August. Adults are typical representatives of the Yponomeutiinaewithwhiteforewingsand4or5rowsof I wish to thank Leo Janssen for the permission to tblwaockgrdeoytiss.hY.bliortrcorheelslaonistchhearfaocrteewriinsge:dabysmtahlelporneeseonncfeolodf pBuebllgiisuhmtahenddaftoar opfrovtihdeingfirstthesppehcoitmoegnracpahptuorfedthaitn airstel1oa9nte-e-d2t5hYimprdmo.naonTmdheeuatlsaapregcseipreesceilceosanngnoaonttetobheneedbiiasnstidisinsgcuo.ifsWhigeendngisftaprlaoinma vsleiprteiecrfiaymtiunergne.tAhalensdoidIJewunotriauftliedcatlDiiokene tPoarnitdnhsafnokfrorWiplrtloyhveiDdeiandgPdriitunissoenffauollr (Gershenson&Ulenberg1998). photograph. Eggsare laid on a stem or leafofspindle (Euonymus europaeus),insmallclusters(Ford1961).Larvaehatchin References — AgassizD.J.L.1987.TheBritishArgyresthiinaeandYponomeutinae. ProceedingsandTransactionsoftheBritishEntomological andNaturalHistorySociety20:1-26. AgassYipzonDo.meJ.utLi.d1a9e96-.ElYapchoinsotmiedauet.id—aeH.arl-eyInB:ooEkmsm,eEts,sexA,.4M5.2p(pEd..) The Moths andButterflies ofBritain and ireland. Volume 3 CorleyM. F.V., MarabutoE., Maraval—hasE., PiresP.&CardosoJ. P.2011. NewandinterestingPortugueseLepidopterarecords from2009(Insecta:Lepidoptera). SHILAPRevistadeLepidopterologia39(153):15-35. DePrinsW.&SteemanC.2012.CatalogueoftheLepidopteraofBelgium.—www.phegea.org(accessedOctober28,2012). ISSN0771-5277 Phegea41(1)01.iii.2013:3 FordL.T.1961.ThelarvaofHyponomeutairrorellaHübner(Lep.,Hyponomeutidae).—Entomologist'sGazette12:56. GershensonZ.S.&UlenbergS.A.1998.TheYponomeutinae(Lepidoptera)oftheWorldexclusiveoftheAmericas.—Koninklijke AkademievanWetenschappen.VerhandelingenAfdelingNatuurkunde,TweedeReeks,deel99:1-202. KarsLheoplitdoOp.te&ra,vaMnotNhise,uFkaeurnkaenEuEr.oJp.ae2a01v2e.rsiFoanun2a.5.E—urowpwawe.af.auYnpaoenuorm.eourtgid(aaec.ces-seIdn:onKaNroshvoelmtbeO.r5&,2v0a1n2).N—ieukerken E. J. (eds.) KuchleinJ.H1993.Dekleinevlinders.HandboekvoordeFaunistiekvandeNederlandseMicrolepidoptera. Pudoc,Wageningen, 715pp. — SNtaitcuhutirnpgunNtat2u0u1r2i.nWfaoarsmjaetsiseti2p0p1e2l.moWta.asYjpesosntoimpepuetlmaoitr.rorYelploan.omewuwtwa.wiarraorrenlelam.in—gewnw.wb.ewa(aacrcneesmsiendgo.nnlNo(vaecmcebsesred5,o2n01N2)o.vember5, 2012). Boekbespreking Huemer, P. & Karsholt, O.: Microlepidoptera, Vol. 6: moest terug grijpen om de vele verkeerde determinaties te GelechiidaeII(Gelechiinae:Gnorimoschemini) corrigeren. Achteraan het systematische deel volgen nog 10 17 x 24,5 cm, 586 pagina's, incl. 21 kleurenplaten, Apollo soorten die foutief zijn opgenomen in de Europese lijst of Books, Aamosen 1, Ollerup, DK-5762 Vester Skerninge, waarvanhetvoorkomeninEuropatwijfelachtigis.Dittekstdeel www.apollobooks.dk, [email protected], gebonden 2010, sluit af met een overzicht van de verspreiding per land in EUR140,-excl.Portkosten(ISBN978-87-88757-87-3). tabelvorm. Voor Belgiëworden 22 soortenvermeld, waarvan eentje met een vraagteken, en voor Nederland 25. Enkele In dit boek wordt een van de moeilijkste groepen soorten worden voor België vermeld, maar niet voor Lepidoptera behandeld. De meestesoorten zijn okerbruintot Nederland. Nederlandse soorten die nietvoorBelgiëvermeld grijsbruinen hebben haastgeenvleugeltekening, behalvewat zijn: Gnorimoschema herbichii, Scrobipalpa tussilaginis, donkere vlekjes verspreid over de voorvleugel. In het totaal Caryocolumfraternella,C.proximaenC.blandulella. worden211soortenopgenomen,waarvaner15nieuwworden beschreven.Verderbevatditboekheelwattaxonomischeen Detekst bevattrouwensgeen illustraties. Deadultenvan nomenclatorische ingrepen. Zo worden 42 soortgroepnamen allesoortenzijnechterinkleurafgebeeldop21kleurenplaten en2genusgroepnamengesynonymiseerd,6soortenwordenin in een vergrotingvan 3x waardoor de vleugeltekening, voor een ander genus ondergebracht, 9 vroegere synoniemen zoverdie er al is, betertot zijn recht komt. Van de meeste worden weer als aparte soort beschouwd, de status van 9 soorten worden verschillende exemplaren afgebeeld om de soortenwordtherzienenvoor7soortenwordteenlectotype individuelevariabiliteittetonenenookhetsexueeldimorfisme, vastgelegd. watb.v.bijhetgenusSattleriaextreemisdoordatbijdewijfjes devoorvleugelszeersterken deachtervleugels bijnavolledig Zoals gebruikelijk begint het boek met enkele inleidende gereduceerdzijn.Exemplarenvansoortenuitditgenus,enook hoofdstukken overo.a. de indelingvan deGelechiidae en de uithetgenusCaryocolum,kanmendoorvergelijkingmetdeze Gnorimoschemini in het bijzonder. Duidelijke foto's van kleurenplaten waarschijnlijkzonderfouten op naam brengen, adulten, mannelijke en vrouwelijke genitalia, voorzien van alszetenminstenietteergafgevlogenzijn.Maarexemplaren verklarendeteksten,verklarendegebruikteterminologie,beter uitdesoortenrijkegeneraGnorimoschemaenScrobipalpakan dan een ellenlange uitleg in tekstvorm zou doen. Een men enkel met zekerheid determineren door het maken van determineersleutel tot op het genus en een systematische genitaalpreparaten. check-list,metsynoniemen,sluitendeinleidingaf. De genitaalapparaten van zowel het mannetje als het Elke soort wordt op dezelfde manier behandeld: de vrouwtjewordend.m.v.zwartwit-foto'sopplatengerangschikt volledige naam metverwijzing naar de originele beschrijving, in voldoende grote vergroting: 3 soorten per pagina bij de een lijstje van synoniemen, eveneens met een dergeiijke mannetjes,2bijdevrouwtjes.ZoalsgebruikelijkbijGelechiidae verwijzing, een "Diagnosis"waarin hetadultedierkortwordt wordthetmannelijkgenitaalopengeklapt(uncus+tegumenen beschreven, met aandacht voor de verschillen tussen nauw valve + vinculum + saccus) en de aedoeagus werd apart verwanteengelijkendesoorten. Demannelijkeenvrouwelijke geprepareerd.Vandevrouwelijkegenitaliawordenvooralhet genitalia worden gedetailleerd beschreven, eveneens met gebied rond de apophyses anteriores + segment VIII en de verwijzingnaardeverschillen bijdeverwantesoorten. Detot corpus bursae met het signum afgebeeld. De foto's zijn nutoebekendeverspreidingwordtgedetailleerdaangegeven, haarscherp. Alleen was het misschien beter geweest als met alsook nieuwe verspreidingsgegevens die tijdens het lijntjeswerdaangegevenwaaropvooralmoetgeletworden. samenstellenvanditboekbekendzijngewordenennieteerder gepubliceerd. Ineen paragraaf"Bionomics"worden gegevens Hetboekeindigtmeteenuitgebreideliteratuurlijstenmet opgenomenoverdevoedselplantenvanderups,devliegtijden aparte indexen voor de genusnamen, soortnamen en de biotoop. De paragraaf"Remarks" bevatin detailgegevens voedselplanten. Zoals gebruikelijk is het boek zeer keurig overhetmateriaaldataandebasislagbijdebeschrijvingvan uitgegeven. Het zal nog velejaren als standaardwerk dienen de verschillende soorten. Hierin worden ook foutieve voordestudentenvandezemoeilijkegroepkleinevlinders. meldingenenopvattingenindebestaandeliteratuuropgesomd en gecorrigeerd. Telkens bleek dat men tot op het holotype W.DePrins Phegea41(1)01.iii.2013:4 ISSN0771-5277