Suze scan
Alles gaat zo z'n dagelijkse gangetje in Alzahan, de hangende stad van ongekend verderf en monumentale schoonheid, tot de door mateloze ambitie gedreven stadsmagiër Filastro de vuurdemon Kalyndra oproept. Een onbezonnen daad die nogal wat gevolgen heeft, zowel voor de bewoners van Alzahan als ver daarbuiten.
Voor Filastro, bijvoorbeeld, betekent het dat er abrupt een eind komt aan zijn stoffelijk bestaan, want de door helse pijnen en hitte gekwelde Kalyndra is bepaald geen dankbare demon. Voor anderen, de oude goden, ijsgeesten en sneeuwelfen uit de grote ijsmuur die door de naar verkoeling smachtende Kalyndra deels wordt gesmolten, betekent het wederopstanding, een nieuw bestaan. Het is dus niet zo vreemd dat zij de demon beschouwen als hun meester. Kalyndra vindt het al lang best. Zijn groeiende haat en wraakzucht jegens alles wat leeft, vraagt om instrumenten, en bovendien is alle hulp hem welkom bij zijn speurtocht naar de Ene die hem doden kan.
Intussen blijft de ijsmuur smelten. Er ontstaat zelfs een nieuwe rivier, de Halfwater, die in het oude dwergenland Ostach het dorp Wolvestee in twee helften verdeelt en het kleine volkje van de Wereld - dat gek is op paren, maar nog meer op afzondering - in heftige beroering brengt, en niet in de laatste plaats omdat hun mijnen vollopen. Wat te doen? Korrem Draafvoet, de Wolver, zou zeker raad hebben geweten, maar uitgerekend hij is nietsvermoedend op zakenreis gegaan. Dan, in het holst van de nacht, komen de gruwelijke sneeuwelfen van Kalyndra om Wolvestee te bezetten.