Een buitengewoon gave weergave van de laatste gesprekken die de auteur met zijn moeder heeft voor haar sterven, d.w.z. monologen van een oude Vlaamse vrouw, die bijna babbelziek, maar ontroerend heel haar zorg, de regeling van de begrafenis, de verhoudingen binnen de familie, haar kennissenkring, het eigen grote gezin de revue laat passeren, vol anekdotes die de diepte van levenswijsheid krijgen. Zij beklaagt zich over de overlast die zij buren en familie aandoet. Het is of de schrijver met een opname-apparaat de registratie van dat bijna eindeloze gesprek natuurgetrouw weergeeft. Uiteraard herdicht hij als een soort van lyrische hommage het leven van zijn moeder. Na honderd pagina's monoloog volgt een epiloog van de schrijver, zeven pagina's kort. Uitzonderlijk fijn taalgebruik. Genomineerd voor de AKO-literatuurprijs 1989.
(source: dizzie.nl)