Wipneus en Pim hebben aan koning Goedhart gevraagd of ze weer op reis mogen. Het zou dan hun vijfentwintigste reis worden. De koning geeft toestemming, want het is binnekort toch vakantie. Wipneus en Pimn hebben een wel heel bijzonder plan. Ze hebben ooit een wonderauto van kabouter Alfabet gekregen. Deze auto willen zo ombouwen tot een raket. En met die raket willen ze het helaal in! Ze werken hard door en op de eerste dag van de vakantie kunnen ze vertrekken. Ze vliegen uren en urenlang en komen dan bij een kasteel. Het is het land van de Sterremannetjes. Ze overnachten in het kasteel. De Sterremannetjes hebben een probleem: de sterren zijn uitgegaan. Ze kunnen de sterren pas de volgende dag weer aansteken. Gelukkig hebben Wipneus en Pim een doosje lucifers bij zich en het probleem kan worden opgelost. Ze gaan nu op weg naar de maan. Daar wonen de maanmannetjes en de maanelfjes met hun koningin Luna. Op de maan blijkt ook een onverwachte gast te zijn: professor Alfabet. Er is iets bij één van zijn geleerde experimenten mis gegaan en toen is de professor nogal hardhandig op de maan beland. Gelukkig is hij bijna beter. Wipneus en Pim nemen de professor mee in de raket. Ook hebben ze voor koning Goedhart een mooi cadeau meegekregen. Eenmaal terug in Kabouterland moeten Wipneus en Pim natuurlijk weer uitgebreid van hun avonturen vertellen.