ebook img

vijftig ,jaren beoefening van de geschiedenis der geneeskunde, wiskunde en ... PDF

120 Pages·2013·3.3 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview vijftig ,jaren beoefening van de geschiedenis der geneeskunde, wiskunde en ...

VIJFTIG ,JAREN BEOEFENING VAN DE GESCHIEDENIS DER GENEESKUNDE, WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN IN NEDERLAND 1913 1963 VIJFTIG JAREN BEOEFENING VAN DE GESCHIEDENIS DER GENEESKUNDE, WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN IN NEDERLAND 1913-1963 1963 UITGEGEVEN DOOR HET GENOOTSCrIAP VOOR GESCHIEDENIS' DER GENEESKUNDE, WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN ONDER REDACTIE VAN DR.B.P. . M. SCHULTE INHOUD l. Geneeskunde 9 PROF. DR. G. A. LINDEBOOM 2. Natuurkunde, Scheikunde, Sterrenkunde 24 PROF. DR. E. J. DI]KSTERHUIS 3. Wiskunde. 36 PROF. DR. E. M. BRUINS 4. Biologie 42 PROF. DR. FR. VERDOORN 5. Techniek 69 PROF. DR. IR. R. J. FORBES ( 6. Farmacie 75 DR. D. A. WITTOP KONING 7. Tandheelkunde 80 F. E. R. DE MAAR 8. Diergeneeskunde 85 PROF. DR. J. A. BEIJERS 9. Musea. 89 DR. MARIA ROOSEBOOM 10. Genootschap 108 DR. J. G. VAN CITTERT-EYMERS ierste wetenscha.ppelijke vergadering op 22 november 1913 te Amsterdam 6 Ten Geletde Bij het 25- en 35-jarig bestaan van ons Genootschap heeft de toen malige secretaris, ons tegenwoordige erelid Dr. D. Burger, een overzicht in boekvorm gegeven van de lotgevallen van onze vereni gmg. Het bestuur heeft gemeend ter gelegenheid van het 50-jarig be staan naast de interne geschiedenis van her Genootschap, nu in de bewerking van de secretaresse mevr. Dr. J. G. van Cittert-Eymers, de leden een uitgave van algemener belang aan te moeten bieden. Het heeft hiervoor gekozen de ontwikkeling van de geschiedenis van de geneeskunde, wiskunde en natuurwetenschappen in Nederland in de afgelopen 50 jaren. Wij zijn dankbaar dat bevoegde schrijvers onder onze leden, op ons verzoek, direct bereid waren de geschiedenis van hun vak, tijdens de jaren van het bestaan van ons Genootschap, in overzichts artikelen neer te schrijven. Naast de geschiedenis van de natuur wetenschappen en de medische wetenschappen is ook aandacht be steed aan de onrwikkeling van het museumwezen op dit terrein. Mej. Dr. M. Rooseboomheeft dit onderwerp voor haar rekening willen nemen. Wanneer wij zien wat in deze 50 jaren, nier in het minst door ons Genootschap, tot stand gekomen is, dan stemt dat tot dank baarheid. Vergelijking met het buitenland, zoals die in vele van deze artikelen gemaakt is, laat ons echter zien, dat nog zeer veel gedaan moet worden, om de geschiedenis van de geneeskunde, wiskunde en natuurwetenschappen de erkenning te geven, waar zij recht op heeft. Ons Genootschap wacht hierin nog een grote taak in de komende jaren. Ten slotte wil ik ons mede-bestuurslid Dr. B. P. M. Schulte gaarne dank brengen voor hetgeen hij als redacteur van deze bundel voor het Genootschap heeft willen doen. D. A. WITTOP KONING 7 PROF. DR. G. A. LINDEBOOM DE BEOEFENING VAN DE GESCHIEDENIS DER GENEESKUNDE Inleiding De opdracht Om in 1963 de geschiedenis van de beoefening van de wetenschap der historia medicinae in ons land te beschrijven van de laatste 50 jaar, kan licht de gedachte wekken, dat deze periode nogal willekeurig is gekozen. Het gaat immers niet over de geschiedenis van het "Genootschap voor Geschiedenis der Ge neeskunde, Wiskuude en Natuurwetenschappen," maar over het verleden van de beoefeniug van een wetenschap, waarmede dat Genootschap zich ook bezig houdt. Een halve eeuw wetenschaps beoefening te overzien, is men meer gewend in het midden van een eeuw. Maar is zulk een bepaling van de periode, die men tracht te overzien, eigenlijk niet veel wille keuriger? De ontwikkeling van een wetenschap is een continu gebeuren, dat bij de verspringing van het eeuwcijfer maar zelden, en dan slechts zeer toevallig, een mijlpaal bereikt. De oprichting van een vereniging of genootschap, dat zich aan een wetenschap wijdt, is in elk geval een verschijnsel, dat op een verhoogde belang stelling, een versnelling van het tempo der ontwikkeling, kan wijzen en functioneel beter als markeringspunt kan dienen dan het begin van een of andere eeuw in onze jaartelling. Intussen is het duidelijk, dat de historicus in geen van beide gevallen zich scherp mag houden aan het gestelde beginjaar, maar de situatie in de daaraan voorafgaande jaren mede in zijn beschouwingen in aanmerking zal dienen te nemen. De beoefenaars van de histona medicinae Zelfs al zou men de geneeskunde terecht - des neen - geheel tot de natuurwetenschappen rekenen, dan is nog de geschiedenis der geneeskunde geen natuur- maar een geesteswetenschap. Desalniet temin is de inhoud van de geestesproducten, die deze wetenschap be studeert, zo specifiek van aard, dat alleen geneeskundigen haar met vrucht kunnen beoefenen. 9 Edoch, nog steeds is de toestand zo, dat vérreweg de meeste genees kundigen vrij onverschillig staan tegen de historie van hun eigen vak. De artsen, die zich in deze door een min of meer positieve hou ding onderscheiden, rangschikte Sir WilJiam Osler eens in een drietal groepen: a. degenen, die voldoende belangstelling hebben om een artikel er over, dat zij in een medische periodiek tegenkomen, te lezen; b. de amateurs, die er bij wijze van tijdverdrijf in liefhebberen en er weleens een bijdrage Voor leveren; en c. de echte geleerden, die er hun leven als man van wetenschap aan wijden. Wie met deze criteria in de hand de laatste halve eenwaverziet, zal tot het inzicht komen, dat ook in ons land de onverschilligheid tegenover de geschiedwetenschap der geneeskunde vrij algemeen is, dat haar beoefening bijna uitsluitend is geschied door medici, die in haar een boeiend tijdverdrijf of een neventaak zagen, en dat er in deze periode hoogstens één geleerde is geweest, die zijn leven geheel aan haar heeft gewijd, E. D. Baumann, die een veelszins ge isoleerde positie inneemt buiten universitair en verenigingsverband. Als ooriaken van het indifferentisme der artsen ten opzichte van de historia medicinae kan men op rwee factoren wijzen: 1 ° de practiserende medicus moet handelen, en dient op elk ogen blik van de dag en de nacht bereid te zijn tot handelen. In dat verband boezemt het verleden met al zijn dwalingen hem veelal weinig belangstelling in; hij is geneigd zich te houden aan de prae_ valerende inzichten en voorschriften van het heden, en zoekt wat voor hem van practisch nut is en onmiddellijk toepasbaar. (Uiter aard vergeet hij daarbij, dat kennis van het verleden hem inderdaad weliswaar slechts zelden nog gangbare pasmunt levert, maar toch wel een algemeen inzicht verschaft in de betrekkelijkheid van dog matisch aanvaarde theorieën en regels, alsmede een algemene visie, die, ofschoon imponderabel, ook voor de uitoefening van zijn professie van grote waarde zijn.) 2° de omstandigheid, dat de universiteit hem geen enkel onderwijs in de geschiedenis van zijn vak heeft geboden. 10

Description:
immunologie. Groningen. VarIa Antiqua (Over raadselachtige Volken Varia Antiqua, Tweede Reeks (De Mythe van den manken. God AsklePios
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.