ebook img

Van Abraham tot Zacharia PDF

274 Pages·2010·31.28 MB·German
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Van Abraham tot Zacharia

Van Abraham tot Zacharia Abraham Joel Absalom Jona Adam & Eva Jozef Amos Jozua Atalja Juda Babel Judit Batseba Kain & Abel Belsassar Koningen Bileam Lot Daniel Makkabeeen David Maleachi Elia Micha Elisa Mozes & Aaron SU N Ester Nahum Ezechiel Nehemia Ezra Noach Gideon Obadja Habakuk Profetn Haggai Rechters Hosea Ruth Isaak Salomo Jael Samuel Jahwe Saul Jakob Sefanja LOUIS GOOSEN Jefta Simson Jeremia Susanna Jesaja Tobit & Tobias iezus Sirach Zacharia Thema's uit het Oude Testament Job in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater Van Abraham tot Zacharia LOUIS GOOSE N Van Abraham tot Zacharia Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater S U N , 5 INHOUD Inleiding S Beschrijvingen is Bibliografie 243 Register van auteurs en kunstenaars 25 I Register van bijbelse figuren 267 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Goosen, Louis Van Abraham tot Zacharia : thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater / Louis Goosen. — Nijmegen : SUN — Ill. Met bibliogr., reg. ISBN 90-6168-329-7 SISOS 708.1 UDC 7.046 NUGI 644 Trefw. Oude Testament in de kunst. Omslagontwerp en boekverzorging: Leo de Bruin, Amsterdam Op het omslag: Jael en Sisera, Maria en Satan, Judit en Holofernes, drie illustraties uit het Speculum Humanae Salvatiov ►is, eerste helft i 4e eeuw (Codex Cremifanensis 243) . Benedictijnerklooster, Kremsmunster © SUN, Nijmegen 1990 Tweede, verbeterde druk: 1993 ISBN 90 6168 329 7 INLEIDING `Het heil komt uit de joden', aldus Jezus van Nazaret in Joh. 4,22. Het christendom is een zijtak of zo men wil een ent op de stam van de joodse religie. De ent werd een boom, maar bracht het niet ver zonder het levenssap, meegekregen van de oude stam: naast het monothesme, de aan de synagoge-diensten ontleende liturgische vormen en de gemeentestructuren bovenal de Schriften. De au- thentieke lijst van gezagvolle joodse geschriften, de canon* (regel, lijst), werd, enigszins aangevuld, volledig overgenomen en — wat nog belangrijker is — als niet minder gezagvol aanvaard dan de eigen christelijke canon, die overigens ruim drie eeuwen nodig had om algemeen geaccepteerd to worden. Het Oude Testament, op zich of en voltooid, maar open voor nieuwe mogelijkheden, kreeg door het christendom een voortzetting: het Nieuwe Testament. Maar dat Nieuwe blijft ondenkbaar en vooral onbegrijpbaar zon- der het Oude. Na een lange voorgeschiedenis vanaf de patriarchen Abraham, Isaak en Jakob werd Mozes tijdens de uittocht uit Egypte de stichter van de godsdienst van Israel. In de belangrijke periode van de > Rechters en >>Koningen groeide het yolk van de Hebreeen uit tot een natie, die zich in 931 splitste in een Noord- en een Zuidrijk. >>Profeten speelde een belangrijke rol in dit historische proces. Tij- dens de Babylonische Ballingschap (586-38) en in de periode daarna ontstond het jodendom: een yolk en een religie met een Boek, een tempel in Jeruzalem en synagogen in de afzonderlijke gemeenten. Vanaf de 2e eeuw v.C. vormden de over alle hellenistische steden rond de Middellandse Zee en in het Nabije Oosten uitgezwermde joden de Diaspora, waar een liberaler jodendom beleefd werd, de Schrift in het Grieks vertaald werd (de Septuagint) en enkele nieuwe boeken aan de joodse canon toegevoegd werden (later door protes- tanten apocriefe, door katholieken deutero-canonieke boeken ge- noemd). Toen in 7o n.C. de Romeinen de tempel verwoestten, werd de lokale synagoge wereldwijd de plaats voor het joodse ge- bed en onderricht (Midrasj). Het enorme complex van vrijwel altijd casuistische bijbeluitleg, door vele joodse leraren vanaf de balling- a schap in vijf zes eeuwen opgebouwd, werd aan het einde van de 2e eeuw n.C. gefixeerd in de Misjna, een leerboek geschreven door de rabbijn Jehuda Hanassi. Ook de Misjna werd weer van commen- taren voorzien, hetgeen resulteerde in de Talmoed, een ian Palestina * De gecursiveerde woorden betreffen min of meer technische begrippen die in de beschrijvingen regelmatig terugkeren en in deze inleiding kort worden toegelicht. 6 INLEIDING en in Babylon geredigeerd, encyclopedisch compendium van jood- se tradities. De Talmoed bestaat uit twee delen, de Haggada en de Halacha, een verhalende en eenjuridische toepassing van de Wet op het dagelijkse leven. Grote joodse geleerden en duizenden rabbijnen met hun vernieuwende of restauratieve interpretaties begeleidden in de loop der eeuwen dejoodse vroomheid: onder meer Maimoni- des (12e eeuw), Jehuda van Regensburg (ca. Isaak Luria (16e 1200), eeuw), Mozes Mendelssohn (i 8e eeuw), Hermann Cohen (ige eeuw) en in de 2oe eeuw Martin Buber. Christenen zijn met het Oude Testament aan het werk gegaan. Niet alleen zetten zij het gebruik van de synagogale voorlezing in hun diensten voort en leerden zij het Oude Boek door en door kennen, zij gingen het ook vanuit hun eigen ervaringen lezen, be- oordelen en duiden. De literaire techniek daarvoor namen ze over van de oudgelovige (een betere term dan 'heidense') en joodse ge- leerden uit Athene, Rome en Alexandria, die elk hun oude boeken — de eersten Homerus en Vergilius, de anderen Mozes en de profe- ten -- op een voor die tijd moderne manier becommentarieerden: de methode van de meervoudige zin. In plaats van alles `naar de letter' to verstaan (2 Kor. 3,6) leerden ze dat de inhoud van het Boek der boeken `een diepere zin' (i Kor. i o, i i) had. Door de verhalen been, die men in hun letterlijke betekenis daarom nog niet minachtte, speurde men naar onder meer de morele en de mystieke betekenis. Het was met name de typologische of allegorische zin die hun bij- zondere interesse had. Alle figuren en gebeurtenissen uit het Oude Testament, zo was de stellige overtuiging, verwezen naar en duid- den op parallelle situaties in het Nieuwe, niet toevallig en vluchtig, maar bepalend en verhelderend. Deze traditie werkte door tot in de late middeleeuwen. Geen vroegchristelijke auteur (kerkvader, sinds een wat ongelukkige benaming uit de 16e/ 17e eeuw) en vrijwel geen middeleeuwse theoloog ging aan het hanteren van deze me- thode voorbij. Zonder enig inzicht in de typologische methode is begrip van en inzicht in de christelijke iconografie en voor een goed deel in de toneelliteratuur en de letterkunde niet goed mogelijk. In dit boek wordt voor die typologie dan ook een grote plaats inge- ruimd. Zowel het bijbelboek zelf als de uitleg daarvan, de exegese, heb- ben een uiterst complexe geschiedenis gekend. Als een boek een zeer levendige, varierende receptie-geschiedenis heeft gehad dan is het de Heilige Schrift. Slechts enkele hoofdlijnen kunnen bier wor- den aangestipt. Door Johannes de Doper enjezus van Nazaret werd een ten dele nieuw inzicht in dejoodse verwachtingen gepresenteerd. Niet meer INLEIDING 7 de bevrij ding van Israel uit vreemde overheersing stond daarin cen- traal (bijvoorbeeld Jes. So), maar de doorbraak van Gods heer- schappij onder de mensen op grond van hun bekering. Daardoor werd de weg.. vrijgemaakt voor de kern van hun boodschap ( evangelie), dat God een God voor armen, verlorenen en zondaars is en dat tegenover de gebondenheid aan de voorschriften van de joodse Wet de ware vrijheid staat van de mens die zich van binnen- uit richt op zijn God en zijn naaste: voorwaarde voor de komst van Gods Rijk (Mat. 7,21). Hoezeer dit inging tegen algemeen-mense- lijke en joodse inzichten toont de dood van Jezus en Johannes. Uit een kleine gemeente van gelijkgezinden, zo men wil Jezus- gelovigen, die in Jezus bepaalde joodse verwachtingen rond een messias (Luc. 4,18-21) gerealiseerd zagen, ontstond de Kerk, als een mosterdzaadje, dat — niet in de laatste plaats door grondwerk van Paulus — zou uitgroeien tot de boom van het christendom, waarin aangevlogen vogels van velerlei pluimage hun nest vonden: dog- matische interpretaties, kerkelijke structuren, morele verplichtin- gen, liturgische constructies en veel min of meer waardevols uit de antieke cultuur. Boven alles koesterde men de bijbel, de oude jood- se en de eigen geschriften. Voorlopig behielp men zich met de Griekse Septuagint of in het Oosten met een Syrische vertaling, de belangrijke Peschitta. Er werd gewerkt met vele, van elkaar afwij- kende Latijnse vertalingen. Deze warwinkel leidde aan het einde van de 4e eeuw tot een opdracht voor een nieuwe vertaling aan Hieronymus, die hiermee gedeeltelijk gereedkwam en voor de rest oude vertalingen bijvijlde. Het resultaat van zijn werk werd Vulgaat genoemd (editio vulgata = onder het yolk verspreide uitgave) . De reformatie in de 16e eeuw maakte op confessionele gronden nieuwe vertalingen noodzakelijk (onder vele de Luther-vertaling 1522-34, de King James Version I 61 I, de Statenvertaling 1637). Heden ten dage zijn er meer dan i ioo bijbelvertalingen. De middeleeuwse exegeten bouwden voort op de geschriften van de kerkvaders. Hun arbeid bestond vooral in het betrekkelijk slaafs vergelijken en becommentarieren van de commentaren van deze `auctoritates' (gezagvolle schrij vers uit de late oudheid) . In de I ie en ie eeuw herontdekte men — door het aanreiken door Spaanse joodse geleerden van vertalingen van in het Arabisch be- waard gebleven werken van Aristoteles — de wijsbegeerte en ging men daarmee gewapend de bijbel en vooral de `auctoritates' toetsen en bewerken. Het grote bouwwerk van de Scholastiek was het resultaat. Op haar rationele methode volgde de meer gevoelsmatige benadering van de 14e- en I S e-eeuwse mystici en van auteurs die de vroomheid propageerden en populariseerden, waarbij zij intenser dan ooit de nooit vergeten typologische uitleg gebruikten. 8 INLEIDING De grote reformaties van de i 6e eeuw ontdeden de middeleeuw- se bijbelinterpretatie van misgroei en overwoekering en legden de grondslag voor een nieuwe bijbelse theologie. In reactie daarop greep de katholieke contra-reformatie weinig diepgaand en triom- falistisch terug op de heroieke momenten van het Oude Testament. Het hyperkritische rationalisme van de verlichte T 8e eeuw, dat aan- vankelijk de functie van de bijbel in de westerse cultuur bedreigde, liep in de moderne tijd uit op een positief-kritische benadering van ontstaan, geschiedenis, aard en betekenis van de bijbel met behulp van vele hulpwetenschappen, waaronder vooral archeologie en taalwetenschappen. Bespeurt men heden van de ene kant een wor- steling om het behoud van de bijbel en zijn traditie in de geseculari- seerde maatschappij, van de andere kant openen zich nieuwe kansen door verrassende benaderingen vanuit onder meer de semiotische en linguistische methode, de bevrijdingstheologie en de feminis- tisch-theologische bijbelinterpretatie. Joodse kunstenaars hebben de bijbelse thema's slechts sporadisch uitgebeeld: in de oudheid enkele malen in Mesopotamia (Doura- Europos ca. 200-245) en Palestina, in synagogen van liberale ge- meenten; in de middeleeuwen — onder invloed van de christelijke illustratiewoede — in joodse handschriften. Christenen stonden aan- vankelijk om verschillende redenen sceptisch tegenover uitbeel- ding, maar vanaf het begin van de 3e eeuw groeide, eerst aarzelend en dan bijna explosief, een bewust met eigen idioom geladen beeld- taal. Deze bleef door de eeuwen heen bepalend voor de christelijke iconografie, en dat — ondanks alle vervaging — tot in de Zoe eeuw. Een willekeurig, naar zolder of uitdragerswinkel verwezen Heilig- Hartbeeld draagt nog de sporen van de wijsgeer die op vroeg- christelijke sarcofagen het evangelie als ware wijsbegeerte aanduidt; de ruiterij van de farao komt eeuwenlang op dezelfde wijze om in de golven van de Rietzee. Had in de oudheid de christelijke afbeelding naast een decoratie- ve vooral een belijdende functie, in de middeleeuwen werden de afbeeldingen bij uitstek didactisch. Talrijke auteurs hielden niet op to verklaren dat hetgeen de gelovigen in de preek met het oor vernamen, met het oog nog eens moest kunnen worden gezien. Wat men afbeeldde en hoe, stond voor eeuwen vast. Stijl en vin- dingrijkheid van de kunstenaars brachten de enige variatie. Basis voor deze constanten waren naast de verluchte bijbelhandschriften (waaronder vanaf de i ie eeuw Byzantijnse Octateuchen, handschrif- ten met de eerste acht bijbelboeken) en voorbeeldenboeken de rijk geillustreerde instructieboeken, zoals de westerse Speculum Huma- INLEIDING 9 Nicolaas van Verdun, de verlossing afronden: len: komst van de Rechter, de Typologische scenes uit het Oude hemelvaart, pinksteren, laatste hemel, de opstanding van de en het Nieuwe Testament, goud oordeel, majestas; boven en doden en de hel. De teksten op en emaille, detail van een onder links oudtestamentische de driepasbogen verklaren de altaar, Klosterneuburg bij typen: Henoch en Noach, Elia scenes, die op de horizontale Wenen, II8I. In het midden en Sinai-wetgeving, en rechts en verticale balken de nieuwtestamentische scenes die nieuwtestamentische parallel- typologie.

Description:
Kain & Abel. Belsassar. Koningen. Bileam. Lot. Daniel. Makkabeeen. David. Maleachi. Elia. Micha. Elisa. Mozes & Aaron. SUN. Ester. Nahum.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.