ebook img

Ueber Stilleben aus Pompeji und Herculaneum PDF

122 Pages·1928·7.239 MB·German
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Ueber Stilleben aus Pompeji und Herculaneum

STELLINGEN I De motieven der direkt in de architectonische omgeving aangebrachte xenion decoraties tijdens den tweeden Pompeiaanschen stijl (b.v. die uit de villa di Dio mede, Mau Gesch. d. pomp. Wandmalerei Tf. VIIb) zijn aan het vrije zelfstan dige xenion ("Tafelbildxenion") ontleend, met uitzondering van de op de kroon lijsten geplaatste voorwerpen. 11 De groote stillevens in het bovengedeelte van den wand bij Zahn 11 Tf. 45, die bij Niccolini Descrizione Generale tav. 69, en die bij Mazois 111 pI. XXIII en XXVI (3e stijl) zijn residua uit den tweeden stijI. 111 De "impressionistische" schilderwijze in de Pompeiaansche schilderkunst begint niet eerst met den vierden stijl, maar komt van het begin van den tweeden stijl af, naast strakkere manieren, voor. IV De vierde-eeuwsche Grieksche schilderkunst moet reeds een eenigszins vrije, losse schilderwijze gekend hebben. V Het scheef in de ruimte plaatsen van voorwerpen op schilderijen en reliefs is sinds de 4e eeuw v. Chr. gebruikelijk. VI De golflijnen op vazen met roode figuren en de rotsachtige formaties op die met roode of zwarte figuren geven niet steeds lage oneffenheden van het terrein weer, maar duiden soms in verhoudingen, die niet met de werkelijke verhoudingen overeenkomen, een berg of een berglandschap aan. VII De Westgevel van het Parthenon is, wat den stijl betreft, jonger dan de Oost geveI. VIII Ten onrechte neemt Schrader (Phidias blz. 267) aan, dat de zes korai van het Erechtheion naar een model gemaakt zijn. IX Aeschylus, Agamemnon 1001/2 leze men: !J.lXAot ye 't'o~ uy~e(otr; 't'&r; 7toiJ.,Cir; &x6peG't'ov. X Aeschylus, Choephoren 152 is !pu!J.ot 't'68e xe8v6>v XotX6>V 't" met Wilamowitz op te vatten als "het bolwerk, waar wij in wel en wee onze toevlucht zoeken". XI Aeschylus, Choephoren 829/30 leze men: 1t(l(:rpo~ oc.ö8liv ~1toe6a~ &voe, &poeüaov, xoe(1tep oetV6>V ~mlJ.olJ.cpov &.. o ev. XII Vergilius, Aeneis II 45 vlgd. zijn geen verschillende logisch uitgedachte mogelijk heden opgesomd, maar drukt de schrijver de opgewondenheid van den spreker uit door dingen, die in werkelijkheid elkaar niet uitsluiten, met auto .. aut. .. aut te verbinden. XIII Vergilius, Aeneis II 130 is conversa tulere met Henry op te vatten als converte runt et tulerunt. XIV Vergilius Aeneis XI 18 zijn spes en animus opzettelijk dubbelzinnig gebruikt. UEBER STILLEBEN AUS POMPEJI UND HERCULANEUM UEBER STILLEBEN AUS POMPEJI UND HERCULANEUM PROEFSCHRIFT TOT HET VERKRIJGEN VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN EN WIjSBEGEERTE AAN DE RIjKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT,OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS DR. H. TH. OBBINK, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER GODGELEERDHEID VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT, TEGEN DE BEDENKINGEN VAN DE FACULTEIT DER LETTE REN EN WIjSBEGEERTE TE VERDEDIGEN OP VRIjDAG 16 NOVEMBER 1928, DES NAMIDDAGS TE 4 URE nOOR HENDRIK GERARD BEYEN GEBOREN TE UTRECHT 'S-GRAVENHAGE MARTINUS NIJHOFF 1928 Aan mijne Ouders ISBN 978-94-011-8741-1 ISBN 978-94-011-9596-6 (eBook) DOl 10.1007/978-94-011-9596-6 Aan mijne Ouders Bij het beeindigen van mijn studie wH ik in de eerste plaats U danken, hooggeleerde Vollgraff, hooggeachte Promotor, voot den grooten steun en waardeering, die ik van U bij het vervaardigen van mijn proefschrift mocht ontvangen. Dat het steeds zulk een vreugde voor mij zal zijn aan mijn studie terug te denken, ben ik U in het bijzonder ver schuldigd. Ook U, Hooggeleerde Damste, Zeergeleerde van Hoorn, spreek ik mijn hartelijken dank voor Uw onderwijs uit, en evenzeer U, Hooggeleerde Bolkestein, Ovink, Schrijnen. Gij, mijne Ouders, hebt mij beiden zoozeer bij mijn werk gesteund, Gij, Vader, die mij in staat heeft gest eId elke gelegenheid aan te grijpen, welke mijn studie kon bevor deren en Gij, Moeder, door mij steeds als trouw reisgenoote op mijn tochten te verge zellen en zoowel het genot van de antieke kunstwerken als het stof der Italiaansche magazijnen met mij te "deelen" - dat hetgeen er goed mag zijn in dit werkje, voor een grooter deel dan iemand kan vermoeden aan U te danken iso Voor de groote moeite, die Gij U getroost hebt, bij het vertalen van een gedeelte van mijn dissertatie en bij de verzorging van het "formeeie" gedeelte daarvan, ben ik U, mijn waarde vriend Paul Breuning, ten zeerste dankbaar. Tevens lijkt het mij hier de plaats te gedenken, hoezeer ik Uw Oom verplicht ben en met hoe groote bereidvaardig heid hij destijds de vertaling op zich heeft genomen. Evenzeer dank ik U, waarde Karl Schefold, voor het voor mij zoo belangrijke werk, de definitieve Duitsche formuleering. Niet alleen op vaderlandschen bodem heeft men mij hulp geboden: ik dank U, Dr. Hoogewerff en Dr. Leopold, direkteuren van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome, die met Uw bekende hulpvaardigheid allerlei moeilijkheden door Uw persoon lijken invloed voor mij overwonnen hebt. Welchen unter den italienischen Gelehrten, die ich die Ehre hatte kennen zu lernen, soll ich zuerst danken, da sie mir alle in derselben liebenswürdigsten Weise geholfen haben? Ihnen, verehrte Herren Professoren Paribeni und Stefani in Rom, Maiuri, Macchioro und Mingazzini in Neapel, della Corte in Pompeji, möchte ich hiermit herz lichst danken für die ausgezeichnete Liberalität, mit der Sie mir das Studium in Ihren Museen erleichterten und mich auch sonst in jeder denkbaren Weise unterstützten. Ihre freundlichen Worte, Herr Prof. Pfuhl, die ich immer in dankbarster Erinne rung halte, haben mich zur Durchführung der Arbeit ermutigt, die ich mit diesen Un tersuchungen begonnen habe. Für wertvolle sachliche Belehrung und weitgehende Be ratung habe ich besonders den Herren Professoren Delbrück und Zahn zu danken. Bei meinen ersten literarischen Versuchen hat in freundlichster und zuvorkommendster Weise Herr Prof. Rodenwaldt Pate gestanden. Ich würde mir zu viel anmassen, wenn VIII ich mir erlauben würde, ihm und den Herren Professoren Curtius, Herrmann, Ippel, ]acobsthal, Köster, Loeschcke und Winter im Einzelnen für die vielseitige Unterrich tung und ihr stets bereites liebenswürdiges Entgegenkommen die Dankbarkeit zu be zeugen, die ich ihnen gegenüber empfinde. Der Direktion des Berliner Museums möchte ich jedoch im Besonderen meinen verbindlichsten Dank für die Genehmigung zur Pu blikation des pergamenischen Papageienmosaiks darbieten. INHALT Seite WICHTIGSTE ABKüRZUNGEN XI EINLEITUNG ........ . 1 DAS STILLEBEN IM ZWEITEN STIL 6 DAS STILLEBEN IM DRITTEN STIL 20 DAS STILLEBEN IM VIERTEN STIL 29 TAFELBILDARTIGE STILLE BEN DES VIERTEN STILES 33 82 DIE EINGLIEDERUNG IN DAS DEKORATIONSSYSTEM REGISTER ... 88 TAFELN I-XII

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.