ebook img

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde PDF

309 Pages·1934·1.563 MB·Dutch
by  DBNL
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 53 bron TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde. Jaargang 53. E.J. Brill, Leiden 1934 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_tij003193401_01/colofon.htm © 2010 dbnl 1 De ‘Wilde Yr’ bij Vondel en elders. Na lang weerstand geboden te hebben aan den op haar uitgeoefenden aandrang, geeft Badeloch toe en verklaart zij zich bereid den aangewezen leidsman der vluchtelingen, Broer Peter, te volgen, al ware het ‘of na den wilden Yr, of aen de Noordsche kust’1). De laatste plaatsaanduiding staat mogelijk voor het einde der wereld,ultimaThule;wilzijmetdeeerstezeggendatzijdengidsdegehoorzaamheid niet zal opzeggen, zelfs indien deze haar eventueel zal voorgaan onder de minst gastvrijebarbaren2)?ZooschijntdeuitgevervanGysbreghtinmoderngewaaddeze plaatsoptevatten:‘deIerenwarentoentertijd[in1304?ofin1637,toenzijkonden bogen op landgenooten als de Protestantschekerkhistoricus James Ussher en de voortreffelijke annalisten en hagiografen in het Franciscaansche klooster van St. AnthoniusteLeuven?]zeeronbeschaafd’3).VanLennepgafzijnmeeninginalthans watwelwillendervorm:‘indedagenvanVondelwasIerlandnogweinigbekend,en deinwonerswerdenalshalvewildenbeschouwd’.Indengrondiszijnvoorzichtiger geformuleerde uitlegging evenwel dezelfde, en ook de toelichting op de spreekwoordelijkverbreideuitdrukking‘wildeIer’bijHarrebomée,Prof.Stoettenin de noot in de Wereldbibliotheekuitgave(III, bl. 596) wijkt hiervan niet af. Evenmin geheel bevredigend is het artikelIer(I) van het Woordenboek, waarin de oudere verklaringen zijn verwerkt en aangevuld: 1) Gysbreght,vs.1784. 2) AlduswasdereputatiederIereninVondel'stijdstelligniet!Zelfshetlatertenoemenpamflet Knuttelno.1091,dathunweiniggoedeeigenschappentoekent,laathundeeerdatzij‘de o vreemdelinghenaltijtsseerwelonthalen’(bl.Aiv,v ). 3) JoostvandenVondel'sGijsbrechtvanAmsteled.W.H.Staverman(Amsterdam,1929),bl. 154. TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 2 ‘de Ieren staan van ouds hier te lande als ruwe, woeste lieden bekend’. Dit generalizeerende oordeel moge al ten grondslag liggen aan de latere spreekwoordelijke verbreiding in de volkstaal, aan het ontstaan van de uitdrukking ishetteneenenmalevreemd.Oorspronkelijk,endenkelijknogbijVondel,heeftde ‘wildheid’ van den Ier niets met zijn volksaard uit te staan, zoodat de vergelijking met den ‘lompen of norschen Deen’ en den ‘dronken Lap’ (waaraan misschien de ‘wilde Saks’ toegevoegd zou kunnen worden) slechts gedeeltelijk opgaat. Anders gezegd:wildheefthier,althansaanvankelijk,nietdebeteekenisvansaevus,maar vansilvestris(ME. Lat. ooksylvestris,sylvaticus> Fr.salvage>salvaticus1)), en is indezevasteverbindinggeenepitheton‘ornans’,docheendistinctivum,hetzelfde, waardooronderscheidenwordtdeintwilde(insilva)voorkomendevariëteitvaneen genus, waarvan ook het getemde of gekweekte type bekend is2). DewildeIer (Hibernussilvestris)isnamelijkdeonafhankelijkeGaeluitdebinnenlanden,dietot zijn onder Engelsch gezag levenden landgenoot in de kuststreek (EnglishIrish) in dezelfde verhouding staat als de gevluchte en vrijheidminnendeBoschneger tot denonderworpenplantageslaaf.Datdeuitdrukkinghiertelandenieteersttentijde van Leicester spontaan opgekomen is, zooals Harrebomée aannam, wordt door Prof.StoettenminderstelliginhetWoordenboektekennengegeven.Hetvaltechter op dat ook hier niet gerept wordt van den vreemden oorsprong van dezen geïmporteerden term, die een zoo duidelijk etiket ‘English made’ draagt, en dat terwijlEverhardtvanReydindeveelaangehaaldeplaatsvanzijngeschiedverhaal daarvan reeds nadrukkelijk gewaagt3). Inderdaad was de uitdrukking ten tijde van Vondel en reeds vroeger 1) Ducange,ed.1883-7,VII,bl.685-686,scheidtsylvaticus:agrestis,incultus,asperoingenio, vanderelatinizatiesalvaticus,diegegevenwordtalstegenovergesteldevandomesticus, domipastus. 2) Vgl.wildkonijn,zwijn,viooltjeenz. 3) ‘wildeYren,ghelijcksyinEnghelantghenoemtworden’(Oorspronckendevoortganckvande de Nederlantscheoorloghen,2 dr.,Arnhem,1633,bl.152). TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 3 uit het Engelsch en Latijn in het Kymrisch, Fransch, Italiaansch en Duitsch, en vermoedelijkookinhetSpaanschovergegaan.Voordelateregeschiedenisvooral indeEngelschelitteratuurkanthansverwezenwordennaareenbelangrijkestudie van Edward D. Snyder, welke ongelukkig bij de bewerking van het artikel van het Woordenboek nog niet beschikbaar was1). Als uitgangspunt is dit rijk gedokumenteerde, ofschoon uiteraard onvolledige overzicht waardevol. Daarentegen kan men bezwaren hebben tegen het gezichtspunt, waaruit het materiaal bewerkt is en de conclusies, die de schrijver eruittrekt.Snyderimmers,dieeenspecialestudiegemaaktheeftvandeontvangst, welkeden‘Ossianischen’zangenvanMacPhersontendeelviel,issterkonderden indruk van den onbarmhartigen spot, waarmee deze nieuwe dichtsoort door een deel van het publiek destijds begroet werd. Zonder voldoende rekening te houden metdenklassiekgeschooldensmaakderlezers,diehethunmoeilijkmaaktedeze vroegeromantiektegenieten,schrijfthijdieafwijzendehoudingtoeaan‘instinctive racialprejudice,politicalbitterness,andreligiousdifferences’(bl.688).Deuitdrukking ‘wild Irish’ nu, door hem, evenals door onze Vondelcommentatoren, spreekwoordenverzamelaars en lexicografen, te uitsluitend opgevat als een ‘opprobrious term’ (bl. 689)2), is in zijn oog symptomatisch voor deze zonder twijfel overdrevenceltophobegeestesgesteldheid,enalduskomtookhijertoehetdikwijls volkomenneutralegebruikdaarvan,ookinoudereteksten,temiskennen.Voorhem is ‘the Wild Irish phenomenon’ niets minder dan ‘a prejudiced way of writing Celtic history, or an inordinate 1) TheWildIrish;astudyofsomeEnglishsatiresagainsttheIrish,Scots,andWelsh,inModern Philology,XVII(1919),bl.687vlgg.ZiedaarnaastdebeideartikelenvandeNewEnglish Dictionary,Irish(Bla)enWild(AI5). 2) Ditniettegenstaandedeoorspronkelijkebeteekenishemnietonbekendis:‘theveryphrase “awildIrishman”seemstohavebeenusedoriginallywiththenaturalintentofdistinguishing theuneducatedIrishkernorwoodkarnefromhiscity-bredneighbor,whowasoftenofEnglish descent’(bl.688).Detegenstellinguneducated-city-bredisw.i.w.ooknietprimair. TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 4 desire to satirize anything and everything Celtic, whether Irish, Scottish or Welsh’ (bl. 687) - het ontgaat hem dat het verschrikkelijke adjectief, waarmee de zelfgenoegzame Engelschman zijn uiterste verachting voor de bewoners van de ‘Celticfringe’heetuittespreken,heteersttoegepastis..opzijneigenstamgenooten. Niet op allen evenwel! Wij zijn in de dagen van Willem den Veroveraar, in 1067. De slag van Hastings is gestreden, de krachtigste voorvechters, koning Harold en zijn broeders, zijn gevallen, het volk, van zijn leiders beroofd, heeft moedeloos het hoofd in den schoot gelegd. Slechts enkele (min of meer) onverzoenlijken trekken zich terug in de minder toegankelijke streken van het westen, waar zij voorloopig buitenhetbereikvandeNormandischewetzijn,metanderewoorden,zijbegeven zichinoutlawryen gaan de ‘wildernis’ in. Een van de voornaamste verzetsleiders, Eadric,draagtdanookindegeschiedenisdenbijnaamGuilda(latinizatievanwilde), idestSylvaticus1),enmenmagveiligaannemendatdezetermgeenveroordeeling van 's mans karakter of manieren inhoudt, doch slechts een tegenstelling met zijn landgenooten, die zich wel onder vreemd gezag konden schikken, uitdrukt. Deze zelfde tegenstelling vinden wij steeds terug waar van Keltische ‘wilden’ sprake is. Snyder spreekt niet van ‘wild Welshmen’, en toch komt het epitheton het eerst voor in betrekking tot de dikwijls opstandige en altijd frondeerende bevolking van Wales2).UiteenvoornaamNormandischgeslacht,datsedertheteindevande11de eeuw gevestigd was in Pembrokeshire en zich daar vermaagschapt had aan de inheemsche vorsten, sproot de 1) OrdericusVitalis,Historiaecclesiastica,ed.A.LePrévost,II(Parijs,1840),bl.166. 2) DezezijnookdeeenigenonderdeKelten,diezichzelfmetgepastentrotsals‘wilden’(gwylltion de Cymru)aanduidden.Sedertde15 eeuwkomtdaarnaastalspoëtischenaamvoorhetland voordeuitdrukking‘GwylltWalia’,welkedoorGeorgeBorrow,denauteurvanderomantische reisbeschrijving‘WildWales’(1862),zijhetookingewijzigdebeteekenis,grootepopulariteit heeftverworven. TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 5 geestelijkeenhistoricusGiraldusdeBarri(omstreeks1146-1223),diezichin1176 en1199nietzonderluidruchtigheidopwierpalskampioenvoordeonafhankelijkheid vandemetropolisvanzijnvaderland,St.David's,‘propterhonoremWalliae’.Sedert draagt hij in de geschiedenis den eerenaam Cambrensis (d.i. ‘de Welshman’); zijn tegenstanders,Anglo-Normandiërsen‘loyale’Welshmen,noemdenhemomdezelfde redenlieverGiraldusSylvester1).Eennogoudervoorbeeldbiedtonsdegeschiedenis vandenlegendarischenBritschenprofeet,Merlijn(Myrddin).GalfridusvanMonmouth heeftdezeromantischefiguur,zooalnietgeschapen,dantochindewereldlitteratuur ingevoerddoorzijnbeidegrootewerken,deHistoriaregumBritanniae,waarindeze optreedt als de tooverkundige raadsman der koningen Vortegirnus en Uther Pendragon, en de poëtischeVitaMerlini, waarin hij de latere avonturen beschrijft vandenziener,dieinzijnlevensavondhethofvanzijnzwager,koningRodarchus, ontvluchtomprofeteerendedoorhetCaledonischeWoudtezwerven.De‘profetieën’ nu, die uit deze beide levensstadia afkomstig heeten te zijn, verschillen onderling niet onbelangrijk in stijl en duidelijkheid, en reeds vroeg heeft men gemeend dit te kunnen verklaren door ze aan twee verschillende auteurs toe te schrijven, die dan als de hoveling Merlinus Ambrosius en de vrijheidminnende boschman Merlinus Silvestris onderscheiden worden. In dit verband is de term lang voor Vondel hier doorMaerlantingevoerd-minderjuistoverigens,wantdezebedoeltdeneersten-, in zijn hoofdstukVanMerlinedenwilden2). Ook op Schotland, met zijn Germaansche, aan den koning 1) Toendehumanistenzijnwerkengingenexcerpeeren-OrteliusenBoxhorniusdedenditten onzent-wasdebeteekenisvandenbijnaamvergeten,zoodatzijhierineenvoornaamSilvester zagenenhemsomspleonastischaanduiddenalsSilv.GiraldusCambrensis. 2) Spiegelhistoriael,III,v,XIV,ed.DeVries-Verwijs,II(Leiden,1863),bl.288-290.(Het LatijnscheequivalentschijntnietvoortekomenbijVincentius,althansnietindengedrukten tekst). TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 6 teEdinburghonderworpenbevolkingindeLaaglandenenzijnvrijwelonafhankelijke GaelischeclannsindeontoegankelijkeHooglanden,isdezeterminologievanouds toegepast. Reeds de Fransche dichter Jordan Fantosme spreekt kort voor 1180 vanEscocelasalvage1).Duidelijkerzijndeverzen,waarinLaurenceMinotomstreeks 1352debeidebestanddeelenvanhetin1333bijHalidonHillverslagenSchotsche leger onderscheidt: Tharewascrakkedmanyacrowne OfwildScottes,andallsoftame2). Snyder geeft de juiste verklaring van de beide epitheta, maar kan niet nalaten daaraandeopmerkingtoetevoegen:‘buttheadjective[wild]didnotsuittheScottish temperament well enough to come into general use, and in its place we find occasionallyanotherchoicecharacterization,“awilyScot”’3).Datdekarakterizeering niet in de eerste plaats betrekking heeft op temperament, behoeft na het voorafgaande niet meer betoogd te worden, en ook de gangbaarheid van de uitdrukking wordt hier onderschat. Men kan gerust zeggen dat deze althans in de de de geleerdelitteratuurvande16 enhetbeginvande17 eeuwveelvuldigis,almoet daarbijwordenopgemerktdatdaarineenpejoratievebeteekenisontwikkelingbegint door te schemeren4). Het is alweer Maerlant, die ook 1) IndeuitgavevanChroniclesofthereignsofStephen,HenryIIandRichardIdoorR.Howlett, III(Londen,1886),bl.264. 2) Politicalpoemsandsongs,ed.Thos.Wright,I(Londen,1859)bl.60. 3) Bl.688,n.l.Cf.bl.712. 4) ..praetereasicutScotorumvtidiximusduplexestlingua,itamoresgeminisunt.Namin nemoribusSeptentrionalibus&montibusaliquinatisunt:hosaltaeterrae:reliquosimaeterrae virosvocamus.ApudexterosprioresScotisyluestres,posterioresdomesticivocantur:lingua Hibernicapriorescommunitervtuntur:Anglicanaposteriores(IoannesMaior,HistoriaMajoris o Britanniae,Parijs,1521,bl.xv,v ). ..Scotiquimeridionalemincoluntpartemmultomeliorem,benèmoratisunt,&uthumaniores linguautunturAnglica...Alteramaquilonaremacmontosamtenetgenushominumlonge durissimumacasperum,quiSylvestresdicuntur...OmnesHybernicèloquuntur..(Polydorus Vergilius,HistoriaAngliae,Londen,1534;ed.Lugd.Bat.1649,bl.14). ..AlialinguainhacinsulaestScotorumsyluestriumatqueinsulanorum,&haecesthybernica. ScotiueromansuetioresutunturlinguaAnglicana(SebastianusMunsterus,Cosmographia Universalis,Bazel,1554,bl.46). ..Inthenorthpartoftheregion,wherethewildScots,otherwisecalledtheRedshanks,or roughfootedScots...dooinhabit,theyspeakegoodIrishwhichtheycallGachtlet[sic](Raphael Holinshed,Chronicles,Londen,1577;ed.1807-8,I,bl.25). ..Quinta[matrix]HirlandicacuiusparsquaehodieinusuScotisSiluestribus(J.J.Scaliger, DiatribaedeEuropaeorumlinguis,inOpusculavaria,Parijs,1610,bl.121). ..thefifth[primeormotherlanguage]istheIrish,whichthewildeScotsalsospeake(vertaling vanScaliger'sverhandelingdoorEdw.BrerewoodinzijnEnquiriestouchingthediversityof languages,andreligions,Londen,1635,bl.201). TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 7 diewildeScottenbij ons ingevoerd heeft1). Thanstenslotte,nadewildeEngelschen,WelshmenenSchotten,de‘wildeIeren’. Dezeverbinding,deeenige,diezichtothedengehandhaafdheeft,isvanjongeren datum, hetgeen geen verwondering zal wekken als men bedenkt dat het na de eerste invasie (vanaf 1169) twee eeuwen geduurd heeft alvorens een Engelsche koning zich opnieuw persoonlijk met de Iersche zaken heeft bezig gehouden. De eerste, welke daartoe weer overging, was Richard II, die in 1394/5 en 1399 tegen de onafhankelijke vorsten een tweetal expedities ondernam, waarvan de laatste hem troon en leven zou kosten, immers, whylehewerridbewest OnthewildeYrisshe, Henrri2)wasentrid Ontheesthalf3). Te recht vermoedt Snyder dat deze uitdrukking reeds voor 1399 gebruikelijk was (bl. 713): er bestaat een voorbeeld van uit den tijd van den eersten veldtocht. Uit zijngoedestadDevelyn(Dublin,Mnl.Duvelingen)brengtRichardaanzijnbroeder, sten denhertogvanYork,regentvanhetkoninkrijkinzijnafwezigheid,den1 Februari 1395verslaguitoverdenstaat,waarinhijIerlandgevondenheeft.Hijonderscheidt daarin drie bevolkingsgroepen: de inheemsche Gaelen, die zijn gezag 1) de Stoett,Nederl.spreekwoorden,4 ed.,I(Zutphen,1923),bl.382,naarMnl.Wbk.,VII.,bl. 689.(Deplaatsaanduidingisdaaronvolledig!) 2) DedoorRichardverbannenHenryBolingbroke,sedert1399koningHendrikIV. 3) SongonthedepositionofRichardII(Politicalsongs,I,bl.369). TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 8 nieterkennen;deafstammelingenderNormandischeveroveraarsinhetbinnenland, die inmiddels vrijwel geheel aan de overwonnenen geassimileerd zijn - dit zijn de zoogenaamde ‘Hibernicis hiberniores’, tegen wier hoogverraderlijke levenswijze de (aanneming van Iersche taal, kleedij, recht) in de 14 eeuw herhaaldelijk geprotesteerd wordt -; en de loyale Engelsche bewoners van het reeds voor de verovering door de Noormannen gegermanizeerde Dublin, Waterford en de verbindendekuststreek(de‘EnglishPale’):‘ennostreterreDirlandsonttroismaners des gentz. cestassavoirIrroissavagesnozenemis.IrroixrebelxetEngleis obeissantz’1). Van slechts enkele jaren later (1401) dateert een in deNED. geciteerde plaats, waarindeLatijnscheglosseaanelkentwijfelaandeoorspronkelijkebeteekenisvan hetadjectiefeeneindemaakt:‘SiNicholausHogononacapellanuspersuggestionem quodipsefuitWildehirissheman(Hibernicusetinimicusnoster)inprisona...detentus existat...’2). Nadatdeuitdrukking,waarvanwijdrievoorbeeldenbinnenzesjarentijdsvonden, eenmaalingeburgerdwas,verdweenzijnietmeeruithetspraakgebruik.Hetschijnt overbodig uit het volgende tijdvak (1400-1550) nog talrijke Engelsche plaatsen te citeeren, bijv. uit het hoofdstuk Ierland van het merkwaardige tractaat over handelspolitiek,TheLibelofEnglishPolicy(1436), dat in de volgende eeuw door opneming in Hakluyt's vermaardeNavigationsetc.oftheEnglishNation3) groote verbreidingheeftgekregen.Vanmeerbelangvooronsdoelisechterdemededeeling vanAndrewBoordeinzijnhumoristischebeschrijvingvantalvanlandenvanEuropa en daarbuiten: Irland... is in the west parte of the world, & is deuyded 1) AfgedruktinProceedingsandordinancesofthePrivyCouncilofEngland,ed.HarrisNicolas, I(1834),bl.56.ZieookEdmundCurtis,RichardIIinIreland,1394-1395(Oxford,1927),bl. 25,35. 2) NewEnglishDictionary,X,bl.123,s.v.wild(AIII16). 3) ed.Londen,1599,I,bl.199-201. TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53 9 in II. partes. one istheEngly[sh]pale, & the other,thewyldIrysh... The people of the Englyshe pale be metely wel manerd, vsing the English tunge;butnaturallytheybetesty,speciallyyftheybevexed;yettherebe manywelldisposedpeople,aswelintheEnglyshpaleasinthewylde Iryshe,&vertuouscreatures, whan grace worketh aboue nature. The other parte of Irland is calledthewildeIrysh, and the Redshankes1) be among them...2). Dezeplaatsisinverschillendeopzichtenmerkwaardig.DetoestandinIerlandis blijkbaar vereenvoudigd doordat de oorspronkelijk Normandische baronnen thans zoo volledig in de Gaelische bevolking zijn opgegaan (‘verwilderd’), dat er geen aanleiding meer bestaat om naast de English-Irish in de Pale nog onderscheid tusschen‘wilde’en‘rebelsche’Ierentemaken.Nogaltijdisdeuitdrukkinguitsluitend een politieke en vooral ethno-geografische term: vermoedelijk onder invloed van het klassieke spraakgebruik wordt met den volksnaam in het meervoud het land aangeduid. De opvatting van ‘wild’ in ongunstigen zin is nog steeds niet geheel doorgedrongen,alisdegeestvandithoofdstukvanBoordeonmiskenbaarironisch. Trouwens, zelfs in den tijd tusschen 1550 en 1650, de periode van de volledige verovering en de bloedig onderdrukte opstanden, waarin de stemming jegens de Ieren steeds meer verbittert, overweegt nog lang het oorspronkelijk gebruik. Wij vindenditbijv.zelfsbijFynesMoryson,eendergiftigsteEngelscheschrijversover dit land: ‘This Ireland, according to the inhabitants, is divided into two parts, - the wildIrishandtheEnglish-IrishlivingintheEnglishPale’3).Dikwijlswisselthetadjectief ook af met het neutrale woordmere<merus. Bijdittraditioneelegebruiknuvandenterminethnogeografischenzinsluitende Nederlandsche schrijvers zich vol- 1) DeSchotscheimmigranteninUlster. 2) TheFyrstBokeoftheIntroductionofKnowledge(Londen,1547?);ed.F.J.Furnivall (Londen,1870),bl.132. 3) Itinerary(Londen,1617);hiernaardengedeeltelijkenengemodernizeerdenherdrukbijHenry Morley,IrelandunderElizabethandJamestheFirst(Londen,1890),bl.413. TijdschriftvoorNederlandseTaal-enLetterkunde.Jaargang53

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.