Sustainability - oriented project appraisal for developing countries

292 Pages·2010·16.56 MB·English

STELLINGEN
1 Om het streven naar duurzame ontwikkeling op projectniveau vorm te
kunnen geven, is het noodzakelijk naast doelmatigheid en (intratemporele)
verdeling, ecologische duurzaamheid als (hoofd)toetsingscriterium te
beschouwen.
2 Het sterk toegenomen belang dat beleidsmakers aan milieuaspecten van
ontwikkelingsprojecten toekennen, moet leiden tot aanpassingen in de keuze
van beoordelingstechnieken. De nu beschikbare handboeken op dit terrein
zijn toe aan een grondige herziening omdat zij het gebruik van kosten-baten
analyse (KBA) centraal stellen, terwijl een gecombineerde toepassing van
KBA en multi-criteria analyse (MCA) de richtlijn zou moeten zijn.
3 De vraag of toepassing van KBA een nuttige bijdrage kan leveren aan de
besluitvorming over een ontwikkelingsproject, hangt in sterke mate af van de
doelstellingen van beleidsmakers, het belang van een project voor andere
groepen in de maatschappij, en de beschikbare informatie over criteriascores
in fysieke en monetaire termen.
4 De samenstelling van een multi-disciplinair onderzoeksteam is een
noodzakelijke maar onvoldoende voorwaarde voor toepassing van het
systeem van op duurzaamheid gerichte projectbeoordeling. Een tweede, in de
praktijk vaak onvervulde voorwaarde is de beschikbaarheid van een
methodologisch raamwerk waarbinnen de verschillende specialisten kunnen
en willen samenwerken.
5 Een zinvolle vorm van ontwikkelingssamenwerking bestaat uit de
verstrekking van fondsen voor op korte termijn financieel onrendabele, maar
economisch en ecologisch wenselijke activiteiten.
6 Zowel economische als ecologische argumenten pleiten tegen de aanleg van
een spaarbekken in het huidige Lake Burullus (Egypte).
7 De vraag of het "bilaterale ontwikkelingscontract" een haalbare en wenselijke
constructie vormt, zal slechts in beperkte mate beantwoord worden via de
door het Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS) opgezette
experimenten met de in geografisch en economisch opzicht kleine landen
Benin, Costa Rica en Bhutan. Landen als Nigeria, Brazilië en India zouden in
dat opzicht aanzienlijk interessanter zijn geweest.
8 Het wegen van diverse welzijnsaspecten voor een land door middel van een
multi-dimensionele maatstaf, zoals de door het UNDP ontwikkelde Human
Development Indicator, verdient de voorkeur boven het herleiden van alle
aspecten op één noemer, namelijk geld.
9 Bij een correcte toepassing staat de zogeheten O-toets van het DGIS op
gespannen voet met de wens het jaarlijkse budget voor het eind van het jaar
volledig te besteden.
10 Zonder onderzoek naar "fungibiliteit" is het onmogelijk de effectiviteit en
doelmatigheid van ontwikkelingshulp te bepalen.
11 Naast AIO's en OIO's zouden Docenten In Opleiding (DIO's) geïntroduceerd
moeten worden ter onderstreping van het belang van kwaliteitsverhoging van
het universitaire onderwijs.
12 De financiële draagkracht van een organisatie die zich met een vraag tot een
Wetenschapswinkel wendt, zou een criterium moeten zijn voor de bepaling
van de bijdrage van die organisatie aan de onderzoekskosten, in plaats van
een toetssteen voor de beslissing de vraag al dan niet in behandeling te
nemen.
13 Waar boetes onvoldoende helpen, is de al dan niet tijdelijke montage van een
snelheidsbeperker in de auto een doelgerichte en doeltreffende sanctie voor
automobilisten die regelmatig betrapt worden op snelheidsovertredingen.
14 Mensen die zich bij hun buren beklagen over geluidsoverlast wordt vaak
verweten dat zij overgevoelig voor geluid zijn, terwijl mét even veel recht
gesteld kan worden dat de veroorzakers van geluid bang voor stilte zijn.
15 Omdat buitenlandse reizen sterk bijdragen aan vergroting van zelfkennis en
kennis van de eigen cultuur, zijn recente pleidooien om het vliegen terug te
dringen te betreuren.
16 Omdat veel luchtvaartmaatschappijen vegetarisch als veganistisch
interpreteren, blijven veel lacto-vegetarische reizigers tot hun ongenoegen
verstoken van hoofdelementen in hun menu als boter, kaas en eieren.
Michiel J.F. van Pelt
Stellingen bij het proefschrift
Sustainability-oriented project appraisal for developing countries
Wageningen, 9 juni 1993
MICHIEL J.F. VAN PELT
SUSTAINABILITY-ORIENTED
PROJECT APPRAISAL
FOR DEVELOPING COUNTRIES
0000 0513 6367
Promotoren: dr A. Kuyvenhoven
hoogleraar Agrarische Ontwikkelingseconomie
Landbouwuniversiteit Wageningen
dr P. Nijkamp
hoogleraar Regionale Economie
Vrije Universiteit Amsterdam
MICHIEL J.F. VAN PELT
SUSTAINABILITY-ORIENTED
PROJECT APPRAISAL
FOR DEVELOPING COUNTRIES
PROEFSCHRIFT
ter verkrijging van de graad van
doctor in de landbouw- en milieuwetenschappen
op gezag van de rector magnificus,
dr H.C. van der Plas,
in het openbaar te verdedigen
op woensdag 9 juni 1993
des namiddags te half twee in de Aula
van de Landbouwuniversiteit te Wagerdngen
This study was sponsored by the Economics Research Foundation (ECOZOEK),
which is part of the Netherlands Organization for Scientific Research (NWO).
Project number: 450-230-010.
OP-DATA KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Pelt, Michiel J.F. van
Sustainabuity-oriented project appraisal for developing countries / Michiel J.F.
van Pelt. -[S.l. : s.n.].
Thesis Wageningen - With ref. - With summary in Dutch.
ISBN 90-5485-118-X
Subject headings: environment; developing countries
IS1BLIOTHEEK5
CANDBOUWUNIVERSnSQI
WAGENINGEN
® copyright 1993 by Michiel J.F. van Pelt, Rotterdam
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form
by print, photoprint, microfilm or by any other means without written permissi
on from the author.
CONTENTS
Page
ACKNOWLEDGEMENTS iv
1. SCOPE AND AIM OF THE STUDY
1.1 Sustainable development, project appraisal
and developing countries 1
1.2 Subject and approach 5
1.3 New elements and limitations of the study 9
1.4 Structure and outline H
PART A: THEORETICAL AND CONCEPTUAL FRAMEWORK
2. SUSTAINABLE DEVELOPMENT: BASIC CONCEPTS
AND THE POSITION OF DEVELOPING COUNTRIES
2.1 Introduction 20
2.2 Environment and development 21
2.3 Ecologically sustainable development 26
2.4 Sustainable development in developing countries 29
2.5 Sustainable development and space:
towards the project level 33
2.6 Conclusions 35
3. PROJECT APPRAISAL PHASES AND METHODS: AN OVERVIEW
3.1 Introduction 37
3.2 The decision-making framework 41
3.3 Impact assessment 50
3.4 Evaluation 57
3.5 Selecting a method 59
4. SUSTAIN ABILITY ISSUES IN THE DECISION-MAKING FRAMEWORK
4.1 Introduction 66
4.2 Environment and the choice of alternatives 67
4.3 The scope of efficiency and equity 68
4.4 Theoretical aspects of the sustainability criterion 70
4.5 Fundamental interpretations of sustainability 78
4.6 Weighting efficiency, equity and sustainability 88
4.7 Conclusions 92
5. IMPACT ASSESSMENT: ENVIRONMENT AND SUSTAINABILITY
5.1 Introduction 94
5.2 Ecology and economy in a project setting 95
5.3 Environmental impact assessment 107
5.4 The sustainability score of project alternatives 110
5.5 Constraint-satisfying activities: sustainability 113
5.6 Conclusions US
-ii-
Page
6. IMPACT ASSESSMENT: EFFICIENCY AND EQUITY
6.1 Introduction 117
6.2 Economic CBA: the valuation of environmental effects 119
6.3 Economic CBA: discounting 132
6.4 Economic CBA: risk and uncertainty 142
6.5 Efficiency scores under mixed-data availability 143
6.6 Assessing (infratemporal) equity 145
6.7 Constraint-satisfying activities: efficiency and equity 149
6.8 Conclusions 150
7. INTEGRATED EVALUATION
7.1 Introduction 152
7.2 The CBA approach 153
7.3 The MCA approach 156
7.4 Conclusions 161
PART B: TOWARDS APPLICATION OF
SUSTAINABAJTY-ORIENTED PROJECT APPRAISAL
8. INTRODUCTION TO PART B: TOWARDS APPLICATION 163
9. CASE STUDY: FORESTRY AND ENVIRONMENTAL
PROTECTION PROGRAMME, COLOMBIA
9.1 Background and organisation 166
9.2 Project components and alternatives 166
9.3 Agents and criteria 168
9.4 The project setting 169
9.5 Impact assessment 170
9.6 Efficiency: cost-benefit analysis 182
9.7 Integrated evaluation: multi-criteria analysis 184
9.8 Conclusions 188
10. CASE STUDY: SCENARIOS FOR LAKE BURULLUS, EGYPT
10.1 Background and organisation 189
10.2 Project components and alternatives 190
10.3 Agents and criteria 194
10.4 The project setting 195
10.5 Impact assessment 199
10.6 Efficiency: cost-benefit analysis 212
10.7 Integrated evaluation 216
10.8 Conclusions 220
- iii -
Page
11. A PRACTICAL FRAMEWORK FOR APPRAISAL STUDIES
11.1 Introduction 222
11.2 Stage I: Decision-making framework 226
11.3 Stage II: Project setting and project impacts 230
11.4 Stage HI: Score on efficiency criterion
(cost-benefit analysis) 233
11.5 Stage IV: Scores on other key criteria 239
11.6 Stage V: Constraint-satisfying activities 240
11.7 Stage VI: Integrated evaluation
(multi-criteria analysis) 242
11.8 Stage VII: Overall conclusions and
implementation of optimal alternatives 246
11.9 Organisation of appraisal studies 247
12. RETROSPECT AND PROSPECTS
12.1 Lessons learned about sustainability-oriented
project appraisal 249
12.2 The validity of the framework 252
12.3 Limitations of the framework and suggestions
for further research 254
REFERENCES 257
SAMENVATTING PUTCH SUMMARY) 267
ABSTRACT 275
CURRICULUM VTTAE 276
-iv-
ACKNOWLEDGEMENTS
During the preparation of this study I benefited greatly from the support and
constructive criticism of my supervisors Arie Kuyvenhoven and Peter Nijkamp.
They also persuaded me to complete this study at a moment when I had other
intentions. I am indebted to a number of other people who commented upon
drafts over the past four years, including numerous colleagues at the Netherlands
Economic Institute (NEI) and the Department of Development Economics of the
Wageningen Agricultural University.
Particularly in the final phase of the study very helpful secretarial support
was provided by Annechien Halting, Barbara Nieuwland and others at the NEI,
and Hilda Biemold in Wageningen. Finalizing the study was furthermore highly
facilitated by my new colleagues of the Research Exchange Centre at the Erasmus
University, at the expense of their own workload.
The two cases presented in this study are reflections of assignments I carried
out in Egypt and Colombia, on behalf of the Dutch Directorate-General for
International Co-operation and an international agency, respectively. I highly
appreciate their permission to use the mission reports in my PhD study.
Moreover, I would like to thank the other members of the appraisal teams, who
made the application of my theoretical approach possible.
This study was not the only factor that caused turbulency in my life during
the last four years. I am grateful for the warmth and support relatives and friends
have given me in that period.
Rotterdam, April 1992