UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 – 2015 Substantiële vertegenwoordiging van alleenstaande vrouwen in buitenparlementaire arena’s Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Bestuurskunde en Publiek Management Maxime Lampaert onder leiding van Prof. Bram Wauters en Anke Schoutede UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2014 – 2015 Substantiële vertegenwoordiging van alleenstaande vrouwen in buitenparlementaire arena’s Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Bestuurskunde en Publiek Management Maxime Lampaert onder leiding van Prof. Bram Wauters en Anke Schoutede PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Naam student: Maxime Lampaert Woord vooraf Na een periode van vier jaar is deze masterproef het sluitstuk van mijn carrière als student Bestuurskunde en Publiek Management. Daarom wil ik graag eerst een aantal mensen bedanken die mij in dit proces gesteund hebben en ervoor gezorgd hebben dat ik deze periode tot een goed einde heb gebracht. In de eerste plaats wil ik vooral mijn ouders bedanken, niet alleen omdat ze mij de kans gegeven hebben om te studeren en te blijven geloven in mij maar ook om mij te steunen als ik het even niet meer zag zitten. Examens, deadlines, groepswerken… zij hebben mij geholpen het allemaal te relativeren en op tijd een adempauze in te lassen, ook tijdens de laatste maanden. Zij geloofden meer in mij dan wie dan ook en hebben mij meer dan eens opgemonterd. Daarnaast mag ik zeker niet vergeten mijn medestudenten te bedanken. De ettelijke uren die we samen hebben gespendeerd hebben ervoor gezorgd dat mijn studententijd duizenden goede herinneringen telt. In het bijzonder wil ik Leen, Margot, Mathias, Jana en Joyce bedanken voor het laatste jaar, dankzij hen werden de pauzes net iets aangenamer en had ik ook altijd iemand om bij te ventileren. Tot de laatste stap zullen zij diegene zijn waar ik het meest op heb gesteund. Als laatste wil ik de vrienden bedanken die nooit het geloof in mij zijn verloren en die mij keer op keer de peptalk gaven die ik nodig had. Het plezier dat ik met hen heb gehad en hun steun zijn van onschatbare waarde geweest tijdens mijn studententijd. In het bijzonder aan Sofie, Esther en Sophie: bedankt! Inhoudstafel Woord vooraf ............................................................................................................................ II Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Hoofdstuk 1: theoretisch kader .................................................................................................. 3 1.1. Vertegenwoordiging in al zijn facetten ....................................................................... 3 1.1.1. Formele dimensie van vertegenwoordiging ......................................................... 4 1.1.2. Descriptieve dimensie van vertegenwoordiging .................................................. 4 1.1.3. Substantiële dimensie van vertegenwoordiging ................................................... 5 1.1.4. Tekortkomingen in de dimensionele verdeling van vertegenwoordiging ............ 6 1.1.5. Relaties tussen de verschillende dimensies van vertegenwoordiging .................. 9 1.1.6. Waarom vertegenwoordiging? ........................................................................... 11 1.2. Michael Saward, een nieuwe visie op een eeuwenoud begrip (2010) ....................... 14 1.2.1. Afstand van de conventionele en gekende standaarden .......................................... 14 1.2.2. De representatieve claim: duiding bij het concept ............................................. 16 1.2.3. De keerzijde van de representative claim .......................................................... 18 1.2.4. Michael Saward, conclusie ................................................................................. 19 1.3. Intersectionaliteit ....................................................................................................... 21 1.3.1. Situering begrip .................................................................................................. 21 1.3.2. Politiek framework van een minderheidsgroep .................................................. 25 1.4. Dé single bestaat niet – afbakening onderzoekseenheid ........................................... 26 Hoofdstuk 2: empirisch onderzoek........................................................................................... 29 2.1. Methodologie ............................................................................................................. 29 2.1.1. Probleemstelling ................................................................................................. 29 2.2.2. Doelstelling ........................................................................................................ 29 2.2. Analyse en resultaten ................................................................................................. 32 2.2.1. Dataverzameling ................................................................................................. 32 2.2.2. Dataververwerking ............................................................................................. 33 2.2.3. Analyse van de data ............................................................................................ 36 Conclusie .................................................................................................................................. 47 Bibliografie ............................................................................................................................... 48 Bijlagen ...................................................................................................................................... 1 Inleiding Alleenstaande vrouwen maken een steeds groter wordende groep uit van onze samenleving. Onderzoek van het Planbureau toont aan dat in 2060 het aantal alleenstaanden in België met maar liefst vijftig procent zal stijgen (Aantal alleenstaanden stijgt met 50 procent tegen 2060, 2015). Deze prognose verbaasde mij. Bij de keuze van het onderwerp voor mijn eindwerk heb ik daarom besloten in te gaan op de vertegenwoordiging van deze groep. In deze masterproef zal in de eerste plaats onderzoek gedaan worden naar belangenvertegenwoordiging in het algemeen. Wie vertegenwoordigt de belangen van bepaalde doelgroepen en op welke manier komt dit tot uiting? Het gaat hierbij om substantiële vertegenwoordiging buiten het parlement. Het gaat dus om substantiële vertegenwoordig buiten de politieke besluitvorming. (Celis, Meier, & Wauters, 2010). Wie je bent heeft invloed op wat je belangrijk vindt en in deze masterproef kijken we naar de maatschappelijke thema’s die in de media naar voren komen en die belangrijk worden geacht voor alleenstaande vrouwen. De media kan een invloed hebben op de politieke besluitvorming door het naar buiten brengen van die verschillende belangen. Het is bij dit onderzoek dus vooral de bedoeling om te duiden met welke grote thematische problemen alleenstaande vrouwen te maken krijgen. Er wordt nagegaan wie dit naar voren brengt in de media, meer specifiek in de geschreven pers. Opbouw van de masterproef Eerst is het belangrijk te starten met een grondige literatuurstudie om te onderzoeken welke theorieën van belang zijn. Op basis van literatuuronderzoek wordt een beeld geschetst van hoe die belangenbehartiging in elkaar zit en hoe dit ook voor andere sociale groepen wordt aangepakt (Saward, 2006). Er wordt dus met een deductieve onderzoeksopzet gewerkt. Wanneer dit theoretisch kader is gevormd is het de bedoeling om te achterhalen waar en hoe die alleenstaande vrouwen aan bod komen in het maatschappelijk debat. Deze vertegenwoordiging kan via gekozen vertegenwoordigers plaatsvinden, maar daarnaast zijn er allerlei niet-gekozen actoren in het publieke debat te vinden die claimen bepaalde groepen burgers te vertegenwoordigen (van de Bovenkamp & Vollaard, 2014). De media is daarbij zoals gezegd een zeer goede ‘meter’ van vertegenwoordiging en de geschreven pers is een toegankelijke bron om de analyse op uit te voeren. Deze buitenparlementaire arena is het meest zichtbaar en kan op een zeer open manier benaderd worden. We maken daarom gebruik van de online database GoPress en gebruiken de zoektermen ‘alleenstaande vrouwen’ om te zoeken naar de vertegenwoordigende actoren die deze minderheidsgroep in de kijker stellen. Hoofdstuk 1: theoretisch kader In het eerste hoofdstuk van deze masterproef wordt het theoretisch kader van wat vertegenwoordiging precies inhoudt. De bedoeling is om hier een concrete context te bieden die de theoretische concepten kadert waarop later de inhoudelijke analyse gebaseerd zal worden. We hanteren daarom met het zogenaamde trechtermodel1. Hierbij wordt eerst breed uitgewerkt wat nu precies het concept vertegenwoordiging inhoudt, daarna wordt gekeken naar nieuwe inzichten omtrent deze thematiek om het uiteindelijk toe te spitsen op de eigen onderzoeksvraag en een conclusie te formuleren in verband met de substantiële vertegenwoordiging van alleenstaande vrouwen in buitenparlementaire arena’s. Zo wordt een coherent geheel gevormd die als basis dient om in deze masterproef een antwoord te bieden op de vragen die omtrent deze problematiek nog worden gesteld. 1.1. Vertegenwoordiging in al zijn facetten Het begrip vertegenwoordiging is een gecontesteerd begrip dat al door vele onderzoekers op verschillende manieren is benaderd. In dit deel van de masterproef bespreken we daarom eerst wat het concept vertegenwoordiging nu precies in houdt. Vaak wordt het werk van Hanna Pitkin, The concept of Representation (Pitkin H. , 1967) als theoretische basis gebruikt voor deze wetenschappelijke bijdragen. Het boek wordt sinds 1967 beschouwd als basiswerk voor alles wat met vertegenwoordiging binnen het politiek kader heeft te maken. Volgens dit dominante model is het binnen de vertegenwoordiging vooral de bedoeling om aandacht te vestigen op de personen of de zaken die afwezig zijn, via een tussenpersoon. De tussenpersoon wordt hierbij de ‘agent’ genoemd en de afwezige burgers vormen de ‘principal’. De mate waarin de persoon, groep, organisatie of instelling door de tussenschakel kan naar voor worden gebracht, wordt de representativiteit van de principal genoemd. De vertegenwoordiger kan zowel een persoon, een groep, een organisatie of een instelling zijn en de mate waarin deze actoren erin slagen om het afwezige aanwezig te stellen benoemen we hier als de representativiteit (Celis, Meier, & Wauters, 2010). Deze definities zijn natuurlijk niet volledig en roepen vele vragen op. Voorbeelden van vragen kunnen zijn: waarom zijn bepaalde actoren dan representatief en andere niet. Wat houdt die vertegenwoordiging allemaal in en wat zijn de acties die ervoor zorgen dat de vertegenwoordiger zijn rol goed invult? Wat houdt met andere woorden het vertengwoordiger-zijn in? (Celis, Meier, & Wauters, 2010) Een antwoord op deze vragen 1 (Hoogers, 2015) geeft Pitkin door gebruik te maken van verschillende dimensies van vertegenwoordiging. We onderscheiden drie vormen, de formele, de descriptieve en de substantiële dimensie van vertegenwoordiging. De titel van deze thesis verraadt al dat we uiteindelijk gebruik gaan maken van de laatste dimensie. In de volgende punten wordt evenwel geschetst wat elk van deze dimensies precies inhoudt. Vervolgens wordt ingegaan op de tekortkomingen die deze dimensies ontegensprekelijk vertonen en op de onderlinge relatie tussen deze verschillende vormen van vertegenwoordiging. 1.1.1. Formele dimensie van vertegenwoordiging De formele dimensie van vertegenwoordiging ontstaat doordat de vertegenwoordigde en de vertegenwoordiger van deze vertegenwoordigde een overeenkomst afsluiten. Op die manier geeft de vertegenwoordigde de toestemming aan de vertegenwoordiger om via een formele handeling namens hem te spreken. Achteraf kan de vertegenwoordigde ook zijn ongenoegen uiten en de vertegenwoordiger ter verantwoording roepen en daarbij eventueel een einde maken aan de overeenkomst. De binding tussen deze twee partijen is dan ook de formele kan van deze dimensie. Deze is beperkt in omvang en tijd en de start en het einde liggen vast. Het gaat hierbij dus om verkiezingen waarbij de focus ligt op het aanduiden van de vertegenwoordigers en de informatie die aan deze vertegenwoordigers wordt gegeven in verband met de behoeften en verlangens van zijn achterban. Belangrijk binnen deze dimensie is dan ook het geheel van verkiezingsregels en –technieken. Zo kan het aanduiden van de vertegenwoordigers en het verschaffen van informatie over de voorkeuren van de vertegenwoordigde geregeld worden: ingebracht door de kiezers (input) en de uiteindelijke uitkomst van de verkiezingen (output) wordt op die manier duidelijk. Concreet gaat het hier dan onder meer over mate waarin de burger actief of passief kiesrecht heeft. Regels, structuren en verkiezingen zijn natuurlijk niet het enige facet van vertegenwoordiging maar er moet zeker ook rekening mee gehouden worden (Celis, Meier, & Wauters, 2010). 1.1.2. Descriptieve dimensie van vertegenwoordiging Deze formele duiding is uiteraard nog niet voldoende en wordt aangevuld in de tweede dimensie, met name de de descriptieve vertegenwoordiging. In deze tweede dimensie wordt de aandacht vooral gevestigd op wie de vertegenwoordigers nu precies zijn en waar ze precies voor staan. Hierbij wordt benadrukt wat de representatieve samenstelling is van verschillende politieke arena’s, zoals de gemeenteraad of het parlement. Kenmerken die hierbij van tel kunnen zijn, zijn gender, seksuele oriëntatie, etnische herkomst... Descriptieve vertegenwoordiging is dus voornamelijk gebaseerd op de eigenschappen van de verkozenen.
Description: