Description:‘Zeven van ons, of ten minste zeven, hebben dezelfde vrouw van voor haar geboorte tot na haar dood in het hart gedragen.
[....] Over haar dood heen, want mensen sterven pas werkelijk als niemand meer aan ze denkt.’
Zo begint het indrukwekkende verhaal van het meisje Krotoa, dat bij de familie van Jan van Riebeeck op de kinderen komt passen. Toen de VOC voor het eerst naar de Zuid-Afrikaanse Kaap kwam was het dit Khoi-kind dat als enige vriendschap met de blanken sloot. Zij pikte snel de taal op en werd tolk voor de Hollanders. Van Riebeeck krijgt het gezag over de Kaap en raakt steeds meer gecharmeerd van Krotoa. Hij neemt haar zelfs op in zijn gezin, waar ze Eva wordt genoemd. Met het verlies van haar naam lijkt echter ook de band met haar eigen mensen te verdwijnen. Jaren later trouwt Eva met een Deense chirurgijn en hun dochtertje wordt de eerste halfbloed van de Kaap.