Staat van de Europese Unie 2015; Brief regering; Reactie op de aangenomen motie van de leden Verhoeven en Grashoff over de positie die Nederland inneemt over Passenger Name Records

0.04 MB·Dutch

by  Nederlandse overheid

2
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2015–2016
34 166 Staat van de Europese Unie 2015
32 317 JBZ-Raad
Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2016
Met deze brief ga ik in op motie met Kamerstuk 34 166, nr. 33 ingediend
door de leden Verhoeven (D66) en Grashoff (SP) tijdens het debat over de
Staat van de Europese Unie op 7 december 2015 en aangenomen tijdens
de vergadering van 15 december 2015. In deze motie wordt de Minister
van Veiligheid en Justitie verzocht de Kamer te informeren over de positie
die Nederland heeft ingenomen in de Raad over Passenger Name Records
en de Kamer altijd expliciet te informeren over de Nederlandse positie in
de Raad voorafgaande aan instemming met een voorstel.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deze motie tijdens het debat
over de Staat van de Unie ontraden en daarbij verwezen naar de brief die
uw Kamer van mij zou ontvangen. Deze brief over de laatste stand van
zaken voortgang van de besluitvorming en de belangrijkste inhoudelijke
thema’s waar een compromis op is bereikt, heeft uw Kamer ontvangen op
14 december 2015.1 In deze brief ben ik ingegaan op de stappen die zijn
gezet in het proces van de besluitvorming en welke positie Nederland op
welk moment daarin heeft ingenomen. Tijdens het algemeen overleg van
2 december 2015 ter voorbereiding van de JBZ Raad van 3 en 4 december
2015 is ook uitvoerig gesproken over de op dat moment laatste stand van
zaken en een aantal inhoudelijke zaken. Deze worden ook benoemd in
laatst genoemde brief. Het verslag van dit algemeen overleg en de JBZ
Raad zelf heeft uw Kamer ontvangen.2 Gelet op de reguliere afspraak uw
Kamer te informeren over de voortgang van het besluitvormingsproces
ben ik dan ook van mening daar op deze wijze voldoende invulling aan te
hebben geven.
1 Kamerstuk 32 669, nr. O; Kamerstuk 32 317, nr. 375.
2 Kamerstuk 32 317, nr. FP.

kst-34166-42
ISSN 0921 - 7371
’s-Gravenhage 2016 Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 166, nr. 42 1
Tevens heb ik goede nota genomen van de wens van uw Kamer altijd
expliciet te worden geïnformeerd over de Nederlandse positie in de Raad
voorafgaande aan instemming met een voorstel. Daarmee zal ik ook in de
toekomst rekening blijven houden.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 166, nr. 42 2