Sheila wordt op vierjarige leeftijd door haar moeder in de steek gelaten en mishandeld door haar drugsverslaafde vader en zijn vrienden. Op haar veertiende is Sheila een wild en emotioneel gestoord meisje. Iedereen denkt dat zij voor altijd verloren is.
De achtjarige Jadie zit opgesloten in een nachtmerrie van verdriet, angst en eenzaamheid waardoor ze nooit praat, lacht of huilt. Torey Hayden geeft les aan een klasje met ernstig gedragsgestoorde kinderen, waaronder Jadie en Sheila. Met oneindig veel geduld en inlevingsvermogen probeert zij de twee meisjes te helpen.
Het boek is een bundel van twee verhalen over twee meisjes met gedragsstoornissen. De achterflap van het boek komt over als een al zelfverheerlijking van de auteur. Alleen zij leert immers als enige de ware aard van de meisjes kennen. In het verhaal komt dit gelukkig niet meer terug.