Reeds als knaap van veertien jaar ontpopte zich de jonge Leslie Baxter uit Taos in de staat New Mexico als een wonderschutter. Op het scherpschuttersfeest trof hij evenals de beroemde Zwarte Tim zes maal de roos.
Schotse Leslie, zoals hij in het stadje werd genoemd, was een vreemde jongen. Onder goede leiding zou hij waarschijnlijk een bruikbaar mens zijn geworden. Ja, misschien zou hij dan in de rijen van de beroemde G-afdeling van Kolonel Sinclair zijn getreden. Maar Leslie Baxter kwam onder de hoede van Laurenco Howe, de gevaarlijkste en snelste desperado van de staat New Mexico. Onder leiding van deze meedogenloze desperado begint voor de jonge Leslie Baxter een geheel nieuw leven. Al spoedig zijn Laurenco Howe en Leslie Baxter, die door de bevolking de ‘Duivel en zijn Zoon’ worden genoemd, het gevaarlijkste bandietenpaar, dat ooit de staat New Mexico heeft geteisterd. Maar plotseling hoort men niets meer van hen en de bevolking vergeet hen. Maar niet Kolonel Sinclair uit Prescott. Wanneer hij het bericht ontvangt dat een zekere Jonathan Baxter en zijn zoon Leslie Nilas dezelfde zijn als Laurenco Howe en Schotse Leslie.
Sam Brash en Fred Lockh, de beide Onafscheidelijken, slaagden er niet in om hun onderzoek te voltooien. Zij zijn bliksemsnelle Coltmannen, maar nog sneller is de wonderschutter Schotse Leslie. Zwaargewond komen de beide Onafscheidelijken in het ziekenhuis terecht.
Kolonel Sinclair grijpt dan naar zijn laatste troef: Trixi. Zal hij in staat zijn om het onderzoek, dat de Onafscheidelijken begonnen, tot een goed einde te brengen?
Een nieuwe, boeiende roman van Conny Coll, waarin een knaap, zoals er slechts één in de twintig jaar geboren wordt, zich de weg naar de top, het gouverneurschap, op het laatste moment ziet versperd….