Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 Schemes of arrangement Een nuttige herstructureringstechniek voor continentaal-Europese vennootschappen? Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Bart De Groote (studentennr. 01008019) Promotor: Prof. dr. Hans De Wulf Commissaris: dr. Tom Swinnen Voorwoord Dit zullen de laatste woorden zijn dat ik aan een juridische tekst schrijf met het doel om mijn diploma van Master in de Rechten te behalen. Als ik terugdenk aan de afgelopen vijf jaar kan ik niet anders dan deze opleiding met een positief gevoel afsluiten. Daarom zou ik Roxanne, Bram en Jonathan en de rest van mijn medestudenten willen bedanken om deze mooie momenten samen met mij te beleven. Ook wil ik mijn promotor, professor De Wulf, bedanken om mij met raad bij te staan tijdens het schrijven van deze masterproef. Daarnaast wil ik professor Geert Van Calster bedanken om advies in verband met het IPR luik te willen delen met mij. Graag wil ook mijn vrienden en familie bedanken om er altijd voor mij te zijn. In het bijzonder Lien, die zo vriendelijk was om alles na te lezen. Ten slotte zou ik ook mijn vriendin Eva willen bedanken en dit voor verschillende redenen, maar vooral om de fantastische persoon te zijn die zij elke dag is. Bart De Groote i Inhoud Deel I Inleiding ................................................................................................................................. 1 Deel II Schemes of arrangements in Engeland en Wales................................................................... 5 II.1 Schemes of arrangements: algemeen .................................................................................... 5 II.1.1 A compromise or arrangement ...................................................................................... 6 II.1.2 A company ..................................................................................................................... 7 II.2 De procedure ......................................................................................................................... 8 II.2.1 De eerste stap – Aanvragen van vergaderingen ............................................................. 8 II.2.2 De vorming van de klassen voor de vergaderingen ...................................................... 12 II.2.3 Het houden van de vergaderingen ............................................................................... 15 II.2.4 De goedkeuring van de scheme door de rechtbank ..................................................... 16 II.2.5 Scheme of arrangements met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven .................. 19 II.3 Schemes of arrangement met betrekking tot schuldeisers (“schuldenscheme”) ................. 20 II.3.1 Een schuldenscheme .................................................................................................... 20 II.3.2 Een combinatie van een scheme en formele insolventieprocedures ........................... 24 II.3.3 Gebrek aan moratorium ............................................................................................... 27 II.3.4 De company voluntary arrangements (CVA’s) als alternatief ....................................... 28 II.4 Schemes of arrangement bij groepsherstructureringen, fusies en splitsingen van vennootschappen ............................................................................................................................ 34 II.4.1 Algemeen ..................................................................................................................... 34 II.4.2 Het gebruik van schemes voor groepen ....................................................................... 34 II.4.3 Bijkomende vereisten ingevoerd wegens de derde en zesde vennootschapsrichtlijnen ............................................................................................................. 37 II.4.4 Splitsingen en fusies van vennootschappen ................................................................. 37 II.5 Schemes of arrangement in een overname ......................................................................... 39 II.5.1 Algemeen ..................................................................................................................... 39 II.5.2 De overnamescheme ................................................................................................... 40 II.5.3 Schemes of arrangements vs. het klassieke overnamebod .......................................... 41 II.5.4 Schemes of arrangements vs. de “City Code of Takeovers and Mergers” .................... 46 II.5.5 Een verminderde bescherming van de aandeelhouders? ............................................ 46 Deel III Het gebruik van Schemes of Arrangement in de EU............................................................. 51 III.1 Forum shopping bij Engelse rechters ................................................................................... 51 III.2 De jurisdictie van Engelse rechters ...................................................................................... 53 III.2.1 Het begrip van “winding up” (Insolvency Act 1986) ..................................................... 53 III.2.2 De invloed van het Unierecht op de jurisdictie ............................................................ 56 ii III.3 De erkenning van schemes of arrangement in de thuisstaat van de vennootschap ............ 70 III.3.1 Verschillende mogelijkheden tot erkenning ................................................................ 70 III.4 Is het gebruik van een scheme in de EU toelaatbaar? ......................................................... 79 III.5 Conclusie ............................................................................................................................. 81 Deel IV De reden voor grensoverschrijdende schemes en de regulatory Competition die ze veroorzaken......................................................................................................................................... 83 IV.1 Duitsland.............................................................................................................................. 84 IV.1.1 Het oude (stroeve) insolventierecht ............................................................................ 85 IV.1.2 De nieuwe “Gesetz zur weiteren Erleichterung der Sanierung von Unternehmen” .... 86 IV.2 Nederland ............................................................................................................................ 94 IV.2.1 De huidige faillissementswet ....................................................................................... 94 IV.2.2 Voorstellen voor een herijking van het faillissementsrecht ......................................... 96 IV.2.3 Wet Continuïteit Ondernemingen I: De verankering van de Pre-Pack ......................... 97 IV.2.4 Wet Continuïteit Ondernemingen II: De revolutie ....................................................... 99 IV.2.5 Conclusie.................................................................................................................... 104 Deel V Het Belgisch recht .............................................................................................................. 105 V.1 Het ontstaan van de Wet continuïteit ondernemingen ..................................................... 105 V.2 De WCO ............................................................................................................................. 107 V.2.1 Inleidende bepalingen ............................................................................................... 107 V.2.2 Het minnelijk akkoord ................................................................................................ 109 V.2.3 De gerechtelijke reorganisatie ................................................................................... 111 V.2.4 Mogelijkheden voor een pre-pack ............................................................................. 121 V.3 De evaluatie van de WCO .................................................................................................. 122 V.4 Conclusie en toekomst ...................................................................................................... 124 V.4.1 Solvent collectief akkoord .......................................................................................... 124 V.4.2 Zakelijke zekerheden ................................................................................................. 125 V.4.3 Aparte klassen ........................................................................................................... 125 V.4.4 Aandeelhouders ......................................................................................................... 125 V.4.5 Cross-class cramdown................................................................................................ 125 V.4.6 Een herstructurering is geen falen ............................................................................. 126 Deel VI Conclusie ........................................................................................................................... 127 Bibliografie ........................................................................................................................................ 132 Deel I Inleiding 1. In deze masterproef staan Britse “schemes of arrangement” (hierna “scheme(s)”) centraal. Dit is een uiterst veelzijdig herstructureringsmechanisme, dat voorzien wordt door het Engelse (en Welsh) vennootschapsrecht.1 Mijn onderzoek naar de schemes zal proberen een antwoord te geven op de volgende vragen: 1) Wat zijn de toepassingsmogelijkheden voor schemes of arrangements in Engeland en Wales? 2) Hoe besluit een Engelse rechter tot rechtsmacht (gelet op de Europese verordeningen) en bedreigen toekomstige evoluties deze macht? 3) Is er een verklaring voor het forum-shoppen bij de Engelse rechter door continentaal- Europese vennootschappen? 4) Treden de wetgevers van de continentaal-Europese landen op om forum-shopping tegen te gaan? 5) Moet de Belgische Wet Continuïteit Ondernemingen (WCO) lessen trekken uit de schemes? 2. In Deel II zal een overzicht worden gegeven van het gebruik van schemes in Engeland. Zo kan men ze gebruiken voor ondermeer: fusies, splitsingen, acquisities van ondernemingen en herstructureringen. Daarnaast lenen zij er zich ook toe om overnames uit te voeren.2 In essentie is een scheme een akkoord dat gesloten wordt tussen de vennootschap enerzijds en de schuldeisers en aandeelhouders (of een klasse van deze) anderzijds.3 Een bijzonderheid van schemes is dat zij zich in een solvente (=solvent schemes) en insolvente (=Insolvent schemes) context kunnen situeren.4 Schemes zijn echter niet het enige herstructureringsmechanisme waarover de Engelse vennootschappen bezitten. Zij kunnen ook gebruik maken van de Company Voluntary Act (CVA), dit alternatief zal kort met de schemes vergeleken worden.5 Voorts kunnen schemes ook plaatsvinden binnen een insolventieprocedure, zoals de Engelse “administration”.6 1 Part 26 Arrangements and reconstructions, Companies Act 2006 (hierna “CA06”) 2 Zie J. PAYNE, “Cross-Border Schemes of Arrangement and Forum Shopping”, Oxford Legal Studies Research Paper 2013, nr. 68, http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2277451. (hierna “J. PAYNE, “Cross- Border Schemes of Arrangement and Forum Shopping””). 3 C. MALLON en S. WAISMAN,(eds.), The law and practice of restructuring in the UK and US, Oxford, Oxford University Press, 2011, 117; J. PAYNE, “Cross-Border Schemes of Arrangement and Forum Shopping, 1. 4 J. TRIBE, “Companies Act Schemes of Arrangement and Rescue: the lost cousin of restructuring practice?”, Journal of International Banking and Financial Law 2009, 389. (hierna “J. TRIBE, “Companies Act Schemes of Arrangement and Rescue””) 5 G. MCGORMACK, Corporate rescue law – an Anglo-American perspective, Northamton (MA), Edward Elgar, 2008, 70. 6 A. GOLDREIN, “Ready, Willing and Able, but Perhaps Not Always Acceptable: UK Schemes of Arrangement in Europe”, Pratt’s Journal of Bankruptcy law 2011, afl. 2, 113. (hierna “A. GOLDREIN, “Ready, Willing and Able, but Perhaps Not Always Acceptable””) 1 Tot slot kunnen schemes ook gebruikt worden om een overname van een (genoteerde) vennootschappen te laten plaatvinden.7 Omdat schemes in dit geval eigenlijk een overeenkomst zijn tussen de vennootschap en overnemer en niet een overeenkomst tussen de overnemer en de aandeelhouders van de onderneming, zal dit enkel mogelijk zijn voor vriendelijke overnames.8 Hier moet men ook rekening houden met de overnamerichtlijn van de EU.9 Deze is in het Verenigd Koninkrijk omgezet in de “City Code of Takeovers and Mergers”, met het “Panel on Takeovers and Mergers” als toezichthouder. 3. De laatste jaren is er ook een toenemende populariteit van schemes onder buitenlandse (en vooral continentaal-Europese) vennootschappen.10 Grensoverschrijdende schemes zijn mogelijk dankzij de welwillendheid van de Engelse rechters om tot bevoegdheid te besluiten.11 In deel III wordt de redenering van de Engelse rechter om tot rechtsmacht te beslissen onderzocht. Hierbij wordt bijzondere aandacht gegeven aan de EU-context, meer bepaald aan de Insolventieverordening, de Brussel I(bis)-Verordening en de Rome I-verordening.12 Grensoverschrijdende schemes kunnen enkel nuttig zijn indien ze erkend kunnen worden in de rest van de EU, daarom zal er ook nader bekeken worden hoe de continentaal-Europese rechters hiermee omgaan. 4. Ook worden de achterliggende redenen van de populariteit van schemes onderzocht (deel IV), het alternatief in de thuisstaat van vennootschappen moet immers nagegaan worden om uit te maken of schemes nuttig zijn voor continentaal-Europese vennootschappen. In deze masterproef zal de focus liggen op Nederland en Duitsland, dit omdat relatief veel Duitse en Nederlandse bedrijven gebruik hebben gemaakt van schemes.13 7 J. PAYNE, “Schemes of Arrangement, Takeovers and Minority Shareholder Protection”, Oxford Legal Studies Research Paper 2010, nr. 42. http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1600592. (hierna “J. PAYNE, “Schemes of Arrangement, Takeovers and Minority Shareholder Protection””) 8 J. PAYNE, “Minority shareholder protection in takeovers: A UK perspective”, European Company and Financial Law Review 2011, 153. 9 Richt.Raad nr. 2004/25/EG van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod,. Pb. L. 30 april 2004, afl. 142, 12 (hierna “Overnamerichtlijn”). 10 In 2007 was ongeveer 50 % van de 80 schemes die door een rechtbank werd toegestaan voor buitenlandse bedrijven, 33 % waren bedrijven van het Europese vasteland. (PricewaterhouseCoopers LLP, “Unlocking Value in Run-Off: A survey of discontinued Insurance Business in Europe”, 2007, http://www.anet.co.il/anetfiles/files/1163M.pdf, 13. 11 L.C. HO, “Making and Enforcing International Schemes of Arrangement”, Journal of International Banking Law and Regulation 2011, http://ssrn.com/abstract=1912516, 434. (hierna “L.C. HO, “Making and Enforcing International Schemes of Arrangement””) 12 Verord.Raad nr. 1346/2000, 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, Pb.L. 30 juni 2000, afl. 160, 18 (hierna “Insolventieverordening”); Verord.Raad nr. 44/2001, 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Pb.L. 16 januari 2001, afl. 12, 1 (hierna “Brussel I-verordening”); Verord.Raad Nr. 1215/2012, van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), Pb.L. 20 december 2012, afl. 351, 1 (hierna “Brussel Ibis-verordening”); Verord.Raad Nr. 593/2008, 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I), Pb.L. 4 juli 2008, afl. 177, 6 (hierna “Rome I-verordening”). 13 Zie onder andere Re NEF Telecom B.V. (2012) EWHC 164 (Ch); Re Magyar Telecom BV (2013) EWHC 3800 (Ch); Re Primacom Holding GmbH (2012) EWHC 164 (Ch) (hierna “Re Primacom”); Re Rodenstock Gmbh [2011] EWHC 1104 (ch) (hierna “Re Rodenstock”); Re Tele Columbus GmbH (2010) EWHC 1944 (Ch). 2 Zo had Duitsland tot voor kort niet de mogelijkheid om een herstructureringsmaatregel door te voeren, tenzij er een complete unanimiteit werd bereikt bij de schuldeisers.14 Het enige alternatief was een formele insolventieprocedure. Sinds 1 maart 2012 is in Duitsland echter een nieuwe wet van kracht, de “Gesetz zur weiteren Erleichterung der Sanierung von Unternehmen”.15 Deze werd ingevoerd als een reactie op de kritiek die de vorige Duitse insolventiewetgeving te verduren kreeg en het forum-shoppen van Duitse vennootschappen in Engeland.16 Er zal worden nagegaan of met deze nieuwe wet aan de vroegere tekortkomingen wordt verholpen. Ook Nederland zal in deel IV besproken worden, de situatie ligt hier echter anders. Nederland is immers volop bezig met het invoeren van een herstructureringsmechanisme, dit proces zit ondertussen in een vergevorderd stadium.17 Ook hier kwam deze hervorming er na kritiek op de tekortkomingen van het huidige insolventierecht.18 5. Ten slotte wordt de Belgische WCO besproken in deel V.19 Hoe verhoudt deze zich tot de soepele schemes of arrangement en dient de Belgische wetgever actie te ondernemen? Hierbij zullen enkele mogelijke wijzigingen kort besproken worden. 14 Zie J. PAYNE, “Schemes of Arrangement, Takeovers and Minority Shareholder Protection”, 5-6. 15 Gesetz zur weiteren Erleichterung der Sanierung von Unternehmen vom 7 dezember 2011, Bundesgezettsblatt 2011, afl. 64, 2582, www.bmjv.de/SharedDocs/Downloads/DE/pdfs/Gesetze/Gesetz_zur_weiteren_Erleichterung_der_Sanierung_ von_Unternehmen.pdf?__blob=publicationFile. (hierna “ESUG”) 16 L. WESTPFAHL en M. KNAPP, “Die Sanierung deutscher Gesellschaften über ein englisches Scheme of Arrangement”, Zeitschrift für Wirtschaftsrecht 2011, 2034. 17 Kamerstukken II 2012/2013, 33 695, nr. 1, 7. 18 R. VRIESENDORP, R. HERMANS en K. DE VRIES, “Herijking faillissementsrecht en het informeel akkoord: gemiste kans of opportunity voor een Nederlandse scheme of arrangement?”, http://www.debrauw.com/wp- content/uploads/NEWS%20-%20PUBLICATIONS/Herijking-faillssementsrecht-en-het-informaal-akkoord- Vriesendorp-Hermans-de-Vries.pdf. (hierna “R. VRIESENDORP, R. HERMANS en K. DE VRIES, “herijking faillissementsrecht en het informeel akkoord” 19 Wet 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, BS 9 fabruari 2009, 8436. (hierna “WCO”) 3 4
Description: