ebook img

Samen werken aan duurzame zorg PDF

252 Pages·2015·2.72 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Samen werken aan duurzame zorg

Samen werken aan duurzame zorg Landelijke monitor proeftuinen Samen werken aan duurzame zorg Landelijke monitor proeftuinen H.W. Drewes, R. Heijink, J.N. Struijs, C.A. Baan Colofon Ontwerp Xerox/OBT, Den Haag Foto Peter van Beek / Hollandse Hoogte Infographics Frederik Ruys (Vizualism) Een publicatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven Auteursrecht voorbehouden © 2015, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden redactie, auteurs en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van het RIVM en de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. RIVM-rapportnummer: 2015-0076 ISBN: 9789069602813 2 | Samen werken aan duurzame zorg Publiekssamenvatting In 2013 heeft het ministerie van VWS op voordracht van de verzekeraars negen regionale initiatieven benoemd tot proeftuinen. Deze proeftuinen hebben als doel om preventie, zorg en welzijn in samenhang vorm te geven. Dit rapport beschrijft de proeftuinen en de ontwikkelin- gen die zich sinds de oprichting hebben voorgedaan. Daarnaast geeft het de gezondheid, de kwaliteit van de zorg en de kosten in de proeftuinregio’s weer. Ook wordt ingegaan op de ervaringen van bestuurders met de proeftuinen. Zorgaanbieders, verzekeraars, en vaak ook gemeenten en vertegenwoordigers van burgers / patiënten, werken binnen de proeftuin gezamenlijk aan duurzame zorg en maatschappelijke ondersteuning. Met behulp van een aantal interventies proberen deze partijen een basis te leggen voor de benodigde samenwerking, de organisatie en de bekostiging van de proeftui- nen. De proeftuinen worden bestuurd door vertegenwoordigers van de betrokken partijen. Volgens hen wijzen de eerste ervaringen op een verbeterde samenwerking. Tegelijkertijd zoeken zij nog naar een goede aansturing van de proeftuin en de mogelijkheden van nieuwe bekostigingsvormen. Voor het welslagen van de proeftuinen is een goede samenwerking essentieel. Hiervoor is het van belang dat de organisatiebelangen van álle partijen meer op één lijn komen te liggen met de doelstelling van de proeftuin. Ook is aandacht nodig voor alternatieve vormen van bekosti- ging en voor transparantie van de kwaliteit en kosten van de zorg. Abstract In 2013, the Dutch Ministry of Health designated nine regional innovation initiatives as ‘pioneer sites’ in a nationwide effort to achieve a better health, improved quality of care and cost control (Triple Aim). RIVM has monitored the sites with a particular focus on their design, the Triple Aim, and the experiences of members of the steering groups of the sites. Healthcare providers, insurers and often stakeholders like municipalities and representatives of citizens / patients are working jointly to achieve sustainable care and support. On the basis of a number of interventions they attempt to lay the foundation for the necessary cooperation, organisation and funding of the sites. Pioneer sites are run by stakeholders’ representatives. According to them, first experiences indicate that cooperation has improved. At the same time, the sites are still seeking the best organisational and management structures to work with and exploring new forms of funding such as shared savings. For the pioneer sites to be successful, good cooperation is essential. This requires that organisa- tional interests of all stakeholders are more aligned to the objectives of the pioneer sites. Alternative forms of funding and transparency of the quality and costs of care also need attention. Samen werken aan duurzame zorg | 3 4 | Samen werken aan duurzame zorg Inhoud Kernboodschappen 7 1 Inleiding 13 1.1 Achtergrond 13 1.2 De Landelijke monitor proeftuinen 14 1.3 LMP rapport 3: Samen werken aan duurzame zorg 15 1.4 Ontwikkelingen buiten de proeftuinen 15 1.5 Leeswijzer 16 2 Wat is de stand van zaken ten aanzien van de vormgeving en ontwikkeling van de proeftuinen? 17 2.1 Organisatie van de proeftuinen 17 2.2 De populatiegerichte activiteiten 28 3 Hoe staat het in de proeftuinen met de gezondheid, de kwaliteit van zorg en de kosten? 34 3.1 Inleiding 35 3.2 Gezondheid 39 3.3 Ervaren kwaliteit van zorg 44 3.4 Kosten 51 4 Wat zijn de ervaringen van de stuurgroepleden van de proeftuinen tot nu toe? 59 4.1 Hoe verloopt de samenwerking? 59 4.2 Wat zijn de ervaringen met de sturing? 64 4.3 Hoe worden de bekostiging en contractering ervaren? 66 4.4 Hoe verhouden de proeftuinen zich tot de uitgangspunten van het zorgstelsel? 74 4.5 Wat zijn de ervaringen vanuit een meerjarenperspectief? 78 5 Beschouwing 81 5.1 Samenvatting resultaten 81 5.2 Resultaten in perspectief 83 5.3 Reflectie op methoden 90 5.4 Aanbevelingen 91 Literatuur 95 Samen werken aan duurzame zorg | 5 Bijlagen 100 Bijlage 1 Auteurs, projectteam en begeleidende commissies 101 Bijlage 2 Afkortingen 103 Bijlage 3 Methoden en data 106 Bijlage 4 Proeftuinen 140 Bijlage 5 Memo Resultaatbeloning en shared savings (NZa, 2015) 240 6 | Samen werken aan duurzame zorg Kernboodschappen Landelijke monitor proeftuinen populatiemanagement De afgelopen jaren zijn in Nederland diverse initiatieven ontstaan met als doel het zorg- systeem duurzamer vorm te geven. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in het voorjaar van 2013 aangegeven een aantal van deze initiatieven actief te willen volgen. Hiervoor heeft zij negen initiatieven benoemd als zogenaamde ‘proeftuin’. Het doel van deze proeftuinen is om de gezondheid van de populatie en de kwaliteit van zorg te verbeteren en de groei in (zorg)uitgaven te beheersen (Triple Aim). In de proeftuinen werken verschillende actoren in de regio, waaronder zorgverzekeraars, zorgaanbieders en/of gemeen- ten, samen. Zij zetten gezamenlijk interventies op om bovengenoemde doelen te realiseren. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) monitort in opdracht van het ministerie van VWS de vormgeving en ervaringen van deze proeftuinen populatiemanage- ment. Het doel van de Landelijke monitor proeftuinen populatiemanagement (LMP) is om meer inzicht te verkrijgen en te geven in de ervaringen van alle bij de proeftuinen betrokken actoren. Daarnaast heeft de LMP als doel de ontwikkelingen in de gezondheid van de betref- fende populaties, de kwaliteit van zorg en de kosten te beschrijven. Hiermee beoogt het RIVM zicht te krijgen op de succes- en faalfactoren van deze initiatieven en lessen te trekken voor het beleid. De LMP is medio 2013 gestart. De opzet van de LMP en de initiële vormgeving van de proeftuinen zijn in eerdere rapporten beschreven. Het huidige rapport geeft een actualisatie van de vormgeving van de negen proeftuinen. Het rapport geeft daarnaast inzicht in de gezondheid van de populaties en de kwaliteit van zorg en de kosten bij aanvang van de negen proeftuinen. Het betreft hier met nadruk geen effectevaluatie van de proeftuinen en hun activiteiten. Wel worden de eerste ervaringen van betrokken actoren anderhalf jaar na de introductie van de proeftuin gepresenteerd. De bevindingen zijn gebaseerd op de LMP- vragenlijst, interviews met stuurgroepleden van de proeftuinen en op een aantal beschikbare databronnen zoals de Gezondheidsmonitor en registratiebestanden van Vektis. Proeftuinen zijn netwerken van zorgaanbieders, verzekeraars en vaak ook Zorgbelang Vooralsnog zijn de proeftuinen vormgegeven als partnerships: netwerken van meerdere actoren zonder dat er sprake is van contractuele afspraken en/of juridische entiteiten. Het aantal actoren dat actief betrokken is, verschilt per proeftuin, en varieert van vier tot meer dan 40 actoren. In acht van de negen proeftuinen wordt het netwerk aangestuurd door een stuurgroep, in de negende proeftuin overlegt de zorgverzekeraar met ieder actor afzonderlijk. De stuurgroep is het besluitvormende orgaan waarin huisartsen, verzekeraars, ziekenhuizen, en veelal Zorgbelang zijn vertegenwoordigd. De gemeente is actief betrokken bij zes proeftui- nen. Het aantal actoren in de stuurgroep varieert van vijf tot 25. De stuurgroep geeft veelal sturing aan kleinere eenheden, zoals werkgroepen (verantwoordelijk voor proeftuin brede onderwerpen zoals ICT) en projectgroepen (verantwoordelijk voor ‘zorginhoudelijke’ interven- Samen werken aan duurzame zorg | 7 ties). In zeven van de negen proeftuinen worden burgers in de stuurgroep vertegenwoordigd door Zorgbelang. Daarnaast heeft Zorgbelang aanvullende rollen, variërend van het evalueren van interventies tot het bieden van workshops ter bewustwording van de eigen verantwoorde- lijkheid van de patiënt. Proeftuinen bouwen het fundament met beperkte en pragmatische set aan interventies De proeftuin wordt door de actoren gezien als een katalysator voor de transitie naar duurzame zorg en ondersteuning. Een dergelijke transitie is een structurele maatschappelijke verandering die vraagt om gedragsveranderingen van betrokken actoren en om wijzigingen van cultuur en bestaande (organisatie)structuren. In de meeste proeftuinen worden naast zorginhoudelijke interventies ook ‘randvoorwaardelijke’ interventies geïmplementeerd om bij te dragen aan deze transitie. De randvoorwaardelijke interventies versterken de fundamenten om de doelen te realiseren, door bijvoorbeeld de ICT-infrastructuur van verschillende zorgaanbieders te verbinden, nieuwe rollen van zorgverleners/actoren vorm te geven en innovatieve bekosti- gingsmethoden voor preventie, zorg en ondersteuning te ontwikkelen. De zorginhoudelijke interventies zijn tot op heden vooral beperkt tot het zorgdomein, zoals het doelmatiger voorschrijven van geneesmiddelen en anderhalvelijnszorg, en richten zich minder op preventie en welzijn. De keuze van zorginhoudelijke interventies wordt vooral ingegeven door pragmati- sche overwegingen. Samenwerking is verbeterd en te verbeteren Stuurgroepleden ervaren de proeftuin als een initiatief waarbij zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten gezamenlijk werken aan een gemeenschappelijk ideëel doel: duurzame zorg. Anders dan in voorgaande jaren wordt er nu in gezamenlijkheid met alle betrokken actoren gewerkt aan de overkoepelende strategie en de interventies: zorgverzekeraar(s), zorgaanbie- ders, Zorgbelang en soms ook gemeenten ontwikkelen samen de interventies en maken hierover afspraken. Zo worden interventies rondom doelmatig geneesmiddelengebruik gezamenlijk opgepakt door apothekers, specialisten, huisartsen, Zorgbelang en verzekeraars. Stuurgroepleden geven aan dat zij door de komst van de proeftuin een verbeterde samenwer- king en/of netwerkontwikkeling ervaren, maar dat er ruimte is voor verdere verbetering. Zo bestaat er soms een discrepantie tussen wat met de mond wordt beleden en de ondernomen activiteiten. Onderliggende belangen worden niet openlijk besproken in alle proeftuinen. Dit is wel van belang, omdat de afzonderlijke organisatiebelangen van de diverse actoren haaks kunnen staan op het realiseren van de doelstellingen van de proeftuin. Zo zal bijvoorbeeld de verschuiving van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn of het voorkómen van dubbele diagnostiek zorgen voor volumereductie voor ziekenhuizen en diagnostische centra. Gemeenschappelijk doel van de proeftuin vooral ingekleurd vanuit kwaliteit van zorg en zorgkosten Duurzame zorg is voor alle proeftuinen het gemeenschappelijke ideële doel. Dit ideële doel is vooralsnog vooral ingekleurd vanuit de kwaliteit van zorg en de zorgkosten. Een daadwerke- lijke populatiegerichte aanpak waarbij populatiedoelen centraal worden gesteld en waarbij ook de gezondheid centraal staat, staat nog in de kinderschoenen. Dit hangt samen met organisatiebelangen die nog niet in lijn liggen met deze bredere inkleuring van het gemeen- 8 | Samen werken aan duurzame zorg schappelijke doel van de proeftuin. Ook is de invulling per regio nog beperkt gestoeld op de behoefte van de populatie, en vooral ingestoken vanuit de actoren die aan tafel zitten. Dit komt onder andere naar voren bij de uiteenlopende ambities voor de komende drie jaar. Bij optimale duurzame zorg, zal meer worden gestuurd op behoud van functionaliteit en eigen regie van de burger waardoor preventie een belangrijk onderdeel wordt en kosten meer vanuit maatschappelijk perspectief worden meegenomen. Proeftuinen hebben verschillende vertrekpunten wat betreft de gezondheid en zorgkosten De eerste metingen van gezondheid, ervaren kwaliteit van zorg en zorgkosten, op basis van Triple-Aim indicatoren, laten zien dat de proeftuinregio’s in deze verschillende uitgangsposi- ties hebben. Ten aanzien van gezondheid zien we dat de populaties van de proeftuinen in de krimpregio’s in Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen gemiddeld ongezonder zijn; zij rappor- teerden in 2012 meer beperkingen, meer chronische aandoeningen en een slechtere ervaren gezondheid dan gemiddeld in Nederland. Drie regio’s scoren over het algemeen beter dan het landelijk gemiddelde op de verschillende gezondheidsindicatoren. Ook de kosten van de zorg laten verschillen tussen de proeftuinregio’s zien. In vijf proeftuinregio’s waren in 2012 de kosten voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) hoger dan het Nederlands gemiddelde en in drie regio’s lager. Daarbij zien we dat in sommige proeftuinregio’s vooral voor specifieke sectoren zoals de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of subgroepen zoals ouderen de kosten hoog zijn. De totale Zvw-kosten per inwoner in 2012 lagen in de proeftuinregio met de hoogste kosten bijna 35% hoger dan in de regio met de laagste kosten. De verhouding van de Zvw-kosten over sectoren, zoals huisartsenzorg en ziekenhuiszorg, is vergelijkbaar tussen de proeftuinen. Op het gebied van (ervaren) kwaliteit van zorg komt geen eenduidig patroon naar voren en wijken de proeftuinen niet af van het landelijke gemiddelde. Informatie over gezondheid, kwaliteit van zorg en zorgkosten laat te wensen over Ondanks dat de proeftuinen werken aan een betere transparantie, ervaren stuurgroepleden dat het inzicht in de gezondheid, kwaliteit van zorg en kosten nog beperkt is. Voor een popula- tiegerichte aanpak waarbij populatiedoelen centraal worden gesteld, is de beschikbaarheid van goede informatie een voorwaarde. Niet alleen om de behoefte van de populatie in kaart te brengen, maar ook voor de inkoop- en feedbackcyclus. Het monitoren van de gezondheid, kwaliteit van zorg en zorgkosten (in brede zin) vereist het delen van data over zorg, functione- ren en welzijn waarbij zowel zorggebruikers als personen die nog geen zorg gebruiken mee worden genomen. Dit vereist meer transparantie en ook een verdere ontwikkeling van indicatoren op het terrein van bijvoorbeeld functioneren, welzijn en sociale binding. Pas dan is het mogelijk om de behoeftes van de populatie in kaart te brengen, en vast te stellen welke zorgarrangementen en ondersteuning nodig zijn. Hiermee wordt het ook mogelijk een goede feedbackcyclus in te richten waarbij uitkomsten van interventies worden teruggekoppeld, zodat het voor alle partijen inzichtelijk wordt wat de meerwaarde van de proeftuin is en kunnen eventuele bijstellingen goed onderbouwd worden. Governance nog in ontwikkeling De proeftuinen zijn vormgegeven als partnerships; het zijn netwerken van meerdere actoren zonder contractuele afspraken en/of juridische entiteiten. Zeven van de negen proeftuinen Samen werken aan duurzame zorg | 9

Description:
2 Onder Overig Zvw valt mondzorg, paramedische zorg, ziekenvervoer, geboortezorg, buitenland en alle overige zorg uit het basispakket die niet onder een van de genoemde sectoren valt. * Significant verschillend ten opzichte van het landelijk gemiddelde (p
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.