tussen openbare en private gronden een publicatie van de bomen en het bos verschijnt op onregelmatige basis www.rooilijn.com maart 2016 2 rurale esthetica koffie in addis abeba black metal natuur de finse driehoek geografie stemmen uit de friedrichshof-commune 2 pascal gielen & benjamin verdonck — m het geheugen van een boom a a r t palestina internationaal 2 0 1 6 een crisis Hallo, hier rooilijn. Met bericht en verhaal over de werelden in en rond Het Bos. Al ligt Het Bos doorgaans op dezelfde plaats en ademt het zoals het ademt, het is er niet altijd hetzelfde. De populatie durft wel eens te veranderen, net als het klimaat, de smaak van het bier en de situering van het westen. Er klinken verhalen van goede en slechte, van sociale en asociale kunst. En dat is simpel. De rest is ingewikkeld. Finse zielen verschuilen zich voor het spook van hun vaderland, rondwarend verkleed in cultuur. Folkloristische monsters zijn enkel nog welkom in de Noorse dennenwouden. Een correspondent meldt dat nationaliteiten badjassen zouden moeten zijn, loshangend en toch omvattend. En ergens zwerft de tijdsgeest. Uiteraard. In die geest kraakt de bodem van de Egeïsche zee van meer mens dan vis. Het systeem waggelt. Het Bos ademt door. En ziet meer dan regelmatig zwart. Van de koffie, het volk en de metal. Welkom Het Bos en De Bomen Artistiek Huis Ankerrui 5-7 Antwerpen België www.hetbos.be Rooilijn 2 | 03-2016 01 Inhoud THE ALMOST NOW 5—15 Amerikaans beeldend kunstenaar Colin Matthes bouwde in de herfst van 2015 Het Bos om tot zijn persoon- lijk atelier. Gedurende twee maanden paste hij zijn onderzoek naar flyover country, het weidse midden van de VS, toe op een reeks tekeningen en schilderijen. Vanuit de discipline ‘engineering the absurd’ komt hij tot voorlopige oplossingen en vergezichten over de wereld. Rurale esthetica in woord en beeld. (L.B.) OVER DE BERG 16—21 Aan de rand van Het Bos werken onderzoeker Rob Jacobs en cineaste Anne Reijniers aan Mont Ngaliema, een film over representaties van kolonialisme in Kinshasa. In de zomer van 2015 trokken Rob en Anne naar de Congolese hoofdstad met het idee dat het standbeeld van Leopold II in het nationaal museum van Mont Nga- liema de hoofdrol zou spelen. In Kinshasha kwamen ze andere, meer hedendaagse koloniale representaties op het spoor. Van Mobutu-imitators tot ritualistisch gereinigde riooldeksels met het opschrift ‘Leopoldville’. (R.D.) DE FINSE DRIEHOEK 22—37 Niet zelden duiken er Finse artiesten op in Antwerpen. En andersom. Een schets van de Fins-Belgische connectie. (L.B.) KOEN EN CHARLOTTE IN ETHIOPIË 38—41 Koen Bleuzé koffiebrander, beeldmaker bij De Imagerie en Bosbarman, trok naar Ethiopië. Charlotte Koop- man, van de zondagse Otark-breakfastclub, vloog mee. Koen zocht koffie. Charlotte eten. De koffie bleek niet altijd even lekker. Wel traditioneel. (K.B.) SPREKEN VOOR EIGEN PAROCHIE 42—49 In de lente van 2014, tijdens de verhuis en de gedaanteverandering van Scheld’apen in Het Bos, zaten we sa- men met cultuursocioloog Pascal Gielen en kunstenaar Benjamin Verdonck. Nu, twee Bos-jaren later, zetten we dit gesprek verder. Hoofdonderwerp: ‘het sociale’. (L.B.) INTERVIEW MET OOSTENRIJKS REGISSEUR PAUL POET 50—55 Paul Poet, bijna tien jaar geleden te gast in Scheld’apen met Ausländer Raus (2005), presenteerde in 2015 zijn nieuwe documentaire My Talk with Florence. In twee long takes van telkens een uur vertelt Florence Bur- nier-Bauer haar levensverhaal. Het begint met een traumatiserende jeugd vol misbruik, een zwervend bestaan als heroïneverslaafde adolescent om uiteindelijk te belanden in de Friedrichshof-commune, geleid door voormalig Wiener Aktionist Otto Mühl. Mühl keerde zich af van het concept van een kerngezin en stelde een extreem gereguleerd regime op het vlak van onderwijs, sex, arbeid en samenwonen in de plaats. Hanin Hannouch stelde vragen aan Paul. (H.H.) 02 Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 HET BELANG VAN HET GEWONE 56—57 Thomas Verstraete sleutelt in de lente van 2016 in Het Bos aan ‘een parade’. In deze parade lopen ‘verschil- lende soorten mensen’ mee, ingedeeld in groepen. Het gewone en het alledaagse bezielen zowel Thomas’ beeldend werk als zijn theaterprojecten met F.C. Bergman. In de aanloop naar zijn residentie bezorgde hij ons een tekst. Over het gewone. Van Perec. (G.P.) HET GEZAMENLIJK GEHEUGEN 58—81 Tijdens de herfst van 2015 nodigde Het Bos drie Palestijnse muzikanten-producers uit om samen met Jurgen Desmet (Sickboy) muziek te maken. Drie korte weken lang bouwden ze aan nieuw geluid en aan een liveset. We spraken met hen over muziek, reizen, hun thuisstad Ramallah en muziekscenes in het Midden-Oosten. Onvermijdelijk kwamen we uit op de situatie van hun land dat geen land is. ‘Zelfs als we afstand nemen van Palestina en de maatschappij, zit het er toch altijd in. In ons en in wat we maken. We kunnen ons er niet aan onttrekken.’ (L.B.) BECOMING THE FOREST 82—111 In Het Bos klinken vele soorten gezangen. Meer dan maandelijks worden deze overstemd door metal uit alle windstreken. De Noors-Londense Una Hamilton Helle maakte in 2015 een zine en een expo waarbij ze metal benaderde vanuit landschapsperspectief. Voor rooilijn selecteerde Una bestaand materiaal uit Becoming the Forest en haar nieuwe project, waarin dennenbomen centraal staan. Het door Una samengestelde luik bestaat uit 82 - Introduction 86 - The Forest is my throne (The use of nature in early Norwegian black metal) by Harald Fossberg 90 - Picea abies by Una Hamilton Helle 94 - Inn i de dype skogers favn (Epigenetic memory in the spruce tree) by Una Hamilton Helle in conversation with Carl Gunnar Fossdal 102 - Z4006 Sequencing the Norway spruce’s DNA by Una Hamilton Helle 106 - BM vs. DM by Patrick Moran, Buried zine EEN ANTWOORD OP EEN VRAAG OVER CRISIS 112—121 Een kijk op het vluchtelingengebeuren. Door Victoria Deluxe. Een kunstenplek in Gent waar niet alleen hulp wordt geboden aan vluchtelingen, maar ook artistiek werk wordt verricht met mensen die uit een ander land naar hier kwamen. Dominique Willaert van Victoria Deluxe schreef ons een lange tekst. Over Europa, crisis, een gebrek aan verbeelding, de industrie van het medelijden en ‘de ander’. (D.W.) THE FUTURE OF THE IMAGE 122—127 Theatermaker Michiel Vandevelde werkte vorig jaar in Het Bos aan The Future of the Image en cureerde een reeks avonden onder de noemer Questions Questions Questions. Avonden waar diverse voorstellingen, lezin- gen en veronderstellingen werden verenigd om een brede bespiegeling over kunst en samenleving teweeg te brengen. Op een van de avonden presenteerde hij zijn eigen voorstelling The Future of the Image. Tijdens die voorstel- ling rolde een tekst traag over het scherm en werd de toeschouwer bijna gedwongen om te lezen. In rooilijn een fragment daaruit, over het einde van de tekst. (M.V.) Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 03 The almost now Lotte Brown I was invited by Het Bos to propose something for the Bri- gade Festival last November 2015. This led to The Almost Now, a two-month project where I transformed Het Bos into my personal public workspace. At Het Bos I applied research in flyover country, the vast Middle of the USA, to an evolving series of drawings and paintings. Rural community phenom- ena, North Dakota’s recent oil boom, consistently burning landscapes, and daily inconsistencies informed the project. Engineering the absurd, I developed provisional solutions and made speculative vistas that reimagine and reshape The Almost Now from a funny, critical, and perversely industrious point of view. My increasingly chaotic workspace was open to the public during festival hours, with special events held each Sunday. These events included: Essential Knowledge: Shared Visualizations, a collaborative drawing project where I work with the public to visually communicate their essential knowledge. The publication of Back in Five Minutes, a risograph book printed by Jan Matthé at Risiko Press and published by ‘De Bomen in Het Bos’. Handwerk, a curated risograph print portfolio of 12 images by Belgian and American artists including Nel Aerts, Sacha Eck- es, Ephameron, Kati Heck, Rufus Michielsen, Yasemin Senel, and Vida from Belgium, and Santiago Cucullu, Makeal Flam- mini, Mike Paré, Maja Ruznic, and Fred Stonehouse from the United States. This was also printed by Jan Matthé at Risiko Press and published by ‘De Bomen in Het Bos’. Colin Matthes 06 Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 Het blijkt uit je werk maar ook uit je bio en pro- huis lag op vijf mijl, ongeveer een uur wandelen, van jectomschrijving dat je omgeving en je geboorte- het dorp waar ik naar school ging. Het was een klein streek een grote rol spelen in je kunst. dorp met een postkantoor en twee cafés. Mijn vader is elektricien en dat beïnvloedde sterk mijn blik en de Ik groeide op in het landelijke Wisconsin. Nu woon ik manier waarop ik in de wereld sta. Door dingen uit- in Milwaukee, de grootste stad van die staat. een te vijzen en weer in elkaar te steken, te repareren, De streek wordt ook wel ‘the rust belt’ genoemd. Er zijn vogel je uit hoe ze in mekaar zitten. Ik vind het fijn veel oude, lege fabrieken. Het is een plek van leeg- om ‘de mechaniek’ van iets te begrijpen. stand en verval. Een arme stad ook. Maar je vindt een speciale soort schoonheid. Verval werkt hier anders Hoe evolueerde je vanuit die leefwereld naar dan bijvoorbeeld in Manhattan. Het gaat eerder waar je nu staat, als kunstenaar? Hoe kwam je tot onopgemerkt en traag. Er schuilt veel geschiedenis het soort werk dat je nu maakt? in, veel verhalen. De gebouwen zijn niet esthetisch op een klassieke manier, maar er zijn er wel heel veel Op een bepaalde manier was dat heel toevallig. Ik verschillende, met veel soorten schoonheid. Het is kende niemand die kunstenaar was. Wel maakte praktisch om kunstenaar te zijn in een stad met veel ik altijd al dingen met mijn handen. In het middel- ruimte, maar ook interessant en fijn. Op een bepaalde baar volgde ik heel wat huishoudelijke lessen, zoals manier zijn hier veel mogelijkheden. Er gebeurt heel home improvement en koken. Ik vond dat plezant. wat buiten de klassieke witte ruimte. Zo deed ik een Toen ik me op het laatste nippertje inschreef voor interessant project in een oud winkelcentrum met de het hoger onderwijs, zaten alle klassen vol, behalve Antwerpse kunstenares Kati Heck. de keramiekklas. Maar keramiek interesseerde me, Mijn jeugd speelde zich af op het platteland, omsin- én de leerkracht bleek heel inspirerend. Ik begon geld door boerderijen en een paar fabrieken. Ons koppen en potten te maken. Naast die keramische Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 07 gebruiksvoorwerpen maakte ik grafische tekenin- evenementen is dat er veel minder keuringen en regels gen, schetsen en posters voor een punkzine. Eigenlijk bij komen kijken. Het moet gewoon snel gaan. Je moet heb ik mij altijd aan de periferie van de kunstwereld het ook doen met wat je hebt, en er gebeuren altijd opgehouden. Op een bepaalde manier kwamen die dingen die het oorspronkelijke ‘plan’ dwarsbomen. dingen samen en waren de koppen die ik maakte niet Zoals iemand die zijn trailer voor een cabine zet, of meer alleen gebruiksvoorwerpen. Ik leerde tekenen een kapotte of gestolen kabel. Het is altijd een beetje vanuit het basisgegeven dat het makkelijk te reprodu- chaos. Er heerst een soort spectaculaire noodzaak en ceren moest zijn op een fotokopieermachine. Die stijl, schaarsheid, waardoor je gedwongen wordt om cre- dat zwart-wit, de dikkere lijnen, zit nog steeds in mijn atief te zijn. Dat soort dingen en toestanden trekken werk. mij aan. Of de junk parade, een ander plaatselijk en zeer Toen ik letterlijk ziek werd van altijd met klei te wer- improvisatorisch gebeuren. ken – ik kreeg astma – nam ik andere lessen en raakte Ik hou van geïmproviseerde dingen in de publieke ik geïnspireerd door de docente Carol Jacobson. Deze ruimte. Een zelfgemaakt parkeerbord. Een oud hek documentairefilmmaakster werkte aan The Women’s gemaakt van blikjes. Iemand die heeft uitgevogeld hoe Clemency Project, waarvoor ze op een heel mooie hij zijn trailer kan uitbalanceren met behulp van wat manier interviews deed met vrouwen in de gevan- stenen. Het heeft iets onhandigs, maar tegelijk ook genis. Niet zelden zaten die vrouwen onterecht in de iets ingenieus. Het zijn niet noodzakelijk de meest gevangenis, hadden ze geen eerlijk proces gekregen of directe of efficiënte, laat staan perfecte manieren. Je waren er andere troebele omstandigheden. Kortom, neemt gewoon alles wat in je omgeving ligt en je doet veel onrechtvaardigheid. Haar documentaires werden het functioneren. Die zelfgemaakte dingen hebben onder andere gebruikt in rechtszaken. Ik was onder een zekere elegantie en finesse. Dat is wat ik ‘rurale de indruk van haar aanpak en stijl, maar ook van de esthetiek’ noem. impact die haar werk had. Al moest ik op een bepaald moment ook inzien dat ik helemaal niets had met het medium film. Die lowtech-productie, het improvisatorische, het zelf maken, het utilitaire ook, dat zit nog steeds in mijn werk. In Het Bos had je bijvoorbeeld de potten cement met stokken erin waarop mijn schilderijen waren bevestigd. Of de zelf in elkaar gestoken tafel, die niet perfect was maar toch sterk genoeg voor waar ze voor moest dienen. Ik vind het altijd leuk dat dingen ook functioneel zijn en dat ze iets doen – maar niet nood- zakelijk datgene waarvoor ze bestemd waren. Ik kan het zo samenvatten: ‘Dingen maken is simpel, Ik denk dat die rurale esthetiek in veel van mijn werk en wie weet zijn ze ook bruikbaar.’ zit. Neem nu de Green Mini Derby, waarvoor ik vertrok van het idee van een demolition derby. Ik hou van het Op welke concrete manier interfereert die om- spektakel daarrond. Maar natuurlijk is zoiets ridicuul, geving en achtergrond met je werk? Kun je wat ook op ecologisch vlak: ‘Maak alles kapot, knal het voorbeelden geven? tegen elkaar en dump het in de grond.’ Daarom heb ik een groene demolition derby gemaakt met autootjes Een goed voorbeeld van de typische esthetiek van op zonne-energie, te besturen met een afstandsbedie- mijn thuisstreek is de coney fair, de kermis. Mijn vader ning. En dat alles in een meer artistieke, sukkelachti- is verantwoordelijk voor de elektriciteitsvoorzienin- ge, nerdy, absurde sfeer. gen van de kermis en ik assisteer hem. Het leuke aan Het gegeven zonne-energie kwam van mijn vader het werken aan het stroomnetwerk voor tijdelijke en mijn broer, die helemaal into solar power zijn. Zo 08 Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 bouwden we samen een golfkarretje op zonne-ener- gie dat we toonden op de lokale kermis. Het was een van de beste karretjes en het werkte supergoed. Er waren mensen op de markt die niet geloofden dat zo’n snel karretje echt aangedreven werd door zonne-energie, en het lokte veel discussie uit. Al die dingen kwamen samen in Green Mini Derby. Ik installeerde het werk zowel in artistieke settings, zoals een galerij, als in totaal andere omgevingen, zoals een kermis of een beurs. Ik had verwacht dat de reacties verschillend zouden zijn, maar eigenlijk reageerden de mensen overal op dezelfde manier. Iedereen ging loos: roepen, wedden en racen met de autootjes. Natuurlijk zag ik alleen dat concrete niveau en is het mogelijk dat er op een reflectief niveau, in het denken en spreken over het gebeuren, wel ver- schillen waren. Ik vind het belangrijk dat mijn werk ‘bestaat’ in ande- re werelden dan enkel de kunstwereld. Die interactie buiten de kunstcontext vind ik interessant. Er gelden andere waarden en het is boeiend en betekenisvol om je werk op verschillende zaken af te toetsen. Voor mij is dat een meer menselijke manier van werken. Is het iets dat soms wringt, die verschillende we- relden waarin je je beweegt? En ook: het maken een andere manier van werken aannemen, van in- van dingen met rechtstreekse toepassingen en strument wisselen. Het is niet zo evident om na het het meer abstracte, absurde, minder toegepaste maken van iets functioneel, zoals een beeld voor een werk? protestactie, weer die kamer in je hoofd op te zoeken waar het abstracte en het imaginaire zich bevindt. Die Voor mijn individueel werk stel ik me daar geen deur is niet altijd makkelijk weer open te krijgen. Voor vragen bij. Het is gewoon wie ik ben en wat ik doe. Ik mij persoonlijk zit de frictie vooral daar en is het een werk vanuit wat ik zie in de wereld, wat me sterk raakt kwestie van tijd en mindset. en waar ik een grote betrokkenheid bij voel. Dat kan Wanneer ik werk vanuit het collectief Justseeds, merk iets maatschappelijks zijn, maar evengoed kan ik ge- ik soms wel dat er vanuit de hedendaagse kunstwe- inspireerd worden wanneer ik met mijn vader en oom reld een zeker wantrouwen bestaat ten opzichte van ga houthakken en ik in dat bos, tijdens die activiteit, politiek getinte kunst. iets ritmisch en iets moois ontwaar. Utilitair en op beweging gebaseerd werk vormt een En ja, sommige zaken die ik maak zitten meer in het belangrijk onderdeel van mijn praktijk, zowel binnen veld van ‘de kunst’. Ze zijn abstracter en inderdaad Justseeds als voor mij persoonlijk. Zo ontwierp ik niet zelden absurd. Andere zijn meer toegepast, met bijvoorbeeld het beeld Union Made tijdens de opstand een functie en vaak een grote en ook noodzakelijke van Wisconsin. Het begon als een gezeefdrukte duidelijkheid. Beide hebben elkaar ook nodig, en ik poster. Overdag protesteerden we in de hoofdstad zie het niet als een tegenstelling. Madison en ’s nachts gingen we terug naar het atelier Het moeilijkste aan de combinatie vind ik eigenlijk om duizenden posters te printen, die vervolgens aan ‘shifting gears’. Naar een andere versnelling schakelen, ruiten van huizen, in etalages en tegen protestborden Rooilijn 2 | 03-2016 Rooilijn 2 | 03-2016 09
Description: