De jonge miljonair Ernest Bliss, voortdurend op zoek naar een nieuw tijdverdrijf en toch ziek van verveling, belandt door zijn ongeregelde leefwijze tenslotte bij de beroemde arts sir James Alroyd. Deze blijkt echter geen zin te hebben zich op te houden met luxekwaaltjes en raadt hem aan: "laatst dit leven in de steek. Verdwijnen voor een tijd, probeer eens twee pond in de week te verdienen en van dat geld te leven." De arts wenst geen betaling voor dit advies, omdat het "in dit geval toch waardeloos is. Duizend tegen een volgens u het niet op." Door zo'n behandeling geprikkeld gaat Bliss met sir James de weddenschap aan, die hem loopt een jaar lang in Londens East End als gelijke te leven temidden van hen die een voortdurende strijd om het bestaan voeren.
Zo krijgt men het verhaal, hoe Bliss als reiziger in fornuizen en schoenhakken, als portier, groenteboer, speelholagent en chauffeur zijn karige boterham weet te verdienen, hoe dit leven in hem een ommekeer teweeg brengt, en hoe hij tenslotte genezen - en niet langer alleen! - in zijn oude milieu terugkeert.
E. Phillips Oppenheim weet deze geschiedenis, waarvan het thema zeker niet nieuw is, door originele vondsten en onverwachte wendingen, in een vlotte stijl tot een smakelijk geheel te maken, dat vaak in een glimlach, af en toe een schaterlach en op sommige momenten ook ontroering bij de lezer teweeg brengt.
Vele ouderen zullen het zich uit zijn schooltijd herinneren en graag nog eens willen lezen; voor jongeren zal een eerste kennismaking ongetwijfeld "naar meer smaken".
(source: Bol.com)