RICHTLIJN Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 1 Initiatief Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) In samenwerking met Nederlandse Orthopaedische en Traumatologische Sportgeneeskundige Werkgroep (NOTS) onderdeel van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS) Met ondersteuning van Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Financieel mogelijk gemaakt door Ministerie van VWS Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 3 INHOUDSOPGAVE Samenstelling expertgroep 5 1. Algemene inleiding 6 2. Epidemiologie van chronische achillespeesproblemen 11 2.1 Welke epidemiologische gegevens zijn bekend over chronische achillespeesproblemen bij sporters? 11 2.2 Welk deel van de achillespeesproblemen wordt in eerste instantie gezien door huisarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur? Hoe verloopt het zorgtraject vanaf het trauma via eerste lijn tot eventuele verwijzing naar de tweede lijn (sportgeneeskunde, orthopedie, traumatologie)? 12 3. Diagnose 14 3.1 Wat zijn de kenmerken van deze vorm van pathologie (in anamnese, bij lichamelijk onderzoek, pathologisch anatomisch substraat)? 14 3.2 Welke interne (persoonsgebonden) en externe (omgevingsgebonden) factoren zijn van invloed op het ontstaan van de pathologie en dienen derhalve meegenomen te worden in het diagnostisch proces? 15 3.3 Welke pathologie moet worden overwogen bij de differentiële diagnose? 16 3.4 Wat is de rol van aanvullend onderzoek bij het stellen van de diagnose? 16 4. Behandeling en prognose 20 4.1 Wat is het natuurlijk beloop van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? 20 4.2 Welke behandelingsmethoden worden gebruikt bij chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? Wat is er bekend over de effectiviteit? Wanneer kan operatieve behandeling van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters, worden overwogen en wat zijn de resultaten? 21 4.3 Is er voor de behandeling een indeling te maken in stadia van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? 28 4.4 Welke sportadviezen kan de behandelaar van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, geven aan patiënt-sporters? 29 4.5 Hoe groot is de kans op recidiveren en welke maatregelen kunnen worden genomen om recidieven te voorkomen? 29 Bijlage ‘Rol fysiotherapie bij achilles tendinosis’ 33 Samenvatting 37 Stroomschema (zie aparte bijlage) Excentrische Oefeningen bij achilles tendinopathie (zie aparte bijlage) Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 4 SAMENSTELLING EXPERTGROEP Drs. R. van Linschoten, sportarts, voorzitter (VSG) Dr. L.P.A. Bom, orthopedisch chirurg (NOV/NOTS) Drs. H. van Elst, sportarts (VSG) Dr. P.T. den Hoed, chirurg (NVvH) Dr. A.C. de Jongh, huisarts (NHG) Drs. R. Heijboer, orthopedisch chirurg (NOV/NOTS) J.S. Metten, sportverzorger (NGS) R.E. Ouderland, sportfysiotherapeut/manueeltherapeut (NVFS) Drs. H. van Veenendaal, adviseur Richtlijnontwikkeling CBO Drs. C.G.P. Ottevanger, beleidsmedewerker VSG Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 5 Hoofdstuk 1 Algemene inleiding In de Ilias van Homerus, werd Achilles, de Griekse held, dodelijk getroffen door een pijl die zijn hiel doorboorde, het enige onbeschermde deel van zijn lichaam. De rest van zijn lichaam was onkwetsbaar gemaakt door een onderdompeling in de rivier de Styx. Sinds die tijd symboliseert de achillespees de zwakke plek van het menselijk lichaam. Aanleiding en achtergrond Het Ministerie van VWS heeft een aantal jaren geleden aangegeven dat aan het opstellen van multidisciplinaire protocollen in de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg prioriteit zou worden gegeven. Dit vormde voor de Vereniging voor Sportgeneeskunde de aanleiding om het initiatief te nemen tot het opstellen van multidisciplinaire richtlijnen over veel voorkomende klachten binnen de sportgeneeskunde/sportgezondheidszorg. Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters, is één van de onderwerpen waarvoor een multidisciplinaire richtlijn werd ontwikkeld. Achillespeesproblemen zijn frequent voorkomende problemen, zowel bij topsporters als bij recreatieve sporters. Zij lijken weinig aandacht te krijgen van de medische professie. De achillespees is essentieel voor een normale wandelgang, voor looppas en voor activiteiten die een krachtige of explosieve plantairflexie vereisen, zoals springen en sprinten. De krachten waaraan de achillespees blootstaat kunnen oplopen van drie- tot zevenmaal het lichaamsgewicht. Achillespeesproblemen komen voor in iedere sport waarin hardlopen, springen en andere herhaalde ‘high-impactbelastingen’ (hoge trek-/rekkrachten) een rol spelen. De klachten kunnen snel chronisch worden, waarbij de toegepaste behandelingen soms onbevredigend zijn. Dit leidt tot een afname van het activiteitenpatroon en niet zelden tot ‘medical shopping’. De diversiteit aan behandelmogelijkheden is groot en vaak is de geboden zorg niet afgestemd op sporters. Voldoende reden dus om voor deze veelvoorkomende klachten, met ondersteuning van het Ministerie, een richtlijn te ontwikkelen. Een multidisciplinair samengestelde expertgroep heeft zich, onder begeleiding van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, vanaf 2001 bezig gehouden met de ontwikkeling van de richtlijn. De ontwikkeling van de richtlijn werd financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van VWS. Doelstelling Het doel van de richtlijn is om, op basis van het best vindbare bewijs en aansluitende meningsvorming, de zorg (diagnose/behandeling/begeleiding) voor sporters met chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, op een kwalitatief hoger niveau te brengen. Richtlijngebruikers Deze richtlijn is bruikbaar voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling en/of begeleiding van patiënten met chronische achillespeesproblemen, die zijn ontstaan door sportbeoefening en/of die een belemmering vormen voor de gebruikelijke sportbeoefening van de patiënt-sporter. Definities en afbakening Ten aanzien van chronische klachten aan de achillespees zijn diverse beelden te onderscheiden: • Peritendinitis • Bursitis • Haglundse deformiteit • Tendinitis – tendinosis Bovengenoemde beelden hebben zowel betrekking op pathologie rondom de achillespees als op pathologie van de pees zelf. Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 6 Pathologie rondom de achillespees Peritendinitis/tendovaginitis/paratenonitis/tenosynovitis De peritendinitis of tendovaginitis is een ontstekingsreactie die uitgaat van de peeskoker rond de achillespees. De aandoening gaat meestal gepaard met crepiteren en wordt gezien als een typische overbelastingsblessure. Het crepiteren wordt veroorzaakt door het fibrine dat uit het oedemateuze vocht rondom de pees komt. In chronische gevallen ontstaan er daardoor verklevingen tussen de peesschede en de pees met daarbij, door littekenvorming, onregelmatige verdikkingen van de peesschede. Andere oorzaken Andere oorzaken voor pijn in de achillespeesregio kunnen zijn een bursitis van de bursa ventraal van de achillespees (bursa retro calcanea) of de superficiële bursa achter op de hiel. Ook kan er een inklemming ontstaan tussen het uitstekende laterale bovendeel van de calcaneus en de achileespees, de zogenaamde Haglundse deformiteit (of Haglundse exostose). Het Haglunds syndroom bestaat uit de trias: exostose van het laterale bovendeel van de calcaneus, bursitis van de diepe bursa en tendinose van de achillespees. Het Os trigonum syndroom wordt gekenmerkt door pijn tengevolge van inklemming van een (ver)groot os trigonum tussen achillespees en achterzijde van de talus bij maximale plantairflexie van de enkel. Pathologie van de achillespees zelf Achilles tendinosis Voor aandoeningen van de achillespees zelf zijn in de loop van de tijd vele verschillende benamingen gebruikt (achilles tendinitis/achilles tendonitis/achilles tendinopathie/achillodynie/degeneratieve veranderingen/partiële- of microrupturen). In 1976 stelde Puddu(1) voor als benaming ‘achilles tendinosis’ te gebruiken omdat het geen ontstekingsproces betreft maar degeneratieve pathologie. Recent stelde Maffuli voor alle chronische klachten van de achillespees ‘tendinopathie van de achillespees’ te noemen en de benamingen ‘tendinosis’ en ‘tendinitis’ alleen te gebruiken na histologische bevestiging van de afwijking. De expertgroep heeft zich voor het ontwikkelen van de richtlijn beperkt tot de chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis. Volgens de definitie gaat het om een degeneratieve afwijking in de pees zonder ontstekingcellen in het pathologische peesweefsel. Voor de definiëring van de term ‘chronisch’ is de definitie van de World Health Organization als uitgangspunt genomen. Hier wordt het begrip ‘chronisch’ gebruikt voor een situatie die drie maanden of langer bestaat(2). Probleemomschrijving en uitgangsvragen Tijdens het ontwikkelen van de richtlijn heeft de expertgroep getracht antwoord te krijgen op de volgende vragen: • Welke epidemiologische gegevens zijn bekend over chronische achillespeesproblemen bij sporters? • Welk deel van de achillespeesproblemen wordt in eerste instantie gezien door huisarts, sportfysiotherapeut en sportmasseur? • Hoe verloopt het zorgtraject vanaf het trauma via eerste lijn tot eventuele verwijzing naar de tweede lijn (sportgeneeskunde, orthopedie, traumatologie)? • Wat zijn de kenmerken van deze vorm van pathologie (in anamnese, bij lichamelijk onderzoek, pathologisch anatomisch substraat)? • Welke interne (persoonsgebonden) en externe (omgevingsfactoren) zijn van invloed op het ontstaan van de pathologie en dienen derhalve meegenomen te worden in het diagnostisch proces? Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 7 • Welke pathologie moet worden overwogen bij de differentiële diagnose? • Wat is de rol van aanvullend onderzoek bij het stellen van de diagnose? • Wat is het natuurlijk beloop van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? • Welke behandelingsmethoden worden gebruikt bij chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? Wat is er bekend over de effectiviteit? Wanneer kan operatieve behandeling van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters, worden overwogen en wat zijn de resultaten? • Is er voor de behandeling een indeling te maken in stadia van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters? • Welke sportadviezen kan de behandelaar van chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, geven aan patiënt-sporters? • Hoe groot is de kans op recidiveren en welke maatregelen kunnen worden genomen om recidieven te voorkomen? Expertgroep De expertgroep die de richtlijn heeft opgesteld, is multidisciplinair samengesteld. De leden van de expertgroep hebben onafhankelijk gehandeld en waren gemandateerd door hun (wetenschappelijke) vereniging. De expertgroep werkte gedurende ruim vier jaar aan de totstandkoming van de conceptrichtlijn. De leden van de expertgroep zochten systematisch literatuur en beoordeelden de kwaliteit en de inhoud ervan. Vervolgens schreven de expertgroepleden een paragraaf of hoofdstuk voor de conceptrichtlijn, waarin de beoordeelde literatuur werd verwerkt. Tijdens de bijeenkomsten lichtten zij hun teksten toe, dachten mee en discussieerden over andere hoofdstukken. Wetenschappelijke onderbouwing De richtlijn is, voor zover mogelijk, gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door het verrichten van systematische zoekacties. Er werd gezocht tussen 1990 en oktober 2002 in Medline, Embase, Cinahl en Cochrane databases. De zoektermen die, afhankelijk van de vraagstelling, in diverse combinaties gebruikt zijn, zijn: achilles tendon, tendon injuries, tendinitis, tendinopath*, bursitis, partial, rupture, achillodynia, exercise, sport*, mortality, incidence, prevalence, morbidity, epidemiology, risk factors, sensitivity, diagnosis, diagnostic use, specificity, randomized-controlled-trial, drug therapy, therapeutic use, prognos*, predict*, course, primary prevention, preventive medicine, follow-up studies. In verband met belangrijke ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht, is een aanvullende literatuurstudie gedaan tot 2006. Naast artikelen uit bovengenoemde selectie werden artikelen opgevraagd uit referentielijsten van opgevraagde literatuur. Tevens werd gezocht naar andere richtlijnen aangaande chronische achillespeesproblemen. De expert selecteerde de artikelen die als onderbouwing fungeren voor deze richtlijn. De geselecteerde artikelen zijn door de expertgroepleden beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs. Hierbij is de onderstaande indeling gebruikt. Tabel 1: Indeling van de onderbouwing naar mate van bewijs in de conclusies Voor artikelen betreffende: interventie (preventie of therapie) A1 systematische reviews die tenminste enkele onderzoeken van A2-niveau betreffen, waarbij de resultaten van afzonderlijke onderzoeken consistent zijn; A2 gerandomiseerd vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit (gerandomiseerde, dubbelblind gecontroleerde trials) van voldoende omvang en consistentie; B gerandomiseerde klinische trials van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of ander vergelijkend onderzoek (niet-gerandomiseerd, vergelijkend cohortonderzoek, patiënt-controle- onderzoek); C niet-vergelijkend onderzoek; D mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden. Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 8 Voor artikelen betreffende: diagnostiek A1 onderzoek naar de effecten van diagnostiek op klinische uitkomsten bij een prospectief gevolgde goed gedefinieerde patiëntengroep met een van tevoren gedefinieerd beleid op grond van de te onderzoeken testuitslagen, of besliskundig onderzoek naar de effecten van diagnostiek op klinische uitkomsten, waarbij resultaten van onderzoek van A2-niveau als basis worden gebruikt en voldoende rekening wordt gehouden met onderlinge afhankelijkheid van diagnostische tests; A2 onderzoek ten opzichte van een referentietest, waarbij van tevoren criteria zijn gedefinieerd voor de te onderzoeken test en voor een referentietest, met een goede beschrijving van de test en de onderzochte klinische populatie; het moet een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten betreffen, er moet gebruikgemaakt zijn van tevoren gedefinieerde afkapwaarden en de resultaten van de test en de 'gouden standaard' moeten onafhankelijk zijn beoordeeld. Bij situaties waarbij multipele, diagnostische tests een rol spelen, is er in principe een onderlinge afhankelijkheid en dient de analyse hierop te zijn aangepast, bijvoorbeeld met logistische regressie; B vergelijking met een referentietest, beschrijving van de onderzochte test en populatie, maar niet de kenmerken die verder onder niveau A staan genoemd; C niet-vergelijkend onderzoek; D mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden. Niveau van bewijs van de conclusies 1 1 systematische review (A1) of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A1 of A2 2 tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B 3 1 onderzoek van niveau A2 of B of een of meerdere onderzoeken van niveau C 4 mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden Bron: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO(3) De beoordeling van de verschillende artikelen is terug te vinden in de teksten onder het kopje ‘wetenschappelijke onderbouwing’. Het wetenschappelijk bewijs is vervolgens kort samengevat in een ‘conclusie’. De meest belangrijke literatuur waarop deze conclusie is gebaseerd staat bij de conclusie vermeld, inclusief de mate van bewijs. Uiteraard is het niet mogelijk deze mate van bewijs te vermelden bij de conclusies in het hoofdstuk epidemiologie. Het volgen van deze procedure verhoogt de transparantie van de richtlijn. Het biedt ruimte voor een efficiënte discussie tijdens de bijeenkomsten van de expertgroep en vergroot bovendien de helderheid voor de gebruiker van de richtlijn. Echter, om tot een aanbeveling te komen, zijn er naast het wetenschappelijk bewijs vaak nog andere aspecten van belang, zoals patiënten-voorkeuren, kosten, beschikbaarheid van mensen en middelen (in verschillende echelons) of organisatorische aspecten, maar ook ervaring van de experts. Deze aspecten worden vermeld onder het kopje ‘overige overwegingen’. De uiteindelijke ‘aanbeveling’ is het resultaat van het beschikbare bewijs samen met de overige overwegingen. De expertgroep heeft moeten constateren dat op een aantal punten de wetenschappelijke onderbouwing marginaal is. De expertgroep heeft ervoor gekozen om in deze gevallen wel een aanbeveling te formuleren vanuit de gedachte dat zorgvuldig overwogen aanbevelingen van een expertgroep waardevol zullen zijn voor de dagelijkse praktijk. Doordat inzicht wordt gegeven in het niveau van bewijs, kan de lezer zelf concluderen welk gewicht de onderbouwing heeft waar de aanbeveling op is gebaseerd. De expertgroep beveelt vanzelfsprekend nader onderzoek aan ten aanzien van deze punten. Kosteneffectiviteit Door toenemende aandacht voor kosten in de gezondheidszorg neemt het belang van richtlijnen die doelmatig handelen bevorderen toe. Het gaat daarbij om aanscherping van de indicatiestelling voor diagnostische en therapeutische interventies. De beoogde – optimale – effecten van het medisch handelen blijven echter het belangrijkste criterium voor kwaliteit in medisch specialistische richtlijnen. Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 9 Implementatie In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is geprobeerd rekening te houden met de implementatie van de richtlijn. De expertgroep heeft gelet op de daadwerkelijke uitvoerbaarheid van de adviezen. Daarbij werd ook gelet op factoren die de invoering van de aanbevelingen in de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Het was niet de taak van de expertgroep exact weer te geven hoe de richtlijn geïmplementeerd zou moeten worden. De Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft hiervoor een plan ontwikkeld. De conceptrichtlijn is voor commentaar beschikbaar gesteld op de websites van alle organisaties die in de expertgroep zijn vertegenwoordigd. Op basis van het binnengekomen commentaar is de richtlijn, daar waar de expertgroep dit nodig achtte, bijgesteld. Vervolgens is de richtlijn beschikbaar gesteld aan alle organisaties die in de expertgroep zijn vertegenwoordigd. De diverse besturen van de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen zijn geadviseerd de richtlijn binnen hun vereniging aan te nemen. De richtlijn wordt aangeboden aan diverse (wetenschappelijke) tijdschriften, zoals het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Geneeskunde en Sport en Huisarts en Wetenschap. Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar bevatten op zo goed mogelijk wetenschappelijk bewijs en inzicht gebaseerde aanbevelingen die zorgverleners kunnen gebruiken om kwalitatief optimale zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op ‘algemene extrapolatie en interpretatie van wetenschappelijke gegevens’, moeten zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zonodig, in individueel te beslissen gevallen, afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen kan, als de situatie van de patiënt dat vereist, geïndiceerd zijn. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit wel in overleg met de patiënt, beargumenteerd en ook gedocumenteerd te worden. Herziening Op de website van de VSG zal continu de mogelijkheid bestaan om reacties op de richtlijn te geven. Afhankelijk van het aantal reacties wordt elk jaar (of indien het aantal reacties groot is met meer regelmaat) bekeken of bijstelling van de richtlijn noodzakelijk is. Iedere zorgverlener, ook van andere (wetenschappelijke) verenigingen, heeft de plicht om via de website of via de eigen (wetenschappelijke) vereniging kenbaar te maken als, naar zijn of haar inzicht, de richtlijn door nieuwe (wetenschappelijke) inzichten niet meer actueel is. Zonodig wordt een nieuwe expertgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. Op deze wijze hopen we ‘continu’ een up-to-date richtlijn te hebben. Literatuur hoofdstuk 1 1. Puddu G, Ippolito E, Postacchini F: A classification of Achilles tendon disease. Am J Sports Med 1976;4(4):145-150. 2. WHO Library, 2003. 3. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Handleiding voor werkgroepleden. Utrecht: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg, 2000. NOOT Ten tijde van het opstellen van de richtlijn was geen van de expertgroepleden afhankelijk van of gebonden aan enig financieel of zakelijk belang betreffende het onderwerp van de richtlijn. Richtlijn Chronische achilles tendinopathie, in het bijzonder de tendinosis, bij sporters januari 2007 10
Description: