Multidisciplinaire richtlijn Addendum depressie bij jeugd 2009 Colofon Initiatief ZonMw Financier ZonMw Organisatie Trimbos-instituut Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO Projectleiding Daniëlle van Duin (Trimbos-instituut) Productiebegeleiding Linda Groeneveld Omslagontwerp Conefrey/Koedam BNO, Zeist Lay-out binnenwerk Ladenius Communicatie BV, Houten Druk Ladenius Communicatie BV, Houten ISBN: 978-90-5253-648-4 Deze uitgave is te bestellen via www.trimbos.nl/producten, onder vermelding van artikelnummer AF0897. U krijgt een factuur voor de betaling. Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-2971100 F: 030-2971111 www.trimbos.nl Deze richtlijn is tevens beschikbaar op de websites: www.ggzrichtlijnen.nl en www.cbo.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Organisatiestructuur 5 1 Algemene inleiding 7 1.1 Doelstelling en doelgroep 8 1.2 Uitgangsvragen 8 1.3 Werkgroep en werkwijze 9 1.4 Wetenschappelijke onderbouwing van de aanbevelingen 10 1.5 Juridische betekenis van richtlijnen 12 1.6 Herziening 12 2 Depressie bij Jeugdigen 13 2.1 Klinisch beeld 13 2.2 Comorbiditeit 16 2.3 Prevalentie 16 2.4 Etiologie 16 2.5 Biologische modellen 17 2.6 Operante en sociale competentiemodellen 17 2.7 Cognitieve modellen 18 2.8 Hantering en bejegening 19 3 Screening en diagnostiek 21 3.1 Screening 21 3.2 Instrumenten voor screening 24 3.3 Instrumenten voor diagnostiek 34 3.4 Risicofactoren en Hoog-risicogroepen 39 4 Preventie 45 5 Psychotherapie en andere niet-medische interventies 53 5.1 Psychologische Interventies 53 5.2 Andere niet-medische interventies 58 5.3 Psychotherapie met betrekking tot co-morbiditeit 65 6 Medicamenteuze en andere biologische behandelingen 67 6.1 SSRI’s 67 6.2 TCA’s 74 6.3 Overige medicatie 74 6.4 Lichttherapie 76 6.5 Electroconvulsie therapie 77 7 Combinatiebehandeling 93 8 Gezinscontext 101 9 Stepped-care model voor de behandeling van depressie 107 Bijlage 1: Overzicht zoektermen 113 Bijlage 2: Overzicht aanbevelingen 115 organIsatIestructuur Organisatiestructuur De multidisciplinaire richtlijn Addendum Depressie bij Jeugd is op initiatief van de Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ opgesteld door de werkgroep Depressie bij Jeugd. Hierin werkten beroepsverenigingen en organisaties samen. Het Trimbos-instituut heeft de werkgroep - in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO - methodologisch en organisatorisch ondersteund. Samenwerkende beroepsverengingen en organisaties Werkgroep Naam Beroepsvereniging Werkzaam bij 1. B uitelaar, prof.dr. J.K. Nederlandse Vereniging UMC St.Radboud, (Jan) (voorzitter) voor Psychiatrie (NVvP) Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie Universitair Centrum, Nijmegen 2. K eulen van, drs. Artsen(vereniging) GGD Regio IJssel-Vecht M. (Marijke) Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN) 3. N auta, dr. M.H. Nederlands Instituut van Vakgroep Klinische en (Maaike) Psychologen (NIP/VGCt) Ontwikkelingspsycholo- gie RuG; Accare, Univer- sitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie 4. S tikkelbroek, drs. Nederlandse Vereniging Universiteit Utrecht, Y.A.J. (Yvonne) voor (kinder- en jeugd) faculteit Sociale Psychotherapie (NVP/ Wetenschappen, VKJP) IPEDON, Ambulatorium 5. Ruiter, M, dr. (Marijke) Richtlijnadviseur Trimbos-instituut 6. D uin van, D. drs. Projectleider en richtlijn- Trimbos-instituut (Daniëlle) adviseur 5 organIsatIestructuur Klankbordgroep Naam Beroepsvereniging Werkzaam bij 1. F oks-Appelman, T.L.M. Federatie Vaktherapieën Praktijk voor Creatieve (Theresa) (FVB) Therapie op Zolder 2. S amaritter, R. Federatie Vaktherapieën Praktijk Therapie-in- (Rosemarie) (FVB) beweging, Maastricht 3. J acobs, drs. M. Nederlands Huisartsen Medisch centrum (Maarten) Genootschap (NHG) Maandereng, Ede 4. D r. J.A.M. Nederlandse Vereniging Jeroen Bosch Ziekenhuis Widdershoven voor Kindergeneeskunde (‘s Hertogenbosch) (NVK) 5. H aasteren - Rollema, Nederlandse Vereniging Rivierduinen, afd GGZ- van, T. (Talitha) voor Psychomotorische Leiden Therapie (NVPMT) 6. Tuinman, F. (Frits) Verpleegkundigen en Mondriaan Zorggroep, Verzorgenden Nederland divisie K&J (V&VN) Commentaarfase Naam Beroepsvereniging Bestuur 1. V erpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, Vakcie GGZ (V&VN) Bestuur 2. Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Bestuur 3. N ederlands Instituut van Psychologen, Sector jeugd (NIP) Bestuur 4. V ereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie (VGcT) Bestuur 5. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) Bestuur 6. N ederlandse Vereniging voor (kinder- en jeugd) Psychotherapie (NVP / VKJP) Bestuur 7. N ederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) Bestuur 8. Federatie Vaktherapieën (FVB) Bestuur 9. A rtsen (vereniging) Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN) Bestuur 10. N ederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) Bestuur 11. N ederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) Bestuur 12. Stichting Pandora 6 1 algemene InleIdIng 1 Algemene inleiding In de dsm-iii (APA, 1980) is officiëel het standpunt ingenomen dat depressie ook bij kinderen kan voorkomen. Dit standpunt gaat er vanuit dat depressie zich op alle leeftijden ongeveer gelijk manifesteert en dat men bij kinderen en volwassenen dezelfde soorten van depressie kan onderscheiden. Dit uitgangspunt roept in de dagelijkse praktijk vragen op, bijvoorbeeld over hoe men een depressie bij kinderen kan herkennen, welke instrumenten men voor herkenning en diagnostiek dient te gebruiken en welke behandeling men in het geval van depressieve symptomen het beste kan inzetten. Om een antwoord te geven op deze vragen is deze richtlijn Addendum Depressie bij Jeugd ontwikkeld, als aanvulling op de Multidisciplinaire Richtlijn voor Depressie bij Volwassenen (Richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen cliënten met een depressie, 2005). Het Addendum Depressie bij Jeugd is ontwikkeld als hulpmiddel. Het geeft volgens de laatste inzichten vanuit de wetenschap en (systematische) praktijkervaring, aanbevelingen voor de herkenning, diagnostiek en behandeling van depressie bij jeugdigen. De werkgroep is bij het ontwikkelen van het Addendum op enkele beperkingen gestuit. De belangrijkste betreft het ontbreken van wetenschappelijke data op relevante terreinen. Er zijn slechts weinig studies uitgevoerd die de doelgroep van dit Addendum betreffen: depressie bij kinderen (8-12 jaar) en adolescenten (12-18 jaar). Met betrekking tot de meetinstrumenten bleken veel instrumenten die gangbaar zijn in buitenlandse trials niet beschikbaar te zijn voor Nederland. Instrumenten die wel beschikbaar zijn missen vaak normgegevens. De studies zelf hebben ook beperkingen in hun design. Ten aanzien van de interventie-studies valt op dat de ernst van de klachten, de mate van comorbiditeit, de werving, de leeftijdsgroep, enzovoort sterk van elkaar verschilt. Bovendien is onderzoek naar psychologische interventies zodanig verschillend van medicatiestudies (in oriëntatie, analyses, onderzoektradities) dat de resultaten vrijwel niet vergelijkbaar zijn. Belangrijke verschillen zijn onder meer: de keuze voor de primaire uitkomstmaat (bijvoorbeeld zelfrapportage van symptomen door het kind versus oordeel van de clinicus over globaal functioneren), de keuze voor een dimensionele maat (mate van afname van symptomen na behandeling) versus een categorische maat (remissie bereikt na behandeling), de keuze voor een type controleconditie (placebomedicatie, wachtlijst, actieve controlegroep), het verzamelen van gegevens via “blinde” patienten (gebuikelijk in de dubbel-blinde opzet van medicatieonderzoek, maar niet bij psychotherapieonderzoek) en het al dan niet rapporteren van bijwerkingen. Slechts één studie rapporteert over een directe vergelijking tussen een psychologische behandeling en het gebruik van een antidepressivum (TADS-team; March et al., 2004). Een beperking bij het beoordelen van de effectiviteit van antidepressiva is dat slechts een deel van de studies gepubliceerd wordt (zie bijvoorbeeld Ryan, 2005). Doordat studies die een superieur effect vinden van antidepressiva ten opzichte van een controleconditie meer kans maken te worden gepubliceerd (publicatiebias), is een te positief beeld ontstaan van de effectiviteit van deze medicamenten bij de depressieve stoornis. Slechts een beperkt deel van de studies met een negatief resultaat of onduidelijke uitkomst wordt gepubliceerd. Uit een recente publicatie in de New England Journal of Medicine (Turner, 2008) blijkt dat, als ook niet gepubliceerde trials meegenomen worden in een meta analyse, de effect grootte van antidepressiva in de behandeling van depressies bij volwassenen met gemiddeld 32% afneemt (range 11- 69%). Het optreden van publicatiebias hoeft niet specifiek te zijn voor studies naar de effectiviteit van antidepressiva, en vermoedelijk speelt dit ook voor andere geneesmiddelen en psychotherapeutische interventies. Vooraankondiging van trials in trial registers kan een bijdrage leveren aan het zicht krijgen op de omvang van dit probleem. 7
Description: