ebook img

repertorium op de lenen van de hofstede culemborg, 1251-1648 PDF

326 Pages·2009·1.64 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview repertorium op de lenen van de hofstede culemborg, 1251-1648

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTEDE CULEMBORG, 1251-1648 (1669) door J.C. Kort De lenen buiten Gelderland zijn eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 42 (1987), een uitgave van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie Inleiding Reeds in 1251 kwam Hubert de Schenk, heer van Culemborg, met een leenman voor (hier nr. 168). Vijftig jaar later was opnieuw sprake van leen, dat van Culemborg afhing (hier nr. 368). Daarna treedt een spaarzame regelmaat bij de bekende beleningen op. De eigen registratie van het leenhof wordt daarna gevormd door een grote rij registers, die zich in het Gelders Archief te Arnhem bevindt. Het oudste leenregister, dat geen jaartal draagt, is een zogenaamd manboek en werd omstreeks 1394 opgesteld. Het maakte toen gebruik van ouder materiaal, dat terug kon gaan tot 1340.1 In het begin werden folio 1-23 bijgewerkt, daarna bleven folio 23v-30 vrijwel maagdelijk. Die zullen daarom oudere gegevens bevatten, die niet meer bij de actualiteit aansloten. Folio 31-40 werd wederom aangevuld en de folia hierna niet of nauwe- lijks. Pas vanaf folio 56 tot het eind werd het register gedurig aangevuld. In het register is enige malen sprake van ‘het nieuwe boek’, waarmee het aansluitende, thans verdwenen, register wordt bedoeld. Het volgende register kent een andere opzet dan het eerste, omdat daarin – soms verkorte – akten zijn afgeschreven, welke reeksen per plaats werden geordend. Deze opzet werd in de volgende registers, die onveranderlijk door de registratie als ‘nieuw’ werden aangeduid, volgehouden. Daarmee is de registratie behalve over 1424-1452 en het begin van de zestiende eeuw tot het begin van de zeventiende eeuw volledig overgeleverd. In 1634 werd de registratie echter wezenlijk veranderd door de aanleg van zogenaamde registers van akten van ‘verlij’, die de volledige tekst van de uitgevaardigde leenakten bevatten. In de inventaris worden deze delen enigszins verwarrend als ‘manualen’2 aangemerkt. Tezelfdertijd begon men vier repertoria op dit omvangrijke leenhof, eveneens verwarrend als ‘leenregisters’3 aangeduid. Sporadisch kon gebruik gemaakt worden van de lijsten van heergewaden, die vanaf de zestiende eeuw in de rentmeesterrekeningen zijn afgeschreven. Deze zijn echter zeer beknopt in hun omschrijving der lenen. De lenen in Holland, waaronder enige afkomstig van de Lek (hier met name nr. 10), en Utrecht zijn eerder afzonderlijk gepubliceerd4 alsmede die te Maurik.5 Daarnaast gingen de heren van Culemborg voort met het overnemen – geheel of gedeeltelijk – van andere leenkamers. Zo noem ik die van Hagestein,6 waarvoor de heer een schoon blad in het oude register liet inrichten.7 Vervolgens verwierf de heer in 1395 de leenmannen van de hofstede Bloemenstein,8 in 1414 ge- volgd door twee leenmannen van de hofstede Heulestein.9 In 1452 kocht de heer van Culemborg de leenmannen van Hendrik van Maurik, die bijna allen goed in Maurik hielden.10 Zijn voorlopig laatste aanwinst van leenmannen bestond uit die van de heer van Abcoude, die leen hielden te Rijswijk en Ravenswaay.11 De heer accepteerde deze nieuwe stoet van ruim veertig nieuwe leen- mannen bij wijze van betaling van een nog openstaande schuld van de heer van Abcoude. Inmiddels had de heer middels van huwelijk met Elisabeth van Buren, vrouwe van Ewijk, een bescheiden leenhof geërfd, dat afhing van de hofstede Ewijk. Zelf hield haar vader het goed van dit leenhof van de abdis van Thorn. Behalve in het archief van het stift Thorn bleef er geen origi- nele registratie van bewaard. Datzelfde was het geval met het leenhofje van Steven van Omme- ren die een aantal van de lenen, die hij hield van de heer van Culemborg, aan derden in achter- 1 leen had gegeven. Zijn broer droeg deze mannen in 147612 echter wederom over aan de heer, die ze vervolgens direct zij het sporadisch administreerde. Ook tegen het eind van de vijftiende eeuw verwierf de heer van Culemborg de lenen van Lien- den en Ter Leede13 en die gehouden van Hubert Vonk. Bewerkingen daarvan zijn hier echter niet opgenomen. Een laatste aanwinst voor zijn toch al imposante stoet leenmannen, boekte de heer in het begin van de zestiende eeuw met die van de hofstede Katshage. Daarentegen stootte de heer van Culemborg op 23 juli 1551 een aantal lenen af, omdat die veraf gelegen waren in de stichten Keulen en Munster, Kleef en Wertherbroek.14 Deze moesten voor- taan bij de heerlijkheid Werth verheven worden. De hier geboden bewerking is gelijk aan die van de leenhoven van Gaasbeek.11 Dit houdt in, dat de spelling van eigennamen naar vermogen is genormaliseerd. Wel dient te worden aangetekend, dat ook gebruik is gemaakt van de eerdere bewerking door A.P. van Schilfgaarde, hier aangeduid als vS.15 Deze ontleende behalve aan de registers ook gegevens aan de rentmeesterrekeningen, met name de posten der heergewaden daarin. Deze waren vooral in het begin vrij summier, zodat deze niet alle opnieuw zijn nagezien. Bij gelegenheid is ook gebruik gemaakt van de Gelderse schatting van 1369, wanneer er aanlei- ding was voor de veronderstelling dat het gaat om leenmannen van Culemborg. Dit werk is hier kortweg aangeduid als ‘schatting’.16 Noten: 1. J.C. Kort, Het oudste leenregister van Culemborg, in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, 75, 1984, pp. 35-42. 2. Heren van Culemborg, inv.nrs. 4783-4790. 3. Culemborg, inv.nrs. 4779-4782. 4. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van de hofstede Culemborg (buiten Gelderland), in: ‘Ons Voorgeslacht’, (42) 1987, pp. 43-62, 117-122, 212-220, 365-389, 500-506 en 535-546. 5. J.C. Kort, Het goederenbezit van de heren van Culemborg in Maurik, 1299-1669: in Genealogische Bladen, dl. 2, Arnhem 1993, pp. 66-104. 6. J.C. Kort, Repertorium op de Hagesteinse lenen van de hofstede Culemborg, 1358-1640, in: ‘Ons Voorgeslacht’, (40) 1985, pp. 125-131. 7. Afgebeeld: als noot 1, p. 37. 8. J.C. Kort, De lenen van de hofstede Bloemenstein, 1395-1616, in: ‘Ons Voorgeslacht’, (41) 1986, pp. 320-324. 9. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van de hofstede Heulestein, 1376-1647, in: ‘Ons Voorgeslacht’, (37) 1982, pp. 33-59, aldaar nrs. 5-6. 10. Als noot 5, pp. 105-110. 11. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van Gaasbeek, Hilversum 2001, pp. 23, 124-167 en 204-205. 12. Inv.nr. 4802, regest 2139. 13. Deze lenen lagen in Ede, Heelsum, Kesteren, Leede, Lienden, Meerten, Ommeren en Rhenen. Een repertorium in handschrift door A.P. van Schilfgaarde is aanwezig op het Gelders Archief. 14. 4775 p. 32. 15. In handschrift aanwezig bij het Gelders Archief. 16. P.N. van Doorninck, Schatting van den lande van Gelre voor het Overkwartier en de Betuwe enz., Haarlem 1903. I HOLLAND TER AAR 1. De Vrije hoeve (1474: met land, hofsteden, zaten, huizingen en toebehoren, zijnde de zaat, gebruikt door weduwe Dirk Hendriksz.), zoals de leenheer houdt van Holland. 2 3-4-1379: Bartholomeus van Raaphorst, verwant van de leenheer Berta van Culemborg, vrouwe van Culemborg en de Lek, na koop, Nationaal Archief, Archief Graven van Holland, inv.nr. 709 fol. 52. 23-10-1454: Steven van Raaphorst met lijftocht van Adriaan van Raaphorst, zijn vader, 4773 fol. 1, 4774 fol. 1. 26-7-1455: Albert van Raaphorst met lijftocht van Adriaan van Raaphorst en Agnes van Nije- veld, zijn ouders, 4773 fol. 1v, 4774 fol. 1v. 14-8-1473: Gijsbert van Raaphorst bij dode van Albert, zijn vader, na verzuim op verzoek van Johan van Boekhout, heer van Boelaar enz., zwager van de leenheer, 4774 fol. 2, 4776 fol. 1. 11-11-1474: Jacob Coppier Hendriksz., tollenaar aan de Goudse sluis, bij overdracht door Gijs- bert van Raaphorst, neef van de leenheer, en hij mag turf delven en verkopen, 4774 fol. 3, 4776 fol. 1. 19-9-1477: Willem van Boshuizen bij overdracht door Jacob Coppier Hendriksz., eventueel te komen op Jacob van Boshuizen, zijn broer, met lijftocht van Elisabeth, dochter van Jacob Cop- pier Hendriksz., zijn vrouw, op 50 pond Hollands, 4774 fol. 3, 4775 p. 2, 4776 fol. 2. AARLANDERVEEN 2. Het ambacht Aarlanderveen met tienden, gruit en toebehoren, zoals de leenheer houdt van Holland. 3-4-1379: Bartholomeus van Raaphorst bij koop, AGH., inv.nr. 709 fol. 52. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 1 tot: 25-8-1492: Gijsbert van Raaphorst mag belasten met f 15.- Rijns, 4775 fol. 1v en p. 2. GORINCHEM 3. Een huis en hofstede in Gorinchem aan de Markt (1419: het Marktveld, strekkend van de straat tot Jan Meinaartsz. steeg, enerzijds: Hendrik Blote, anderzijds: Daam Iwijnsz.). ..-.-14..: Willem Calle Willemsz. te Schoonhoven, die verkreeg voor zijn huwelijk met de dochter van heer Jan van Kervenhem, is als man van Arnout van Herlaar in het bezit gehinderd, Codex diplomaticus, dl. 3 eerste afd., pp. 361-362. NB. Zie: ‘De Nederlandsche Leeuw’, (72) 1954, kol. 204. 1-2-1419: Koen van Herlaar zoals heer Jan van Kervenhem, 4772 fol. 86. HEICOP 4. 4 morgen in Overheikop aan de kade (1581: in het land van Leerdam), boven: erven Jan van Acquoy (1502: Jan Arnoutsz.; 1554: vroeger Adriaan Engbertsz. en nu het convent Bethlehem bij Utrecht), beneden: Nikolaas Nikolaasz. (1502: kinderen Gerard Otten c.s.; 1554: erven Floris Hendriksz. c.s.; 1563: weduwe en erven Floris Gerardsz.), (1570: jaarlijks f 13.- Karolus waardig). 22-5-1430: Opdracht van Willem Zuurmond, reeds 1423 als getuige vermeld, aan Gozewijn Simonsz. voor de leenheer, 6487, 4772 fol. 11v. 14-10-1452: Willem Zuurmond, 4773 fol. 3v. 3 2-8-1467: Jacob Gozewijnsz. voor Machteld, dochter van Willem Zuurmond, zijn vrouw, bij dode van haar vader, waarna overdracht aan Johan Gijsbertsz. van Tiel, met lijftocht van Reysen van Tiel, diens moeder, 4773 fol. 3v, 4774 fol. 6v, 4775 p. 10. 12-5-1495: Gijsbert van Tiel bij dode van Jan, zijn vader, met lijftocht van Johanna, zijn zuster, op 1½ morgen, 4775 p. 10, 4776 fol. 10. 4-3-1502: Hendrik Florisz. bij overdracht door Gijsbert van Tiel, 4775 p. 10, 4776 fol. 10. 19-2-1521: Arnout Arnoutsz. bij overdracht door Hendrik Florisz., 4776 fol. 10. 28-11-1554: Dirk Arnoutsz. van Buren bij dode van Arnout Arnoutsz. van Buren, 4776 fol. 10. 16-3-1563: Cornelis Anton Woutersz. bij overdracht door Dirk Arnoutsz. van Buren, 4776 fol. 10, 4777 fol. 314. 19-4-1570: Cornelis Anton Woutersz., 4778 fol. 72v, 4777 fol. 314. 5-11-1581: Gerard Antonsz. voor Hessel Cornelis Anton Woutersz., zijn neef, bij dode van diens vader, na kaveling op het goed van Anton Woutersz., diens grootvader, bevestigd door Aalke, dochter van Hessel Pietersz., Hessels moeder, 4777 fol. 314. 16-6-16..: Cornelis Hesselsz. bij dode van Hessel Cornelisz., 4777 fol. 314v-315. LEIDERDORP 5. Een koren- en smaltiende, (1472: die strekt van Nikolaas van Leeuwen tot Daniel de Brunen weer, thans behorend aan OLV. gasthuis te Leiden), in Achthoven in het gerecht van de burggraaf van Leiden (13..: in Leiderdorp tussen Daniel Bruun Ansemsz. en de Bovensloot). ..-.-13..: Filips Heinenz. met de korentiende en een derde van de smaltiende, 4772 fol. 46. ..-.-13..: Jan Screvel met twee derde van de smaltiende, 4772 fol. 46. ..-.-13..: Pieter Hugo Filipsz. met het geheel, 4772 fol. 27. ..-.-14..: Rembrand Nikolaas van Zwieten Pietersz., 4772 fol. 78v. 26-7-14(23): Rembrand van Zwieten, 4772 fol. 78v. 26-6-1433: Wermboud Johansz. bij overdracht door Remboud van Zwieten, GA. Leiden, St. Annahof, nr. 134a fol. 6. 28-10-1454: Johan Wermboudsz. bij dode van zijn vader, 4773 fol. 1, 4774 fol. 1. 8-12-1455: Lijftocht van Barbara, gehuwd met Johan Wermboudsz., 4773 fol. 1, 4774 fol. 1. 5-6-1467: Willem Nikolaasz. de brouwer, burger van Leiden, bij overdracht door Johan Wermboudsz. met een derde, 4773 fol. 1, 4774 fol. 1v, 4775 p. 4, St. Anna, nr. 134 a fol. 7-8. 14-1-1472: Willem Nikolaasz., burger van Leiden, die 2-6-1472 de smaltiende koopt, bij overdracht door Johan Wermboudsz. met de resterende twee derde, bevestigd door Barbara, diens vrouw, 4774 fol. 1v, 4773 fol. 1, 4775 p. 4, St. Anna, nr. 134 a fol. 8-9. 19-9-1491: Willem Willemsz., burger van Leiden, niet te verzuimen, St. Anna, nr. 134a fol. 9. 10-7-1492: Willem Willem Nikolaasz., burger van Leiden, bij dode van zijn vader, 4775 p. 4, 4776 fol. 4v, St. Anna, nr. 134a fol. 9. 3-8-1507: Willem Willemsz., Clemens Willemsdr., gehuwd met Jan Nannenz., en wijlen Sofia Willemsdr., gehuwd met Jan Kerstantsz., erfgenamen van Willem Nikolaasz. en Hildegonde Willemsdr., hun ouders, stichten het St. Annahof te Leiden aan de Hooigracht en verbinden o.a. het leen, F. van Mieris, Beschrijving van Leyden, dl. 1, pp. 277-279. 5-7-1515: Willem Willem Nikolaasz., burger van Leiden, krijgt ten eigen, St. Anna, nr. 134 a fol. 9v-10. DE LEK 6. Het land van de Lek in de Alblasserwaard. 4 23-10-1433: Hubert, bastaard van Johan, heer van Culemborg en de Lek, leenheer, nog 1435 als getuige vermeld, 6470, 4859. NIEUWLAND 7. 3 morgen in Lang Nieuwland, enerzijds: erven Willem Rutgersz. anderzijds: Hendrik Stevensz. en erven Willem Rutgersz. 16-3-1367: Opdracht van Lambert Millinc, ridder, aan Ernst van Zoelmond voor de leenheer, 6479, 4772 fol. 10. ..-.-13(9).: Daam, zoon van heer Lambert Millinc, 4772 fol. 10. 15-5-1405: Lambert Millinc heer Daamsz. niet te verzuimen, 4772 fol. 10. LIESVELD 8. Een viertel in Gelkenesse (1452: in het gerecht van Liesveld tegenover Schoonhoven), (1565: strekkend van de Oude Ammers tot de Lekstroom), boven: Herbaren Bruscher (14..: Willem Nikolaasz.; 1478: Hildebrand Killenz.; 1565: Cornelis Jansz.; 1578: Maarten Cornelisz.; 1617: Maarten Hubertsz.), beneden: Dirk van der Mate (14..: Nikolaas van der Molen; 1473: Dirk van der Molen; 1478: Arnout Damenz.; 1505: erven Jacob Woutersz. en kinderen Arnout Damenz.; 1541: erven Wouter Jacobsz.; 1565: de leenman; 1617: erven Maarten Cornelisz.). ..-. -13(94): Timan Tolsz., 4772 fol. 35. ..-.-14..: Kerstant Albertsz. zoals Timan Tolsz., 4772 fol. 35. ..-.-14..: Albert Kerstantsz. zoals zijn vader, 4772 fol. 35. 26-7-1423: Albert Kerstantsz. met ledige hand, 4772 fol. 35. 26-9-1452: Dirk Robijn Jansz. bij overdracht door zijn vader, 4773 fol. 2v. 31-3-1456: Arnout de Vroede bij overdracht door Dirk Robijn, 4773 fol. 2v. 24-4-1465: Johan van Werkhoven, kistenmaker te Utrecht, voor het kartuizerklooster bij Utrecht bij overdracht door Arnout de Vroede, 4773 fol. 2v, 4774 fol. 5. 29-4-1473: Hendrik van Dobben, burger van Schoonhoven, voor het regulierenklooster bij Schoonhoven, genaamd in de Hem, zoals de kartuizers bij Utrecht, 4775 p. 3. 14-10-1478: Gijsbert Gerardsz. voor Johan Gerardsz., geprofest broeder van de Hem, voor het klooster bij dode van Hendrik van Dobben, 4775 p. 3, Klooster de Hem, inv.nr. 101. 1-10-1485: Cornelis Gijsbertz. bij overdracht door broeder Jan Gerardsz. voor prior en convent van de Hem, 4775 p. 3. 15-5-1490: Jacob Woutersz. bij overdracht door Cornelis Gijsbertsz., 4775 p. 3, 4776 fol. 4. 12-8-1505: Wouter Jacobsz. bij dode van Jacob Woutersz., zijn vader, 4775 p. 3, 4776 fol. 4. 14-6-1541: Allard Woutersz. bij dode van Wouter Jacobsz., 4776 fol. 4. 22-9-1556: Allard Woutersz., 4776 fol. 4. 13-6-1565: Pieter Allardsz. bij overdracht door Allard Woutersz., 4776 fol. 4, 4777 fol. 324 en 327. 11-7-1578: Pieter Cornelisz. voor Allard Pietersz. bij dode van Pieter Allardsz., diens vader, 4777 fol. 324. 21-9-1594: Hulde van Allard Pietersz., 4777 fol. 324. 9-9-1602: Maarten Hubertsz. bij overdracht door Allard Pietersz., 4777 fol. 327. 6-2-1617: Hubert Maartensz. bij dode van Maarten Hubertsz., 4777 fol. 327. 5 19-3-1630: Anneke Meerkens zoals Hubert Maartensz., die aankwam van Maarten Hubertsz., 4777 fol. 327. 9. Een viertel in Gelkenesse, boven: Jan de Buuscher, beneden: kinderen Gerard Wil- lemsz. ..-.-13..: Matthijs Walichsz., 4772 fol. 46. 10. Een viertel, (1423: zijnde 3 morgen), in Gelkenesse (1423: in het land van Liesveld, strekkend van de Lek tot de Ammers), boven: Jan de Buuscher (13..: Jacob Voornke; 1421: Jan IJsbrandsz.), beneden: Dirk de Rode (13..: Jacob Voornke; 1421: Jan IJsbrandsz.). ..-.-13..: Pieter Voornke, 4772 fol. 46. ..-.-13..: Heil, dochter van Pieter Voorn, zoals roerend van het goed van de Lek, 4772 fol. 15. ..-.-13..: Jacob Voorn zoals Hille Vlassenbaarts, 4772 fol. 15 en 36. 24-9-1421: Katharina Jacobsdr., gehuwd met Gerard Gerardsz., 4772 fol. 76. 26-7-1423: Gerard Jan IJsbrandsz. bij overdracht door Gerard Gerardsz. voor Katharina Jacobsdr., 4772 fol. 76. 11. Een viertel in Gelkenesse (13..: t’enden Graveland), boven: Jacob Loefsz., beneden: Pieter Voornke. ..-.-13..: Jan de Buuscher, 4772 fol. 46. ..-.-13..: Gijsbert van Tienhoven voor Machteld, dochter van Jan Buuscher, 4772 fol. 36. ..-.-13..: Jan de Buuscher Wikenz., 4772 fol. 35. ..-.-1397: Heer Johan Geredii krijgt ten eigen en zal 4 morgen in het land van Arkel of het land van Culemborg opdragen, bevestigd door Wouter Koevoet van Bovendaal, 4772 fol. 35. NIEUW-LEKKERLAND 12. De hofstede Schonenberg met 13 morgen, die de leenheer houdt van de graaf van Kleef. ..-.-13(94): Hubert van Mijnden, als getuige nog vermeld 1402, wanneer hij zegelt: een geschaakt schuinkruis, beladen met een barensteel van drie hangers, 4772 fol. 3, 5436. OUDERKERK AAN DE IJSSEL 13. Een halve hoeve in Ouderkerk aan de IJssel, west: Willem Poelen, oost: Willem van den Zijl. ..-.-13(5.): Reiger Jan Florisz. met lijftocht van Elisabeth, zijn vrouw, op de mindere helft, 4772 fol. 29. ..-.-13..: Jacob Gerardsz., 4772 fol. 7. ..-.-13(94): Arnout van Riede Gijsbertsz. zoals Jacob Gerardsz., 4772 fol. 7. 14. 5 (1394:6) morgen met timmering in Ouderkerk, boven: Marcelis Jansz. (14..: west: Albert van Egmond; 1457: de persoon van Ouderkerk), beneden: de leenman met 1 gaarde (14..: oost: de leenman; 1457: de kerk van Ouderkerk met 3 morgen). 6 ..-.-13(94): Jan Meiersz. met lijftocht van Beatrijs, zijn vrouw, op de helft, 4772 fol. 7 en 29. ..-.-14..: Hugo Meier, 4772 fol. 53v. ..-.-14..: Jan Hugenz., 4772 fol. 53v. ..-.-1414: Elisabeth, dochter van Hugo Meier, 4772 fol. 53v. 1-9-1457: Pieter Hendriksz. zoals Cornelis, dochter van Jan Dirksz., 4773 fol. 2v. 3-7-1469: Hendrik Pieter Hendriksz. bij dode van zijn vader, 4773 fol. 5, 4774 fol. 5, 4774 p. 3. ..-.-1472: Hendrik Pieter Hendriksz. vermeld met 3 morgen, die 3 pond waardig zijn, AGH., inv.nr. 877 fol. 168. 13-4-1481: Hendrik Pieter Hendriksz., 4775 p. 3, 4776 fol. 3. 15-12-1487: Adriaan Nikolaasz. bij overdracht door Hendrik Pieter Hendriksz., 4776 fol. 3. 7-2-1520: Jan Adriaansz. bij dode van Adriaan Nikolaasz., zijn vader, 4776 fol. 3. ..-11-1522: Anton Adriaansz. bij overdracht door Jan Adriaansz., zijn broer, 4776 fol. 3. 22-6-1541: Vincent Nikolaasz. bij overdracht door Anton Adriaansz., 4776 fol. 3. 27-4-1556: Vincent Nikolaasz., 4776 fol. 3. 1-9-1598: Willem Vincentsz. bij dode van Vincent Nikolaasz., zijn vader, 4776 fol. 3. 23-11-1614: Cornelis Eldersz. te Ouderkerk bij overdracht door Willem Vincentsz., 4776 fol. 3v. OUDSHOORN 15. Het ambacht Oudshoorn met tienden, gruit en toebehoren, zoals de leenheer houdt van Holland. 3-4-1379: Bartholomeus van Raaphorst bij koop, AGH., inv.nr. 709 fol. 52. De volgende beleningen zijn tot 1473 gelijk aan nr. 1. STREEFKERK 16. 5 morgen in Streefland, (1453: zijnde een viertel; 1470: genaamd Bocxviertel, groot 6 morgen), (1569: strekkend van de Lek tot de kade), boven: Jan Willemsz. (1453: Dirk Willemsz.), beneden: Bertout Jansz. (1453: Dirk Willemsz.), oost (1470: Adriaan Dirksz.; 1569: Louw Pietersz.; 1601: Cornelis Florisz. en kinderen), west (1470: Joost Meeusz. met kinderen en Foppe Willem Dirksz.; 1569: Simon Adriaansz. c.s.; 1601: Jasper Dirksz., de leenman, Willem Jacobsz. en Elisabeth Spaans, weduwe te Dor- drecht). 1-7-1419: Pieter Arnoutsz., 4772 fol. 86. 28-8-1453: Reiner Arnoutsz., 4773 fol. 2v. 17-12-1467: Jacob Lambertsz. voor Rutger Reiner Arnoutsz. bij dode van diens vader, 4773 fol. 2. 27-7-1470: Gijsbert Jansz. voor Rutger Reiner Arnoutszz., nadat de heer van Culemborg zijn hulde overdroeg aan de heer van Nassau, 4773 fol. 2v, Nassause Domeinraad 6462 fol. 9. 18-5-1474: Hulde van Rutger Reiner Arnoutszz., N.D. 6462 fol. 9. Het leen 16 gesplitst in 16A, 16B en 16C. 16A. De helft van een half viertel, (1569: jaarlijks 6 pond waardig). 2-12-1506: Jan Willemsz. bij dode van Willem Arnoutsz., zijn vader, Nassaus Domein, 6463 fol. 20v. 7 ..-.-1569: Jan Jansz., die aankwam bij overdracht door Jan Willemsz., zijn vader, te Streefland vermeld, AGH., inv.nr. 744 fol. 51. 30-7-1570: Adriaan Jansz. te Streefkerk bij dode van Jan Jansz., zijn vader, AGH., inv.nr. 745 c.Polanen fol. 29v, Nassaus Domein, 6464 fol. 67-68. 5-12-1601: Anton Hendriksz. te Streefland bij overdracht door Cornelis Jansz. voor Aaltje Jansdr., diens vrouw, Nassaus Domein 6465 fol. 67v-68. 28-4-1642: Pieter Cornelisz. voor Jan Cornelisz. bij dode van Cornelis Jansz., diens vader, Nassau la Lecq, inv.nr. 336. 16B. De helft van een half viertel, (1569: jaarlijks 6 pond waardig). 2-12-1506: Maarten Willemsz. bij dode van Willem Arnoutsz., zijn vader, N.D. 6463 fol. 20v- 21. 1-12-1528: Simon Adriaansz. bij overdracht door Hubert Simonsz., N.D. 6463 fol. 20lv-202. ..-.-1569: Willem Willemsz., die aankwam bij overdracht door Simon Adriaansz., te Streefland vermeld, AGH., inv.nr. 744 fol. 51. 16C. Een half viertel. 17-6-1516: Maarten Jansz. voor Willem Jan Maartensz., zijn neef, bij overdracht door Arnout Florisz., N.D. 6463 fol. 105. 24-8-1523: Maarten Jansz. voor Jan Willemsz., zijn neef, bij dode van Willem Jan Maartensz., diens vader, N.D. 6463 fol. 144. 14-10-1568: Willem Jansz. bij dode van Jan Willemsz., zijn vader, N.D. 6464 fol. 2v. Het leen 16C gesplitst in 16D en 16E. 16D. De helft van het leen, jaarlijks 6 pond waardig. ..-.-1569: Jan Jansz., die aankwam bij overdracht door Rochus Matthijsz., te Streefland vermeld, AGH., inv.nr. 744 fol. 51. De volgende beleningen zijn gelijk aan nr. 16A. 16E. De helft van het leen, jaarlijks 6 pond waardig. ..-.-1569: Willem Willemsz., die aankwam bij overdracht door Simon Hubertsz., te Streefkerk vermeld, AGH., inv.nr. 744 fol. 51v-52. II HEUSDEN en GELRE BABILONIËNBROEK 17. 10 morgen in Babiloniënbroek, (1564: genaamd Jerusalemskamp), met dijk, sloot en wetering, strekkend van de Broekse straat tot de midgraaf, tussen erven Arnout van Gent Nikolaasz. en het land van Altena, west: erven Jacob van Assum (1564: Jacob Govertsz.), oost: Hendrik van Drongelen (1564: Matthijs Jansz. en Jan Arnoutsz.), (1564: zuid: de ban van Meeuwen, noord: de ban van Waardhuizen), (1570: jaarlijks f 42.- Karolus waardig). 8 10-3-1461: Wenemar de Moolnaar Arnoutsz., 4775 p. 153. 27-5-1500: Adriaan Joost Wenemarsz. bij dode van Wenemar de Moolnaar, zijn vader, 4775 p. 153. 3-11-1513: Michiel Pietersz. voor Adriaan, zijn zoon, 4775 p. 153. 28-4-1522: Anton Bernardsz. van Baardwijk bij overdracht door Michiel Pietersz. voor Adriaan, diens zoon, 4775 p. 153. 3-5-1547: Cornelis Anton Bernardsz. bij dode van zijn vader, waarna overdracht aan Joost de Wit Lambertsz., 4776 fol. 278 bis. 29-8-1564: Lieven Jansz. voor Abel Arnoutsz., zijn neef, bij overdracht door Joost de Wit te Waalwijk in de Langstraat, diens grootvader, 4776 fol. 278 bis. 17-1-1568: Hulde van Abel Arnoutsz., 4776 fol. 278 bis. 29-4-1570: Lieven Jansz. voor Abel Arnoutsz., die buitenslands is, 4778 fol. 132. 10-4-1600: Geermijn Paulusz., oudste zoon van Janneke, dochter van Joost de Wit, bij dode van zijn moeder, hoewel ten onrechte was overgedragen aan Abel Arnoutsz., 4776 fol. 281. Van het leen 17 is nr. 17A afgesplitst. 17A. 7 morgen van het leen. 13-10-1614: Mr. Johan Dedel, advokaat te Heusden, voor Cornelis Blankart bij overdracht door Geermijn Paulusz., notaris te Waalwijk, 4776 fol. 281. 19-2-1624: Johan Blankart Nikolaasz. bij overdracht door Willem Dirksz. van Malsen, notaris te Culemborg, voor Cornelis, zijn broer, 4776 fol. 291. ZUILICHEM 18. Een hoeve in Zuilichem. ..-.-13(94): Heer Arnout van Herlaar, heer van Poederooien, en Otto van Hemert, broers, die samen opgedragen hadden, 4772 fol. 10. 19. 4 morgen in Zuilichem in Kort Poederooien, enerzijds: erven Yke Hermansz. (1453: Jan Hermansz.; 1481: Dirk Helmichsz.; 1555: erven Adriaan Egbertsz.), anderzijds: Gijsbert de Groot (1453: Jan de Grote en de leenman; 1472: Elisabeth van Herlaar en van Zuilichemmer einde Rudolf Evertsz.; 1481: Jacob Arnoutsz.; 1555: Adriaan Jansz.), zonder tijns en dijk, (1570: jaarlijks ƒ 14.- à ƒ 15.- jaarlijks waardig). 25-8-1405: Arnout van Herlaar Herbarenz., schepen van Zuilichem, na verkoop aan Dirk Jansz. voor de leenheer voor f 200.-, 1787 fol. 395, 4772 fol. 69. 23-7-1453: Arnout van Herlaar Herbarenz., 4773 fol. 58v, 4774 fol. 73. 22-11-1472: Herbaren van Herlaar bij dode van Arnout, zijn vader, 4774 fol. 73, 4775 p. 149. 27-2-1483: Herbaren van Herlaar Arnoutsz., waarna overdracht aan Johan Vorterman Jansz., te lossen met f 100.- Rijns, 4775 p. 149. 7-10-1492: Pieter Remboudsz. bij overdracht door Johan Vorterman, 4775 p. 149. ..-.-1...: Nikolaas Jansz. voor Rutger, dochter van Pieter Remboudsz., bij dode van haar vader, 4775 p. 149. 25-5-1555: Jan Adriaansz. bij dode van Arntje, dochter van Herbaren van (Herlaar), zijn grootmoeder, na verzuim door Adriaan Engbertsz., 4777 fol. 34. 10-8-1556: Jan Adriaansz., 4777 fol. 34. 10-4-1570: Jan Adriaansz. met ledige hand, 4778 fol. 12v-13, 4777 fol. 34. 9 6-8-1580: Gerard Jansz. te Veen voor Imbert of Engbert, zoon van Imbert Adriaansz., te Aalst bij dode van Jan Adriaansz., diens oom, 4777 fol. 34, 4795. 23-8-1580: Pieter Adriaansz. voor Elisabeth, weduwe Adriaan Imbertsz., zijn moeder, bij dode van Jan Adriaansz., haar zoon, 4777 fol. 34. 30-10-1630: Eimert Adriaansz. van Zuilichem, ruiter onder graaf de Meschau te Heusden, bleef tegen Elisabeth in bezit, 4777 fol. 34. Het leen 19 gesplitst in 19A, 19B en 19C. 19A. 1 morgen, zijnde drie akkers, enerzijds: Adriaan Jansz., anderzijds: Adriaan Engbertsz. 29-10-1630: Pieter Pietersz. bij overdracht door Eimbert Adriaansz., 4777 fol. 35. 16-3-1643: Joris Willemsz. voor Grietje, dochter van Pieter Pietersz., bij dode van haar vader, 4783 fol. 163. 19B. 2 morgen, strekkend tot de bandijk. 12-5-1641: Herman Jansz. bij overdracht door Eimert Eimertsz. alias Eimert Adriaansz., 4783 fol. 129. 19C. 1 morgen, enerzijds: Adriaan Jansz., anderzijds: erven Adriaan Engbertsz. 7-3-1643: Jan Eimertsz. bij dode van Eimert Eimertsz., zijn vader, 4783 fol. 162. 4-9-1647: Alexander Eten voor Emmeke Jansd, bij dode van Jan Engbertsz., haar vader, 4784 fol. 249v-250. 20. 2 morgen in Zuilichem in Lang Poederooien tussen de leenman en Jan Nikolaasz. van Giessen. ..-.-13(94): Herbaren van Herlaar, broer van de heer van Poederooien, die opdroeg, 4772 fol. 10. III LAND VAN HAGESTEIN EVERDINGEN 21. Huis en hofstede Essestein met erf, (1640: groot 4 morgen), waarden (1452: in de Lek naast de steeg; 1640: en boomgaard, gelegen in Everdingen), boven: Gerard van Helsdingen Jansz. (1503: Pieter Rudolfsz.; 1562: erven Willem Geerlofsz.; 1581: Anton Dirksz. Stamer; 1640: oost: Jan Reinersz. met 4 hont erfpacht), beneden: de steeg, genaamd Everdingse gemeente, (1640: west: de scheiding van Everdingen en Hage- stein), (1640: noord: de dijk met de Haag, zuid: Dirk van Everdingen en Melchior van Culemborg Hubertsz. met een geertje, dat Jan Gozewijnsz. in erfpacht heeft), (1570: jaarlijks f 400.- Karolus waardig). 5-1-1417: Gijsbert, bastaard van Culemborg, 4772 fol. 85. 26-7-1423: Gijsbert, bastaard van Culemborg, 4772 fol. 85. ..-.-14..: Jutte, gehuwd met Hubert van Essestein, bij overdracht door Gijsbert van Culemborg, bastaard, 4772 fol. 85. 10

Description:
een uitgave van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie. Inleiding. Reeds in 1251 kwam Hubert de Schenk, heer van 17-3-1623: Jan van Hattem voor Govert van Hattem Bartholomeusz. bij dode van Antonietta van. Hattem, 4777 fol. 151. 443I. De helft van het leen, (1650: dat nu door aanwas
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.