Description:Een jager, Torka, zijn grootvader en Lonit een jong meisje, zijn de enige overlevenden van hun volk na de aanval van een woedende mammoet. Samen trekken ze naar het oosten, waar de zon opgaat en de kuddes heen trekken. Karana is een kleine jongen die door zijn vader in de storm is achtergelaten en die in hun groepje wordt opgenomen. Ze ontdekken een grot die hun nieuwe woning wordt. Maar als een groep jagers hun kamp binnendringt, worden ze verdreven en zijn opnieuw aan de storm overgeleverd. Na enige omzwervingen ontmoeten ze de familie van Karana, een volk dat geleid wordt door een onbetrouwbare tovenaar. Deze roman speelt in de ijstijd toen Siberië en Alaska nog met elkaar verbonden waren. Het boek geeft een duidelijk beeld van het menselijk bestaan zo'n dertig- tot veertigduizend jaar geleden. Levensecht wordt de dagelijks terugkerende strijd om te overleven geschilderd, de enorme natuurkrachten, het zoeken naar voedsel, de wilde dieren en elkaar bevechtende volken. Het eerste deel van een serie, te vergelijken met 'De Aardkinderen' van Auel. Het is zeker net zo spannend, boeiend en levensecht.