Beschrijving
In Over de liefde wordt een vrouw verlaten: haar derde lange liefdesrelatie is stukgelopen, zonder dat zij een idee heeft waardoor, door wie of waarom. Voor de zoveelste keer in haar leven is zij alleen, in de steek gelaten, op de rand van een depressie. Dan overkomt haar een ernstig ongeluk, waaraan ze een gaatje in haar geheugen overhoudt: hoe gebeurde dat ongeluk? De zoektocht naar wat de hersenen voor haar versluierd willen houden, leidt haar terug naar haar jeugd, toen ze voor de allereerste keer verliefd was.
Recensie(s)NBD|Biblion recensieMeijsing (1947) heeft vaker autobiografisch geschreven, zoals in '100% chemie' en 'Moord en doodslag' dat ze samen met haar broer Geerten schreef. Zo ook in deze nieuwe roman. De lesbische ik-persoon wordt door haar (derde) geliefde bedrogen, wat bij haar herinneringen oproept aan haar eerdere relaties en eerste verliefdheid. De bedriegende geliefde modelleert Meijsing overduidelijk naar haar ex-vriendin Xandra Schutte, toen hoofdredacteur van Vrij Nederland, en de ik heeft veel trekjes van Meijsing zelf. Met name het feit dat iedereen al van het bedrog wist behalve zij, leidt bij de ik tot schaamte en de wens zich nooit meer in het openbaar te vertonen. Het verhaal wordt een bijna plotloze monoloog waarin de vertelster zich aan een zelfonderzoek onderwerpt en zich voorzichtig weer onder de mensen begeeft. Ze doet dat niet zonder bitterheid en woede, maar vooral ook met humor en zelfkritiek. Een essayistisch en boeiend verhaal - wel met een ietwat hoog grachtengordelgehalte - over schaamte, liefde, ongeluk, bedrog en verdriet, waarin toeval een belangrijke rol speelt. Vrij kleine druk.