Margriet de Moor maakte bij her entree in de republiek der letteren in 1988 grote indruk met haar verhalenbundel Op de rug gezien. Vrijwel elke recensent viel het op dat haar stilistische gaven niet anders dan volwassen genoemd konden worden, en ook de technische beheersing van het ambacht werd omstandig geprezen. De zeven verhalen gaan over mensen die proberen toegang te krijgen tot een wereld die zich slechts tegenstribbelend kenbaar wil maken. Op de rug gezien is een klassiek debuut, en verdient het om in de oorspronkelijke vorm heruitgegeven te worden.