ebook img

Naar een geïntegreerd personeelsbeleid in Sint-Niklaas? PDF

124 Pages·2014·1.54 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Naar een geïntegreerd personeelsbeleid in Sint-Niklaas?

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 – 2014 Naar een geïntegreerd personeelsbeleid in Sint-Niklaas? Onderzoek over de geplande integratie van de personeelsdiensten van OCMW en stadsbestuur Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Bestuurskunde en Publiek Management Kim Geldof onder leiding van Prof. Dr. Filip De Rynck ABSTRACT Today, local governments are increasingly confronted with the trend to join forces. This master thesis treats the cooperation between the human resources departments of the “public centre for social welfare” and the city government of Sint-Niklaas: the establishment of a shared service. Literature concerning mergers offers various conditions that have to be satisfied in order to make a shared service successful. On the one hand research distinguishes rather practical conditions such as the coordination of procedures, powers and direction, the space of time provided by both governments and the capacity load. On the other hand research points out “the human factor” in merger projects: the creation of a support base, communication about the goal and the course of the project and the trust between both governments and departments. Research indicates that these “personnel issues” are the cause of failure of at least half of the failed mergers. The research in this master thesis is guided by following research-questions: “What are de differences and similarities between the human resource departments of the “public centre for social welfare” and the city government of Sint-Niklaas in terms of human resources policy and organizational culture? What role and position do both human resource departments have in the human resources policy-making? What is the potential impact of all this on the establishment of a shared service?”. The examination of the differences and similarities in human resource policy and organizational culture is based on interviews with several staff members of both human resource departments and with other relevant actors. In addition several documents were analyzed, such as decisions of the council of the city government and “public centre for social welfare”, decrees and the internal rules. The results of this research show important differences concerning the procedures used by the human resource departments, especially the procedures with reference to payroll and HR. The formal powers of the authorities are similar. This brings up questions about the employers’ authority, which can lead to complicated situations. As regards the impact of the actors in the human resource policy, the approach of the “public centre for social welfare” corresponds to the notions of modern human resource management: a high level of involvement of the managementteam. Analysis of the organizational culture of both human resource departments shows important differences in addition to a number of similarities, for example the pro-active and participative culture in the city government in contrast to the rather resigned attitude in the public centre for social welfare. Lokale besturen worden de dag van vandaag steeds vaker geconfronteerd met de trend om nauwer samen te werken. Deze masterproef handelt over de samenwerking tussen de personeelsdiensten van het OCMW- en stadsbestuur van Sint-Niklaas, namelijk de oprichting van een shared service. Fusieliteratuur geeft verschillende randvoorwaarden weer om van een fusieproject een succes te maken. Enerzijds zijn er de eerder praktische voorwaarden zoals afstemming van de werkprocessen, aansturing, taken en bevoegdheden, de tijd die de besturen voorzien voor het project en de capaciteit van de besturen. Anderzijds onderscheidt onderzoek randvoorwaarden aan de “menselijke kant” van fusieprojecten zoals draagvlak bij de medewerkers, communicatie omtrent de doelstellingen en het verloop van het project en vertrouwen tussen de besturen en integrerende diensten. Onderzoek wijst uit dat bij de helft van de mislukte fusies dergelijke “personeelsproblemen” aan de oorzaak liggen. Het onderzoek in deze masterproef wordt gestuurd door volgende onderzoeksvragen: “Welke verschillen en gelijkenissen vertonen de personeelsdiensten van OCMW en stadsbestuur Sint- Niklaas op vlak van personeelsbeleid en organisatiecultuur? Wat is de rol en de positie van de respectievelijke personeelsdiensten in het personeelsbeleid? Wat is de mogelijke impact van dit alles op het toekomstige integratieproces van beide personeelsdiensten?”. De verschillen en gelijkenissen in personeelsbeleid en organisatiecultuur worden onderzocht aan de hand van interviews met de medewerkers van beide personeelsdiensten en met andere relevante spelers in het personeelsbeleid. Tenslotte worden verschillende documenten geanalyseerd, zoals diverse OCMW- en gemeenteraadsbeslissingen, het OCMW- en gemeentedecreet en het huishoudelijk reglement. Op vlak van personeelsbeleid tonen de onderzoeksresultaten belangrijke verschillen inzake werkprocessen, voornamelijk de werkprocessen omtrent loonadministratie en HR. De formele bevoegdheden van de spelers zijn gelijklopend maar roepen vragen op m.b.t. het werkgeversgezag. Indien beide besturen de juridische werkgevers van de personeelsleden blijven kan dit leiden tot complexe situaties. Wat betreft de impact van de spelers op het personeelsbeleid toont de analyse aan dat de aanpak van het OCMW dichter aanleunt bij de opvattingen over modern personeelsbeleid: een grote impact van het managementteam en betrokkenheid van alle departementshoofden. Op vlak van organisatiecultuur vertonen beide personeelsdiensten naast een aantal gelijkenissen ook belangrijke verschillen, bijvoorbeeld de pro-actieve en participatieve cultuur in de stad tegenover de eerder afwachtende en gelaten houding in het OCMW. DANKWOORD Eerst en vooral wil ik mijn ouders, zus en vriendin bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun tijdens mijn studiejaren. Ook in moeilijkere tijden bleven zij in mij geloven waardoor ik er steeds met hernieuwde moed voor kon blijven gaan. Verder wil ik mijn promotor prof. Dr. Filip De Rynck bedanken voor zijn goede raad, kritische opmerkingen en tips. Zijn feedback moedigde me steeds aan om nog een stapje verder te gaan. Een speciaal dankwoord gaat uit naar de OCMW- en (adjunct-)stadssecretaris van Sint- Niklaas, de medewerkers van de personeelsdiensten van OCMW en stadsbestuur en de consultant van Möbius. Mede dankzij hun inspanningen en eerlijke antwoorden kwam het empirisch gedeelte tot stand. In het bijzonder wil ik Christophe Rutten bedanken voor zijn inspanningen en hulp. Tenslotte wil ik de vrienden en familie bedanken die me gedurende de afgelopen maanden hebben gesteund. Zij toonden begrip op de momenten dat ik afwezig was of weinig tijd voor hen had. INHOUD Abstract ...................................................................................................................... Dankwoord ................................................................................................................. Inhoud ........................................................................................................................ Lijst met figuren en tabellen ...................................................................................... Figuren ........................................................................................................................................................... Tabellen ......................................................................................................................................................... Inleiding .....................................................................................................................1 Aanleiding .................................................................................................................................................... 1 Onderzoeksvraag .......................................................................................................................................... 3 Opbouw........................................................................................................................................................ 3 Deel 1. Conceptueel kader.........................................................................................4 1. Samenwerking tussen gemeente en OCMW .......................................................................................... 4 1.1. Inleiding ...................................................................................................................................... 4 1.2. De Vlaamse context ..................................................................................................................... 5 1.3. Kernconcepten ............................................................................................................................. 6 1.4. Wat zijn shared services? ............................................................................................................. 7 1.5. Vormen van shared services ......................................................................................................... 7 1.6. Waarom shared services? ............................................................................................................. 8 1.7. Nadelen van shared services ......................................................................................................... 9 1.8. Voorwaarden voor het invoeren van shared services ..................................................................... 9 1.9. Faalfactoren ............................................................................................................................... 11 1.10. Besluit samenwerking gemeente en ocmw .................................................................................. 11 2. Organisatiecultuur .............................................................................................................................. 11 2.1. Inleiding .................................................................................................................................... 11 2.2. Wat is organisatiecultuur? .......................................................................................................... 12 2.3. Onderzoek naar organisatiecultuur.............................................................................................. 12 2.4. Het belang van organisatiecultuur voor integratieprojecten ......................................................... 14 2.5. Besluit organisatiecultuur ........................................................................................................... 16 3. Personeelsbeleid in lokale besturen ..................................................................................................... 16 3.1. Inleiding .................................................................................................................................... 16 3.2. De context van personeelsbeleid in lokale besturen ..................................................................... 17 3.3. Personeelsbeleid georganiseerd .................................................................................................. 18 3.4. Besluit personeelsbeleid ............................................................................................................. 21 Deel 2. Methodologie ............................................................................................... 22 1. Situering van de case .......................................................................................................................... 22 2. Methode ............................................................................................................................................. 23 2.1. Onderzoeksvraag ....................................................................................................................... 23 2.2. Methode .................................................................................................................................... 23 3. Kritische reflecties ............................................................................................................................. 27 Deel 3. Onderzoeksresultaten ................................................................................. 28 1. Inleiding............................................................................................................................................. 28 2. Algemene beschrijving ....................................................................................................................... 28 2.1. Stad Sint-Niklaas ....................................................................................................................... 28 2.2. OCMW Sint-Niklaas .................................................................................................................. 30 3. Analyse van de onderzoeksvariabelen ................................................................................................. 32 3.1. Inleiding .................................................................................................................................... 32 3.2. Personeelsbeleid ........................................................................................................................ 33 3.3. Organisatiecultuur ...................................................................................................................... 65 Deel 4. Algemene conclusie en aanbevelingen ........................................................ 81 Literatuurlijst .......................................................................................................... 89 Boeken en artikelen .................................................................................................................................... 89 Internetbronnen .......................................................................................................................................... 91 Interviews................................................................................................................................................... 94 Interne documenten .................................................................................................................................... 95 Juridische bronnen ...................................................................................................................................... 95 Bijlagen .................................................................................................................... 97 Bijlage 1. Organogram van het stadsbestuur ................................................................................................ 97 Bijlage 2. Organogram van het OCMW-bestuur .......................................................................................... 98 Bijlage 3. Vergelijking van de werkprocessen ........................................................................................... 100 Bijlage 4. Interview: organisatiecultuur ..................................................................................................... 115 LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN FIGUREN Figuur 1. Model van de concurrerende waarden (Cameron&Quinn, 1999) TABELLEN Tabel 1. Cijfergegevens personeelsdienst stad Sint-Niklaas Tabel 2. Cijfergegevens personeelsdienst OCMW Sint-Niklaas Tabel 3. Samenvattende vergelijking van de werkprocessen van de personeelsdiensten Tabel 4. Vergelijking van de formele bevoegdheden van de politieke organen Tabel 5. Vergelijking van de formele bevoegdheden van de (adjunct-)secretarissen Tabel 6. De PDCA-cyclus Tabel 7. Vergelijking rollen van Ulrich Tabel 8. Uitgevoerde interviews Tabel 9. Uitgebreide vergelijking van de werkprocessen omtrent tijdsregistratie en afwezigheden Tabel 10. Uitgebreide vergelijking van de werkprocessen omtrent loonadministratie Tabel 11. Uitgebreide vergelijking van de werkprocessen omtrent HR INLEIDING AANLEIDING Lokale besturen worden de dag van vandaag steeds vaker geconfronteerd met de trend om onderling samen te werken. Het kan hierbij gaan om een samenwerking tussen gemeente en OCMW, tussen gemeenten onderling of tussen OCMW’s onderling. Deze masterproef spitst zich toe op de samenwerking tussen het stadsbestuur en OCMW van Sint-Niklaas. Vaak aangehaalde voordelen van deze samenwerking zijn professionalisering, specialisatie en efficiëntiewinsten. Omwille van bovenstaande en andere pluspunten wordt deze samenwerking aangemoedigd door de hogere overheden. Ook in de wetgeving zijn stimulansen terug te vinden zoals de OCMW-voorzitter die sinds 1 januari 2013 verplicht deel uitmaakt van het schepencollege (Sels, 2009). De samenwerking tussen gemeente en OCMW kan verschillende vormen aannemen. Het kan gaan van minder intensieve vormen zoals diensten die op een systematische manier onderling informatie uitwisselen, tot intensievere vormen zoals een effectieve samenvoeging van bepaalde diensten. Deze masterproef richt zich op deze laatste vorm van samenwerking: de samenvoeging van de personeelsdiensten van OCMW- en stadsbestuur Sint-Niklaas. Het begrip samenvoeging kan op verschillende manieren worden ingevuld. Zo kunnen twee diensten bijvoorbeeld enkel op een gezamenlijke locatie worden ondergebracht zonder hun werkprocessen op elkaar af te stemmen. De meest vergaande vorm is echter de samenvoeging van diensten op één locatie met afstemming van opdracht, werkwijze, bevoegdheden en aansturing (Dewilde, Janssens, Janvier, Op de Beeck, Verhoest, &Van Dooren, 2012). In dit geval kan gesproken worden van een echte “integratie” van beide diensten. Bij deze intense vorm van samenwerking kunnen verschillende obstakels opduiken. Zo is vertrouwen tussen de organisaties een belangrijke voorwaarde. Ook het win-win besef bij zowel de medewerkers als de bestuurders is van groot belang. Om dit draagvlak te creëren moeten er duidelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke visie zijn over de samenwerking. De betrokken organisaties moeten met de neus in dezelfde richting staan om van de samenwerking een succes te kunnen maken. Tenslotte is ook het verschil in organisatiecultuur een vaak aangehaalde hinderpaal bij de integratie van diensten. Algemeen verwijst organisatiecultuur naar de waarden die binnen een 1 organisatie of dienst als vanzelfsprekend worden beschouwd en naar de onderliggende veronderstellingen en verwachtingen (Cameron&Quinn,1999). Gemeenten en OCMW’s hebben een andere core-business waaruit verschillende doelgroepen, taken en opdrachten voortvloeien. Dit leidt dan weer tot andere processen, gebruiken en terminologie. Daarnaast is ook de wijze waarop beide besturen naar elkaar kijken een uiting van organisatiecultuur met een belangrijke impact op het samenwerkingsproces. In verschillende onderzoeken naar samenwerking tussen gemeente en OCMW en in andere fusieliteratuur komt organisatiecultuur als invloedrijke hinderpaal naar voor (Dewilde et al., 2012; De Rynck, Goeminne, Vanderstraeten, &Verschuere, 2012; Verschuere, 2010). Deze masterproef richt zich op de specifieke case Sint-Niklaas. Na de samenvoeging van beide ICT-diensten beogen stadsbestuur en OCMW ook een intensere samenwerking tussen de personeelsdiensten. Het uiteindelijke doel van het samenwerkingsproces zoals het op dit moment door de stad en het OCMW gedefinieerd wordt, is een integratie van de personeelsdiensten. Dit wil zeggen dat beide personeelsdiensten worden ééngemaakt en ondergebracht binnen de infrastructuur van de stad. Zoals eerder werd aangegeven impliceert het begrip integratie echter meer dan enkel het fysiek samenvoegen van de twee diensten. Het OCMW- en stadsbestuur van Sint-Niklaas streven dan ook naar de uniformering van werkprocessen en de afstemming van bevoegdheden en aansturing. In het verdere verloop van de masterproef zal naar het samenwerkingsproject verwezen worden als “integratie” of “integratieproject”. Het integratieproject zal volgens een aantal stappen verlopen. De eerste fase bestaat uit het beschrijven van de huidige werking van de diensten en het kwantificeren van de huidige processen. In deze fase worden alle medewerkers van de betrokken personeelsdiensten bevraagd. Hierbij wordt o.a. gepeild naar de knelpunten van de huidige werking, de kansen en bedreigingen van de integratie en de toekomstuitdagingen. De tweede fase van het project is meer toekomstgericht. Hierbij wordt het toekomstig dienstverleningsmodel bepaald, net als het organisatiemodel en de nodige hulpbronnen. De derde fase is de opmaak van een stappenplan om van de huidige situatie naar de toekomstige situatie te evolueren. Tenslotte eindigt het projectplan met de implementatie van het stappenplan. Volgens het vooropgezet plan zal deze implementatie over een periode van drie jaar verlopen, namelijk van januari 2015 tot januari 2018. Het integratieproject wordt begeleid door het consultancybureau 2

Description:
master thesis treats the cooperation between the human resources departments of the “public centre for social plan zal deze implementatie over een periode van drie jaar verlopen, namelijk van januari Zo verlopen de melding en registratie van afwezigheid in de stad via Aphrodite, in het OCMW.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.