Bij Ellery Queen komen allerlei herinneringen uit zijn jeugd naar voren, als hij uit kranteknipsels verneemt dat in zijn geboorteplaats een paar bekende mensen zijn overleden en als wordt beweerd dat hun dood wel eens met elkaar in verband kon staan. Het blijken achter elkaar te zijn een rijke man, een arme man, een aan lager wal geraakte leraar en een dief, en Queen schiet ineens een rijmpje uit zijn jeugd te binnen:
Rich man, poor man, beggar man, thief, doctor, lawyer, merchant, chief
een aftelrijmpje dat te vergelijken is met ons:
edelman, bedelman, dokter, pastoor, koning, keizer, schuttermajoor.
Met al zijn speurzin en energie werpt Queen zich op het raadsel, maar hij kan toch niet verhinderen dat ook de dokter, de notaris en een zakenman het slachtoffer worden. Tenslotte wanneer ook op hem zelf (de ‘chief’, politieman) een aanslag wordt gepleegd, weet hij met zekerheid wie de moorden heeft gepleegd.
Moord op rijm is weer een echte Ellery Queen: een origineel en spitsvondig gegeven op verrassende en boeiende wijze uitgewerkt.