\ RIJKSUNIVERSITEIT TE GRONINGEN L>Jj f-f/or MIDDEN-ARAMESE SCHRIFTEN in Syrië, Mesopotamia, Perzië en aangrenzende gebieden PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de letteren aan de Rijksuniversiteit te Groningen op gezag van de Rector Magnificus Dr. L.J. Engels in het openbaar te verdedigen op donderdag 3 juni 1982 des namiddags te 4.00 uur door Alexander Cornells KLUGKIST geboren te Assen i r\ iK 8 c <* ^ c \> >V Promotor: Prof. Dr. H.J.W. Drijvers B. Copromotor: Prof. Dr. J.H. Hospers CK'NJNG, Instituut v. Semitiitiek en Archeolofl «.Ik Nabije Oo»t«n der RU-Gronlne« Q«f • Boteringeatraat 43-Tel. 11510 I Voorwoord. Dit proefschrift omvat een aantal studies van de midden-Aramese schriften van Syrië, Mesopotamia, Perzië en aangrenzende gebieden. Deze studies worden hiermee in boek-vorm en in het Nederlands uitge geven; het ligt in de bedoeling ze in de komende tijd in artikel-vorm en in het Engels te publiceren (het eerste artikel, dat gaat over het Palmyreense schrift, wordt in de loop van dit jaar uitgegeven door de Bar-Ilan Universiteit te Tel Aviv). Met het verschijnen van dit proefschrift is een woord van dank aan allen, die mij daarbij hebben geholpen op zijn plaats. In de eerste plaats wil ik mijn erkentelijkheid tot uitdrukking brengen jegens mijn promotor, prof. dr. H.J.W. Drijvers, die mijn be langstelling voor de studie van de talen en culturen van het gebied, waarop het proefschrift betrekking heeft, in hoge mate heeft gewekt en mij met zijn deskundige adviezen heeft geïnspireerd en gestimuleerd bij het voorbereiden en voltooien van dit proefschrift. Ook aan de co-promotor, prof. dr. J.H. Hospers, spreek ik mijn dank uit voor zijn boeiend onderricht in de Semitische talen en hun letterkunde en voor zijn begeleiding van het promotie-onderzoek. Verder ben ik prof. dr. J. Naveh erkentelijk voor de opmerkingen, die hij bij de aanvang van het promotie-onderzoek heeft gemaakt. De medewerkers en medewerksters van het Bureau van de Faculteit der Letteren van de RU Groningen dank ik voor hun belangstelling en daad werkelijke hulp. Glimmen, 17 april 1982. Voor Berber, Jessica en Joost. II i Ill Inhoudsopgave. Voorwoord. I Landkaart. II Inhoudsopgave III Inleiding. 1 1. De Aramese schriften. 1 2. De linguistische indeling van het Aramees, 3 3. Dialektvorming en schriftontwikkeling in het Aramees. 4 4. De periode van het midden-Aramees. 5 5. De begrenzing van het onderzoek. 6 Noten. 8 2. Het midden-Aramese schrift van Palmyra. 11 2.1. De stad Palmyra. 11 2.2. Het Palmyreens. 12 2.3. Het Palmyreense schrift - inleiding. 13 2.4. Een synchrone en diachrone beschouwing van de Palmyreense lettertekens. 16 2.5. Een geografische beschouwing van de Palmyreense lettertekens. 28 2.6. Conclusies. 30 Noten. 32 3. Het midden-Aramese (oud-Syrische) schrift van Edessa. 35 3.1. De stad Edessa als cultureel, godsdienstig en politiek centrum. 35 3.2. Het oud-Syrisch. 36 3.3. Het oud-Syrische tekstmateriaal. 38 3.4. Een synchrone en diachrone beschouwing van de oud-Syrische lettertekens. 40 3.5. Het schrift van de oud-Syrische inscripties t.o.v. het schrift van de oud-Syrische koop akte . 52 3.6. Het Syrische schrift op de toverschalen uit de 3e - 6e eeuw na Chr. 56 3.7. Een vergelijkende analyse van het oud- Syrische schrift. 60 3.7.1. Enkele recent ontwikkelde hypotheses. 60 3.7.2. Vergelijkende analyse. 62 3.8. Excurs: de inscripties van koningin Saddan en van Amass'ames'. 75 3.8.1. De inscriptie van koningin Saddan. 75 3.8.2. De inscripties van Amassames'. 78 Noten. 80 De midden-Aramese schriften van N.0.Mesopota mia en aangrenzende gebieden. 85 Inleiding. 85 Hatra. 87 De stad Hatra. 87 De midden-Aramese inscripties van Hatra, 88 Het midden-Aramese schrift van Hatra. 92 Analyse van het Hatrese schrift. 104 IV 4.3. De midden-Aramese inscriptie van Sacadiya. 107 4.4. De midden-Aramese inscriptie van Qabr Abu Nayf. 108 4.5. De midden-Aramese inscriptie van cAbrat al-Saghira. 109 4.6. Het midden-Aramese schrift van Assur. 111 4.6.1. De stad Assur. 111 4.6.2. De midden-Aramese inscripties van Assur. 111 4.6.3. Het schrift van de midden-Aramese in scripties van Assur. 112 4.6.4. Analyse van het schrift van de inscrip ties van Assur. 114 4.7. De midden-Aramese inscriptie van Sari. 116 4.8. De midden-Aramese inscriptie van Hassan- Kef. 119 4.9. Midden-Aramese inscripties, gevonden te Dura-Europos, met een N.O. Mesopotamisch schrifttype. 122 4.9.1. De acht-regelige Grieks-Aramese bi- lingue. 122 4.9.2. De één-regelige Grieks-Aramese bi- lingue. 123 4.9.3. Het schrift van de Grieks-Aramese bilinguen van Dura-Europos. 123 4.10. Midden-Aramese inscripties uit Armenië en Georgië. 125 4.10.1. Midden-Aramese inscripties uit Armenië. 125 a) Garni. I25 b) Inscripties, gevonden bij het meer van Sevan. 126 c) Zanguezur (Siwnikc). 126 d) Thegut. 127 e) Sissian. 127 4.10.2. Midden-Aramese inscripties uit Georgië. 132 a) De inscriptie van Bori. 132 b) De Aramees-Griekse bilingue van Mchetca in Armazi. 132 c) De tweede Aramese inscriptie van Mchetca in Armazi. 133 4.11 Conclusies. 137 Noten. 139 5. De midden-Aramese schriften van Z.O.Mesopota- mië, Perzië en aangrenzende gebieden. 145 5.1. Inleiding. 145 5.2. Het midden-Aramese schrift van de in scripties van Elymaïs. 146 5.3. Het midden-Aramese schrift van de munten van Characene. 153 5.4. Het midden-Aramese schrift van de inscriptie van Susa (het zogenaamde Hüsak-relief). 155 5.5. Het midden-Aramese schrift van de perkamenten van Avroman. 157 5.6. Het midden-Aramese schrift van het zgn. perkament no. 12 van Dura-Europos en van enkele aldaar gevonden inscripties. 162 V a) Het zgn. perkament no. 12. 162 b) Enkele inscripties. 163 5.7. Het midden-Aramese schrift van de munten van Persis. 166 5.8. Enkele niet-Semitische schriften in het Perzisch-Mesopotamische gebied en daar buiten, die zich uit midden-Aramese schriften hebben ontwikkeld. 170 5.9. Het midden-Aramese schrift van de Asoka- inscripties van Taxila, Pul-i Darunteh, Qandahar en Laghman. 173 5.10. Het midden-Aramese schrift van de ostraca van Nisa. 180 5.11. De midden-Aramese schriften van de teksten op toverschalen en loden rollen. 184 5.11.1. Inleiding. 184 5.11.2. De toverschalen van Nippur. 186 5.11.3. De toverschalen van Khouabir. 190 5.11.4. Toverschaal-teksten uit diverse collecties. 192 a) Door C.H. Gordon gepubliceerde teksten. 192 b) Een door G.R. Driver gepubliceerde toverschaal-tekst. 193 c) Twee toverschaal-teksten uit de Yale- collectie, gepubliceerd door J. Ober mann. 193 d) Enkele toverschaal-teksten, gepubli ceerd door E.M. Yamauchi. 193 e) De Joods-Babylonisch-Aramese en oud- Mandese toverschaal-teksten, gepubli ceerd door W.S. Mc Cullough. 194 f) De door J. Teixidor uitgegeven Syri sche toverschaal-teksten van het Iraq- Museum te Bagdad. 194 g) De door I. Jeruzalmi uitgegeven Joods- Babylonisch-Aramese toverschaal- teksten. 194 h) De door S.A. Kaufman uitgegeven Joods- Babylonisch-Aramese toverschaal- tekst van Nippur. 195 5.11.5. De oud-Mandese loden rollen. 202 5.12. Analyse van de midden-Aramese schriften van de teksten op de toverschalen en loden rollen. 206 5.12.1. Inleiding. 206 5.12.2. Classificering van de midden-Aramese schriften van de teksten op de tover schalen en loden rollen. 206 5.12.3. Teksten met een Joods-Babylonisch-Ara- mees kwadraatschrift. 206 5.12.4. Teksten met een (oud-) Syrisch schrift. 211 a) Het Nippur-schrifttype. 211 b) Het Bagdad-schrifttype. 213 5.12.5. Teksten met een oud-Mandees schrift. 217 5.13. Analyse van het oud-Mandese schrift; de oorsprong van het oud-Mandese schrift. 218 5.13.1. Inleiding; enkele theorieën over de VI oorsprong van het oud-Mandese schrift. 218 5.13.2. Excurs: Het Nabatese schrift. 221 5.13.3. Analyse van het oud-Mandese schrift. 225 5.13.4. Samenvatting van de analyse van het oud- Mandese schrift; conclusies. 245 5.14. Conclusies. 250 - de Parthisch/Perzische (in geografische zin) schrifttraditie. 251 - de Joods-(Babylonisch-)Aramese schrift traditie . 251 - de (oud-)Syrische schrifttraditie. 252 - de Z.Mesopotamisch/W.Perzische schrift traditie. 252 Noten. 254 6. Ontstaan en ontwikkeling van de midden-Aramese schriften. 271 Noten. 296 Lijst van gebruikte afkortingen. 297 Lijst van geraadpleegde literatuur 299 Tekstregister. 315 Summary in English. 319 1 Hoofdstuk 1: INLEIDING. 1.1. De Aramese schriften. Aan de Aramese schriften zijn - zowel in het kader van meer algemene werken over het schrift, het alfabet, de epi- grafie etc. als in het kader van specialistische artikelen en boeken - vele studies gewijd . Als één der eersten heeft M. Lidzbarski in zijn in 1898 te Weimar uitgegeven Handbuch der Nordsemitischen Epigraphik aangegeven hoe volgens hem het Aramese schrift zich geleidelijk heeft ontwikkeld uit het Phoenicische schrift, waarvan het zich aanvankelijk niet onderscheidde. Hij noemde de oudste vorm van het Aramese schrift archaisch en onderscheidde daar van de "midden-vorm" uit de Perzische tijd. Hij stelde dat omstreeks de 2e eeuw v.Chr. in geheel Voor-Azië bijna hetzelfde Aramese schrift moet zijn gebruikt, waaruit zich vervolgens parallel het Hebreeuwse, Palmyreense en Nabatese schrift zouden hebben ontwikkeld. Hij illustreerde zijn verhandeling over het Aramese schrift met nauwkeurige tabellen. Vóór Lidzbarski had reeds J. Euting op zorgvuldige wijze tabellarische overzichten van Aramese lettertekens vervaardigd. Een rijke verzameling van Aramees epigrafisch materiaal ver scheen vanaf 1889 in de Aramese delen van het Corpus Inscripti- onum Semiticarum. Naar mate in de loop van deze eeuw steeds meer Aramese inscripties ( o.a. oud-Aramese, Nabatese, Palmyreense, oud- Syrische, Hatrese, Mandese) en Aramese teksten ( zoals de Elefantine-papyri, de Dode-Zee-rollen, de oud-Syrische koop akte, de Avroman-perkamenten, diverse Manichese en Mandese geschriften) werden gevonden, werd hoe langer hoe meer het belang erkend van een integraal onderzoek naar de diverse Aramese schriften en hun onderlinge relaties. Fr. Rosenthal schreef in 1939 aan het einde van zijn uit eenzetting Zur Forschung über die Aramäische Schrift der aramäischen Dialekte-."Bei den Untersuchungen zur aram. Schrift hätte man in den letzten Jahrzehnten neben den die Publikati onen begleitenden trefflichen Einzelbeobachtungen der Epi- 2 graphiker vielleicht eine eingehende zusammenhängende Dar stellung der einzelnen Schriftarten sich gewünscht." "Hof fentlich findet sich bald jemand^ der diese nützliche und 3 zeitige Aufgabe mit Geschick anzugreifen versteht." De wens van Rosenthal is tot op heden slechts gedeeltelijk in vervulling gegaan: in 1970 verscheen te Jeruzalem het door Joseph Naveh geschreven boek The Development of the 4 Aramaic Script. In dit boek wordt de ontwikkeling van het Aramese schrift beschreven vanaf zijn eerste voorkomen tot en met de periode van het Rijksaramese schrift (+ 3e eeuw v.Chr.). In het eerste hoofdstuk van dit boek zet Naveh uiteen hoe het Phoenicische, het oud-Hebreeuwse en het Aramese schrift zijns inziens teruggaan op een zelfde stam: het 5 proto-Kanaänitische schrift. In het tweede hoofdstuk geeft hij aan hoe het oud-Hebreeuwse schrift in de 9e eeuw v.Chr. een andere ontwikkeling doormaakte dan het Phoenicische schrift, terwijl in dezelfde eeuw het Aramese schrift in feite nog steeds gelijk was aan het Phoenicische schrift; een meer onafhankelijke ontwikkeling begon zich door te zetten in het midden van de 8e eeuw v.Chr..In de hoofdstukken 3 tot en met 6 behandelt Naveh de ontwikkeling van het Aramese schrift (cursieve en lapidaire vormen) vanuit een diachronische benadering. Een synchronische, comparatieve benadering volgt in het 7e en laatste hoofdstuk van dit boek. Door deze gedegen studie van Naveh is voor het oud-Aramese en Rijks aramese schrift voldaan aan Rosenthals "nützliche und zeitige Aufgabe". Onze bedoeling is het geweest om in aansluiting op de studie van Naveh een onderzoek te verrichten naar een deel van de latere, door ons als "midden-Aramese" aangeduide, schriften, nl. die, welke voorkwamen in Syrië, Mesopotamië, Perzië en aangrenzende gebieden. Aldus hebben wij een verdere invulling willen geven aan de door Rosenthal gestelde taak. Ter verantwoording van de aanduiding midden-Aramese schriften wordt hieronder kort ingegaan op de indeling van en de dialektvorming en schriftontwikkeling in het Aramees. Vervolgens wordt de begrenzing van het onderzoek toegelicht.