G R Gom Marieke van der Burgt R Zb o Els van Mechelen-Gevers Zo Medicatie in de praktijk Voor verpleegkundigen Medicatie in de praktijk Medicatie in de praktijk Voor verpleegkundigen Marieke van der Burgt Els van Mechelen-Gevers Bohn Stafleu van Loghum, Houten ISBN 978-90-368-1521-5 © Bohn Stafleu van Loghum is een imprint van Springer Media B.V., onderdeel van Springer Nature 2016 Ontwerp omslag, binnenwerk en illustraties: Mariël Lam bno, ’s-Hertogenbosch Fotografie: Janniek Helder voor de foto’s bij de start van hoofdstuk 1-5, 7-12 en figuur 4.3, 15.1, 15.2a en 15.2b Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoe- dingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compila- tiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 897 Eerste druk, Reed Business, Amsterdam 2014 Tweede (ongewijzigde) druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2016 Tweede druk, tweede oplage, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2018 Bohn Stafleu van Loghum Walmole n1 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl Woord vooraf Medicatie in de praktijk is geschreven voor mbo-verpleegkundigen in opleiding. Onderdelen van het beroep van mbo-verpleegkundige zijn namelijk het zorg dragen voor (veilige) medicatietoediening, het observeren van de gezondheidssituatie en het geven van voorlichting, advies en instructie (Kwalificatiedossier mbo-verpleegkundige 2013-2014). Het hele medicatietraject komt aan bod, van voorschrijven tot toediening. Uiteraard met een accent op de verpleegkundige taak. Het boek bevat actuele thema’s, zoals medicatieveiligheid en polyfarmacie. Van interacties tussen geneesmiddelen en tussen geneesmiddelen en voeding geven we een aantal voorbeelden. Medicatie in de praktijk reikt studenten verpleegkunde een selectie van informatie aan over geneesmiddelen voor hun beroepspraktijk. Complexe informatie wordt schema- tisch gepresenteerd. We bespreken de veelvoorkomende geneesmiddelgroepen en veelgebruikte genees- middelen. Voor informatie over geneesmiddelen die in dit boek niet aan de orde komen, verwijzen we naar andere bronnen zoals het Farmacotherapeutisch Kompas en toegan- kelijke publieksinformatie. Er is veel aandacht voor de kenmerken van groepen geneesmiddelen, het herkennen van namen, hoe middelen werken en hoe daardoor ook bijwerkingen kunnen ontstaan. Het boek biedt handvatten om geneesmiddelinformatie te ordenen. Zo kunnen stu- denten een denkkader ontwikkelen, waardoor de informatie over een individueel ge- neesmiddel gemakkelijker te begrijpen is. Informatie over een specifiek geneesmiddel dat in de praktijk wordt gebruikt, zullen studenten en professionals vooral opzoeken in andere bronnen. In de digitale leeromgeving, toegankelijk met de toegangscode voor in dit boek, zijn de samenvattingen, links naar bronnen en toetsvragen bij elk hoofdstuk te vinden. Soms hebben we uitgebreide links opgenomen in het boek die online met één klik te bereiken zijn. Dank aan inhoudsdeskundigen die conceptteksten van feedback hebben voorzien: • Annet van Genderen, huisarts in Utrecht; • J anniek Helder, recoveryverpleegkundige en lid van de Acute Pijn Service in het Universitair Medisch Centrum Utrecht; • Ineke de Roock, apotheker en docent aan het Rijn IJssel, Arnhem; • Naima Tabali, farmaceutisch consulent en docent aan het Rijn IJssel, Arnhem. Dank ook aan Janniek Helder voor de foto’s die hij in de verpleegkundige praktijk voor dit boek maakte. Marieke van der Burgt Els van Mechelen-Gevers Inhoud Kijk in de digitale leeromgeving voor de tekst met achtergrondlinks, vragen en samenvattingen. Woord vooraf 5 1 Inleiding geneesmiddelen 13 1.1 Wat zijn geneesmiddelen? 13 1.2 Vormen en toedieningswijzen 14 1.2.1 Vormen 14 1.2.2 Wanneer welke vorm? 14 1.2.3 Toedieningswijzen (toedieningswegen) 14 1.3 Samenstelling en namen van een geneesmiddel 15 1.4 Begrippen 15 1.4.1 Indicatie 16 1.4.2 Contra-indicatie 16 1.4.3 Werking en doel 16 1.4.4 Placebopil en placebo-effect 16 1.4.5 Bijwerking 16 1.4.6 Interactie 16 1.4.7 Antagonisme 17 1.4.8 Gewenning en verslaving 17 1.4.9 Zwangerschap, lactatie, kinderen 17 1.5 Informatie over het medicijn 17 1.6 Werkingsduur en minimaal effectieve concentratie 18 1.6.1 Werkingsduur 18 1.6.2 Minimaal effectieve concentratie 19 1.7 Gevarenzone: therapeutische breedte en cumulatie 20 1.7.1 Therapeutische breedte 20 1.7.2 Cumulatie 21 1.8 Bijzondere groepen 22 1.9 Ontwikkeling en registratie van geneesmiddelen 22 1.9.1 Preferentiebeleid 23 1.9.2 Off label 23 1.9.3 Weesgeneesmiddelen 23 2 Professioneel omgaan met geneesmiddelen 25 2.1 Inleiding 25 2.2 De medicatiecyclus 26 2.2.1 Voorschrijven 26 2.2.2 Leveren 28 2.2.3 Lijst risicovolle medicatie 29 2.2.4 Opslag en beheer van medicatie 29 2.2.5 Gereedmaken van medicatie 30 2.2.6 Toedienen en registreren 30 2.2.7 Evaluatie 31 2.3 V erpleegkundige taken voor, tijdens en na toediening van geneesmiddelen 32 2.3.1 Taken vóór toediening 32 2.3.2 Taken tijdens toediening 33 2.3.3 Taken na toediening 33 2.4 Wat mag je wel en niet als verpleegkundige? 33 2.5 Omgaan met fouten 38 2.6 Informatiebronnen 39 3 Veilig medicijngebruik 41 3.1 Inleiding 41 3.2 De gebruiker van geneesmiddelen 42 3.3 De rol van de verpleegkundige bij veilig medicatiegebruik 44 3.4 Medicatieveiligheid 44 3.4.1 Medicatiefout? 45 3.4.2 Verbeterprojecten 45 3.4.3 Medicatieveiligheid meten en analyseren 45 3.5 Polyfarmacie 47 3.5.1 Geneesmiddelen die vaak chronisch worden gebruikt 47 3.5.2 Voorkómen van een ongewenste geneesmiddelencombinatie 48 3.5.3 Gevaren van polyfarmacie voorkómen 51 4 Pijnstillers 53 4.1 Inleiding 53 4.2 Groepen pijnstillers 54 4.3 Perifeer werkende analgetica 55 4.3.1 Paracetamol 55 4.3.2 NSAID’s 55 4.3.3 COX-2-remmers 56 4.4 Centraal werkende analgetica of opioïden 57 4.4.1 Morfine en opiaatagonisten 57 4.4.2 Gedeeltelijke agonisten-antagonisten 58 4.4.3 Regels voor gebruik in specifieke situaties 59 4.5 Middelen bij pijn met een specifieke oorzaak 61 4.6 Lokale anesthesiemiddelen 62 4.7 Co-analgetica 63 4.8 Pijnbehandeling 63 5 Middelen bij maag- en darmklachten 65 5.1 Maagzuurmiddelen 65 5.2 Middelen bij misselijkheid en braken: anti-emetica 68 5.3 Laxeermiddelen 72 5.4 Middelen bij diarree 74 6 Middelen bij hoge bloeddruk en metabool syndroom 75 6.1 Inleiding 75 6.2 Diuretica 76 6.2.1 Furosemide 76 6.2.2 Thiaziden (lang en zwak werkende diuretica) 78 6.2.3 Kaliumsparende diuretica 78 6.3 Bloeddrukverlagers 79 6.3.1 Bètablokkers 80 6.3.2 Calciumantagonisten of calciumblokkers 81 6.3.3 RAAS-remmers of ACE-remmers 82 6.4 Cholesterolverlagers 83 7 Hart-, vaat- en antistollingsmiddelen 85 7.1 Antistollingsmiddelen 85 7.1.1 Trombocytenaggregatieremmers 86 7.1.2 Orale anticoagulantia: orale antistollingsmiddelen 87 7.1.3 Heparinesoorten werken op de fibrinevorming 89 7.2 Middelen bij hartfalen 89 7.2.1 Wat is het probleem bij hartfalen? 89 7.2.2 Wat gebeurt er bij hartfalen? 90 7.2.3 W elke soorten geneesmiddelen worden gebruikt bij hartfalen? 90 7.2.4 Hart(spier)krachtversterkers 91 7.2.5 Morfine 92 7.2.6 Perifere vaatverwijders (nitraten) 92 7.3 Middelen bij coronaire klachten 93 7.3.1 M iddelen tegen de pijn door ischemie van het hart 94 7.3.2 Trombolytica (trombusoplossers) 95 7.3.3 Andere medicatie bij coronaire klachten 96 7.3.4 Middelen na een coronaire bypass 96 7.4 Middelen bij ritmestoornissen 97 8 Middelen bij luchtwegklachten (astma en COPD) 101 8.1 Inleiding 101 8.2 Luchtwegverwijders 102 8.2.1 Soorten en werking 102 8.2.2 Bèta(sympathico)mimetica 102 8.2.3 Parasympathicolytica 103 8.2.4 Theofylline 104 8.3 Ontstekingsremmers 105 8.4 Antibiotica 106 9 Middelen bij diabetes 107 9.1 Inleiding 107 9.2 Insuline 108 9.3 Orale antidiabetica 110 9.3.1 Metformine 110 9.3.2 G liclazide, tolbutamide en glibenclamide (-amiden) 111 9.3.3 Nieuwere groepen orale antidiabetica 112 9.4 Bloedsuikerverhogende medicatie 112 9.5 Andere medicatie 113 9.6 Specifieke situaties 113 9.6.1 Preoperatief 113 9.6.2 Diabetes en ramadan 114 10 Ontstekingsremmers 117 10.1 Inleiding 117 10.2 Algemene ontstekingsremmers 118 10.2.1 Lichte ontstekingsremmers 119 10.2.2 Sterke ontstekingsremmers: corticosteroïden 119 10.3 Specifieke ontstekingsremmers of DMARD’s 121 10.3.1 Oudere DMARD’s 121 10.3.2 Biologicals 121 11 Psychofarmaca 125 11.1 Inleiding 125 11.2 Slaap- en kalmeringsmiddelen 126 11.2.1 Benzodiazepinen als slaapmiddel 126 11.2.2 Melatonine 128 11.2.3 Benzodiazepinen als kalmeringsmiddel 128 11.3 Antipsychotica 128 11.3.1 Klassieke antipsychotica 129 11.3.2 Atypische antipsychotica 130 11.3.3 Ondersteuning bij gebruik van antipsychotica 131 11.4 Antidepressiva en stemmingsstabilisatoren 132 11.4.1 Serotonineheropnameremmers (SRI’s) 133 11.4.2 Tricyclische antidepressiva 134 11.4.3 MAO-remmers 135 11.4.4 Stemmingsstabilisatoren 136 11.5 Angstremmers 137 11.5.1 Benzodiazepinen als anxiolyticum 137 11.5.2 Buspiron 138 11.6 Medicijnen bij ADHD 138 11.7 Middelen bij dementie 139 11.7.1 Galantamine en rivastigmine (choline-esteraseremmers) 139 11.7.2 Memantine 139 11.7.3 Antipsychotica bij dementerenden 140 11.8 Psychofarmaca bij mensen met een verstandelijke beperking 140