ebook img

L06ISCH l/OORDEN BOEK J.VERCOULU PH VERMEULEN PDF

572 Pages·2007·42.41 MB·Dutch
by  
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview L06ISCH l/OORDEN BOEK J.VERCOULU PH VERMEULEN

.VERCOULUE L06ISCH l/OORDEN BOEK J.VERCOULU P.H. VERMEULEN DE ACADEMISCHE BOEKWINKEL N« jH.VERMEULEN «MSÎEI BEKNOPT ETYMOLOGISCH WOORDENBOEK DER NEDERLANDSCHE TAAL BEKNOPT ETYMOLOGISCH WOORDENBOEK DER NEDERLANDSCHE TAAL DOOK J. VERCOULLIE PKOFESiSOR IN DE NEDEKLAXPKC'HE PHILOLOGIE 'ΙΈ (iEST DERDE VERBETERDE EN ZEER VEKMEERDERDE UITGAVE 'S-GKAVENHAGE GENT MAR Τ 1N U S N IJ H O F F VAN RYSSELBERGIIE & ROMBAUT 1925 ΙΝΉΟϋΌ Voorrede VII Overzichtstafel der Indo-Germaansche talen Χ Vergelijkende tafel der klanken XII Lijst der verkortingen XIV Teekens XVI Verklaring van eenige vakwoorden XVI Verbeteringen XVIII Niet duidelijke letters , - . . XIX Drukfouten XXI BEKNOPT ETYMOLOGISCH WOORDENBOEK DER NEDEELANDSCHE TAAL . . 1 ETYMOLOGISCHE INVENTARIS DER NEOERLANDSCHE TAAL Eigen Goed Indo-Germaansch 413 West -Indo -Germaansch 423 Italo-Kelto-Germaansch 427 Italo- Germaansch 428 Kelto-Germaansch 429 Kelto-Romano-Germaansch 429 Romano-Germaansch 529 Noord-Europeesch -f Italisch 430 Noord-Europeesch + Keltisch 430 Noord-Europeesch 431 Germaansch 432 W7estgermaansch 436 Continentaal Germaansch 438» Nederduitsch-Neder] andsch 440 Uitsluitend Noderlandsch 440 Ontleend Goed Keltisch 442 Grioksch 442 v. — E. w. 1 * . VI INHOUD. Klassiek Latijn 443 Middellatijn (Romaanseh) 446 Fransch 447 Italiaansch 453 Spaansch-Portugeeseh 453 Hoogduitsch 454 Nederduitsch 455 Engelsen 455 Skandinaafsch 456 Friesche woorden of Ndl. woorden in Frieschen vorm 456 Slavisch 456 Magyaarsch 457 Ziganisch 457 Hebreeuwse!) 457 Jodenduitsch en Bargoensch 457 Arabisch 457 Perzisch 45S Turksch 458 Indisch 458 Chineeseh 458 Maleisch 459 Afrikaanse!) 45!) Australisch 45:'s Amerikaanse!) 4 5;) Vormingen uit Eigennamen 4<i0 Klanknabootsingen J..j LÏ.JSTEN DICK IN ЫЕТ WOORD .КОК ІМΚ VOOHKOJlK.Nm; (ÎKiKK'SCUE, LA- TIJNSCHK, FKANSCHK, EX(jELS('H!J EN DlTITSCHE WOORDEN (S) . . . Griekse!) (mot Niouwgriekseh ) 4·'4 Latijn (met italische dialecten en Middeliatijn ) 471 Franse]ι (ook Oudfransch en dialecten) 487 Engclsch (ook dialecten) 504 Duitsch (ook dialecten) 521 LIJST DER FRANSCHE WOORDEN DIE AAN DE GERMAANSCHE TALEN ONT­ LEEND ZIJN 487 (1) Om ruimte to sparen, zijn in deze lijsten de homoniemen niet uiteenge­ houden ; zie b. v. bière in de Fransche, of last in de Engelsclie lijst. VOORREDE De eerste druk van dit boek verscheen in 1890, de tweede in 1898 ; een derde had in 1910 moeten verschijnen, maar is, door allerlei omstandigheden, eerst nu mogelijk geworden. Uit de voorredenen der twee voorgaande drukken wil ik hier alleen het gedeelte herhalen dat inlicht over doel en inrichting van het boek : « Het doel en het nut van dit boek blijken uit den titel. Die titel immers is zooveel als een antwoord op de twee vragen : welke woordenschat werd behan deld? hoe geschiedde de bewerking? De te behandelen woordenschat was niet gemakkelijk vast te stellen. Immers, moest ik mij beperken tot den zuiver modern Nederlandschen taalsehat in den engsten zin, of al de woorden opnemen die den taaivoorraad van den beschaafden Nederlander uitmaken. Alleen de woorden opnemen die echt Nederlandsch taaigoed zijn, ware de strenge toepassing geweest van een beginsel. Dit zou den gebruiker van het boek verwittigd hebben, dat al wat niet opgenomen werd, van vreemden oorsprong is. Maar daaraan heeft hij niet genoeg. Aan den anderen kant was het niet noodig al de gebruikelijke vreemde woorden te ge van. Ik heb dan den te behandelen woordenschat volgender wijze bepaald : 1. al de woorden die echt Nederlandsch zijn; 2. de vreemde woorden die naar het Nederlandsch taaieigen vervormd zijn; 3. de vreemde woorden,waarvan de oorsprong niet duidelijk te herkennen is; 4. zulke woorden, die om een of ander reden merkwaardig zijn, als daar zijn sommige verouderde woorden, dialectwoorden en woorden van den interna tionalen taalsehat. Ik nam tot gidsen in mijn keus de Woordenboeken van Van Dale (Manhave ), Kramers en Van de Velde-Sleeckx. De wijze van bewerking is een navolging van Skeat's methode in zijn Concise etymological Dictionary of the English language (Londen, 1882 en v.). Ik wilde een boek maken voor den onderwijzer, den leerling van de hoogste klassen onzer middelbare onderwijsgestichten en den beschaafden man. Alle discussies en opgaven van bronnen liet ik weg, om alleen resultaten te geven. Ook heb ik vermeden, inbreuk te maken op het gebied van de Spraakkunst. Daarom werden alleen de enkelvoudige woorden (primitiva) opgenomen, met een uitzondering nochtans voor deze samenstellingen en afleidingen, waar- ν ι π VOORREDE van de ontleding niet duidelijk is, of waarvan de elementen niet afzonderlijk in liet boek voorkomen, of waarbij een en ander op te merken valt. Daarom ook werden van de affixen alleen behandeld de prsefixen en deze suffixen die eens afzonderlijke woorden geweest zijn. Alle andere afleidings- en buigingssuffixen zijn weggebleven, alsook de ontworpen geschiedenis der klanken. De hoofdtijden der sterke werkwoorden vielen insgelijks weg, ofschoon naar het algemeen gebruik de andere afleidingen met klankverwisseling (ablaut) een plaats kregen. ; Geene onregelmatige buigingsvormen werden vermeld, tenzij als ze op een ander grondwoord berusten, als beter en goed, wij en ons, ben, is. wezen en zijn. Hier nu een woord over de inrichting der artikels. Om in do kleinste ruimte zooveel mogelijk te geven, heb ik mij van den télé gramme nstijl bediend ; tevens heb ik veel gebruik gemaakt van verkortingen en symbolische teekens. Toch geloof ik, dat ik zonder inspanning kan verstaan worden. Tk heb ook niet geaarzeld vreemde vakwoorden te gebruiken, omdat die als geijkte uitdrukkingen een vaste be teekenis hebben. De homoniemen zijn uiteengehouden door middel van cijfers ; daarbij zijn hunne beteekenissen aangegeven, hetzij door een Nederlandsch synoniem, of, om een lange omschrijving te vermijden, door de Eransche vertaling en niet, zooajs het in dergelijke gevallen gewoonte is, door de Latijnsche, die voor veel gebruikers zonder nut zou geweest zijn. Elders worden de beteekenissen niet aangeduid, zelfs niet bij de vreemde woorden, waarmede Nederlandsche wooiden verwant of waarvan ze afgeleid zijn, tenzij als die beteekenissen te veel van de Nederlandsche afwijken of de aanduiding er van de etymologie klaarder maakt. Eveneens, en juist omdat ik geloof dat de etymologie van een woord niet alleen zijn oorsprong moet vaststellen, maar ook zijn beteekenis moet helpen bepalen, heb ik ettelijke woorden opgenomen, wier oorsprong, hoewel anders klaar, slechts begrijpelijk wordt als men de reden der overdrachtelijke beteekenis kent' a's b. v. Adamsappel, bloedarm. stokoud. Om die reden zijn ook vele spreek wijzen en geijkte uitdrukkingen opgenomen, als boter tegen de galg, een riem onder het hart steken. Hij een woord van vreemden oorsprong heb ik mij niet tevreden gesteld met de onmiddellijke etymologie op te geven, d. i. het vreemde woord aan te duiden waaraan, het ontleend werd ; ik achtte het ook tioodig, voor zoo ver ik kon, de middellijke etymologie aan te duiden, de etymologie namelijk van het vreemde woord zelf. Het gaat niet aan, te zeggen zooals Kluge in zijn Etymologisches Wörterbttrch der IPutschen Sprache : kaper aus ndl. kaper, karte nach frz. carte, koffer aus frz. coffre, kor/rithe, aus frz. coHit the, mai hier aus frz. manière, meute aus frz, meute, )niene aus frz. mine, norem,l>er schon spät mlid. november, noiAze aus spät mhd. itorize, aovieius, rampe nach frz. rampe, enz., enz. Schmitz, Encyclo pédie, 1, 28, heeft gelijk, als hij zegt : < Ungenügend is ζ. Η. das Verfahren unserer VOORREDE IX Etymologen, wenn sie uns sagen : » franz. contempler, engl, to contemplate, vom lat. contemplari (Scheler, Littré, Latham). » Sollen wir uns bei dieser Auskunft beruhigen und uns bei einem solchen Wortkörper wie contemplari nichts weiter denken'? » En Skeat gaf in zijn twee Woordenboeken het goede voorbeeld. Ik heb het dan ook gevolgd. Een lijst van Verbeteringenen Toevoegsels volgt onmiddellijk op deze Voor rede (1 ). Ik verzoek den gebruiker van het boek, in zijn exemplaar de plaatsen aan te teekenen waarbij de wijzigingen behooren, om, bij gelegenheid, van hun bestaan verwittigd te zijn ». De derde druk telt nagenoeg 70 blz. meer dan de tweede. Als ik nu zeg dat weinig artikelen uitvoeriger geworden zijn, dan zal de lezer beseffen dat de behandelde woordenschat omvangrijker geworden is. Daar het nochtans niet te verwachten is, dat men de tweede uitgave van vóór zes en twintig jaar ter ver gelijking zal bijhalen, is het niet noodig de verschillen nader te bepalen. In afwachting dat deze derde druk verscheen, heb ik een reeks etymologische studiën uitgegeven. Het zijn de volgende : pruimedant, pijpegale, toelast (Mélan ges Paul Fredericq, 1904); Vlaanderen, Vlaming, emmerappel, aagtappel, amme- laken, veinzen, maatjespeer, 2. gul, 2. das, estaminet, gansch,pril, fut, boerkoozen of perkozen, (visch)mijn, hocuspocus, hottentot, liplap, leus, haring, de plaat poetsen, Sara-leven, pistolee, kadetje, baaizout, bakbeest, bakkes, bargoensch (Bulletins de 1'Académie royale de Belgique, 1903-08); jak, jas, kwidam, kwibus, kivant, laudate (Volkskunde, 1914); kabouter, pantoffel, duffel, stof, Fransche titel, spinaal, sinaasappel, pree, paardje & paardeken, weegbree, boetje & boeten, beieren, bivak, l.spek, kavesse, kuit, mol, dobbelen, aat &oot,roopaard, katrol, larie f arie, hij is om zeep, 't is boter tegen de galg, heilbot, tarbot, carnaval, hansworst, harlekijn, versette mouwen, kersen van den ambachten, sander, sakkerdaan, samoreus, schale, schaver- dijnen, schavuit, schaveelen (Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, 1919-23). In dit verband .mag ook gewezen worden op de volgende artikelen uit het Woordenboek : 1., 2. & 3. aard, advocaatje, albatros, arduin, bastiaan, beelen, beunhaas, '.]. bok, bruiloft, casinobrood, deuvekater dood van Ieperen, flamin : gant, flamingo, fraai, garnaal, gek, geus, goochelen, gorlegooi, goverzeil, 1. griet, guit, 2. hengst, hoossard (blz. XVIII), kammer (Gambrinus), kavalje, keppe, kieskeurig, koortabelle, kraakporselein, krakeel, kroeg, krotje, kwakzalver, laarzen, lamijne, liebaard, 1. lier, loop, laite, lutte, meisje, mikmak, minne (biz. XVIII), 2. moor, musia, okshoofd, oog, piot, plee cfc pleti, puts, putger, robbedoes, roemer, rut, ruzie, schabletter, schampevie, 1. schouw, Sinterklaas (Tijdschrift v. Leiden, XXXIV"), smoel, steur, stoepje, stokvisch, vollaard, warnen (blz. XVIIIj, wichelen, wolverlei. •]. VKLXOULLIE. (1 ) In deze 3e uitgave blz. XVIII en v.

Description:
Skr. pi. äpas, Ze. ace. арэт, Gr. άπία,. Opr. ape, Lit. iipe, waarbij ook Lat. amnis ( = *apnis) en Oier. abann be- hooren ; het suff. der Germ, rivierna men op -apa (Velp,. Hasp-en-gouw,. Hasbania) is vóór de klankverschui- ving aan dit Kelt. ab- ontleend, dus niet aan het hypothet. Kel
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.