Neda wordt in 1983 geboren in de gevangenis in Teheran. Ze mag een paar maanden bij haar moeder blijven, maar op een dag wordt ze weggehaald. Omid, drie jaar oud, zit met zijn ouders aan de keukentafel te eten wanneer de politie binnenvalt. Hij blijft alleen in huis achter. Sheida ontdekt twintig jaar na de beruchte massaexecuties dat haar vader een van de slachtoffers
was. Neda, Omid en Sheida zijn slechts drie van de vele kinderen die zich hun ouders niet herinneren. Ze worden gedwongen de confrontatie aan te gaan met hun verleden, terwijl nieuwe golven van politieke terreur en protest hun vaderland verscheuren.
Deze debuutroman van de jonge Iraans-Amerikaanse schrijfster (1983) laat zien wat het effect van de islamitische revolutie geweest is op het leven van individuele Iraniërs. In het boek staan drie generaties centraal: zij die als gevolg van hun politiek activisme gevangen gezet werden in de jaren tachtig, en de generaties na hen die dit verleden een plaats moesten geven en moesten leren omgaan met hun gebroken families. Het boek begint met een vrouw die als gevangene haar kind moet baren en het korte tijd later af moet staan. Ook de auteur zelf werd geboren in Irans meest beruchte gevangenis. De verhalen van de kinderen, hun ouders en familieleden die in dit boek centraal staan, zijn gebaseerd op de ervaringen van de schrijfster en haar omgeving. De verhalen van Neda die in de gevangenis geboren wordt, de ter dood veroordeelde Amir, de kleine Omid die zijn ouders opgepakt ziet worden en van alle anderen worden in de derde persoon verteld. Hun verhalen wisselen elkaar af. Deze soms afstandelijke vertelvorm past goed bij de inhoud van deze roman. Vrij kleine druk.
Marieke Both
(source: Bol.com)