De meeste verhalen uit Keefman van Jan Arends spelen zich af binnen de wereld van de psychiatrische inrichting of, nader gepreciseerd, binnen de innerlijke wereld van de psychiatrische patiënt. Jan Arends was een insider in beide werelden. Zijn verhalen zijn onthutsende pogingen de relatie tussen de psychiatrische patiënt en de maatschappij te wijzigen, te verbeteren; de scheidslijn tussen normaal en abnormaal te doorbreken en een begripvol contact tot stand te brengen. Zijn benadering van het onderwerp is weinig orthodox, weinig 'wetenschappelijk' en weinig eerbiedig, maar daardoor des te indringender.
'Keefman is een boek zoals er maar weinig geschreven worden, en voor een heel oeuvre met het niveau van het titelverhaal of een verhaal als 'Vrijgezel op kamers' zou ik de Nobelprijs geen overdreven beloning vinden.' Rudy Kousbroek
'Jan Arends behoort tot de kleine groep van unieke schrijvers die stuk voor stuk door hun geïsoleerd individualisme niet onder te brengen zijn bij een literaire stroming of richting. Hun oeuvre is meestal gering van omvang, maar geladen met intensiteit, 'afgedwongen van het leven'.' Ab Visser
'Arends zou voor Keefman de Multatuliprijs 1973 hebben ontvangen als hij zou hebben besloten wat langer te blijven leven (of als de jury tot toekenning van deze prijs iets sneller was geweest met haar rapport).1 Jeroen Brouwers
Jan Arends, Den Haag 13-2-1925-Amsterdam 21-1-1974. Publikaties: Gedichten 1965, Keefman 1972, Lunchpauzegedichten 1974, Ik had een strohoed en een wandelstok 1974, Nagelaten gedichten 1975.