Sinds 1948 werkt Jole Vergara als typiste in het gemeentehuis van Bellano. Ze is 37 jaar, schuchter en ongehuwd. Er gebeurt heel weinig in haar leven. Haar collega is een kreng. De gemeentesecretaris heeft problemen met zijn prostaat. Een tante komt regelmatig op bezoek. Jole luistert graag naar het liedje 'Quando, quando, quando' en haar televisie doet het niet goed. 's Avonds drinkt ze een caffelatte. Dan krijgt de jaloerse collega het vermoeden dat ze een geheime minnaar heeft. Hij zou Dante heten en niemand weet hoe hij eruit ziet.