Jan Monter is geen superheld, die alwat hij denkt ook in een handomdraai uitvoert. Hij is een doodgewone schrandere jongen, maar een die ongewone, fantastische avonturen beleeft. De lezer zal hem volgen in een wereld die trilt van raketten en ruimtevaartuigen, een nieuwe wereld met betonnen flats en met automatische wagens die zich voortbewegen op luchtkussens. Maar in dit alles blijft Jan Monter een jonge man, een mens. Wanneer hij op het Alfa- of Gamma-station zit en naar het blauwe bolletje kijkt dat de aarde is, denkt hij met liefde terug aan de koeien en de paarden, de school, aan moeder en aan zijn voetbalschoenen. Hoe een gewone jongen verbijsterende avonturen beleeft en toch een gewone jongen blijft, kan men in dit boek lezen.