Ja maar, ja maar en nog eens ja maar. We horen het elke dag zo vaak dat we er gefrustreerd van raken. Ja-maar als levenshouding lijkt dan ook niet erg vruchtbaar. Het is voorzichtig, argwanend en defensief. Het maakt mensen tot buitenstaander van hun eigen leven. Nadenken over het leven is tenslotte iets anders als er aan deelnemen. Dit boek gaat in op het hoe en waarom van Ja-maar en vooral over de twee alternatieven: Ja-en en Nee-want.
Ieder hoofdstuk in dit boek begint met een foto. Het zijn verhalen met een Amerikaans positivisme voor sombere, ongelukkige, onzekere en depressieve mensen. Ja-maar (de titel) betekent bedenken wat er zou moeten zijn, maar wat er niet is. Ja-en is zien wat er wel is en wat je ermee zou kunnen. Het eerste gaat over angst voor de dood, eenzaamheid en een betekenisloos leven. Deze angsten vormen het ja-maar-gedrag. Laat daarom de illusie los, dat de wereld maakbaar zou zijn. Het ja-en geeft vertrouwen. De lessen uit dit boek zijn er om stress te reduceren en dat om te zetten in scheppende energie. Als je de verhalen en ervaringen van mensen die in dit boek de revue passeren, moet geloven, dan zal dat ook lukken. Zeg daarom ja tegen zijn, zeg ja tegen de werkelijkheid, zeg ja tegen dit leven, tegen je intuitie, tegen je vermogens, je verlangens, je doelen. Zeg ja tegen anderen, tegen elke gebeurtenis en zeg ja tegen doen. Ieder hoofdstuk werkt een van de genoemde themata uit. Vooral met geslaagde voorbeelden van mensen en hun verhalen, of zoals deze door de schrijver zijn geinterpreteerd. Het zijn de ervaringen van de deelnemers aan de trainingen van de schrijver. Uiteindelijk gaat het om de flow en dat het ja-maar dus een proberen wordt en ja-en doen. Met een literatuuropgave.
Frans Peterse
(source: Bol.com)