Het zwaard van goud en liefde is een meeslepende, mysterieuze en geestige vertelling over twee vissersdorpjes aan de monding van een Zuid-Amerikaanse rivier. Zeventien mannen zijn eropuit gestuurd om het tracé van een toekomstige oerwoudweg te verkennen. Zij beginnen vol goede moed aan hun missie, die een paar weken za1 vergen. De feestcommissie treft intussen de nodige voorbereidingen voor hun triomfantelijke terugkeer, terwijl men ook nog druk is met het in gereedheid brengen van de vriescel, die op dezelfde dag zal worden geopend.
De meeste tracékappers keren echter voortijdig terug; uit hun verhalen wordt duidelijk dat er iets mis is, maar de vele tegenstrijdigheden maken het raadsel alleen maar groter. Zelfs de eenvoudige vraag hoeveel mannen nog in het bos zijn, hoeveel thuis en hoeveel verdwaald kan niet beantwoord worden.
Inmiddels arriveren de eerste gasten: de plaatsvervangend commandant met zijn trouwe, naar schunnige verhalen hengelende sergeant, alsmede een 'ongebonden raadgevend deskundige', die zich in alle voortvarendheid zet aan het ontrafelen van een mysterieuze, in het zand van de oever geschreven boodschap, die volgens hem alles te maken heeft met een dreigende opstand tegen de dorpshoofden. De raadsels blijven zich opstapelen. Twee verloren gewaande tracékappers worden op de rivier gesignaleerd. Een jonge vrouw loopt bij nacht en ontij speurend rond, maar speurend naar wat?
Op zondag 1 mei vindt dan het feest plaats, waarbij de inwoners van beide dorpen zich met hartstocht overgeven aan de roes van drank en liefde. Maar er zijn naweeën...
M.M. Schoenmakers (Den Bosch,1949) was twaalf jaar werkzaam in Zuid-Amerika en publiceerde bij De Bezige Bij De honderd bochten van de koningsarend (1988) en de trilogie Stroomafwaarts en stroomopwaarts (Het schild van de weemoed,1989, De slakkelijn van de revolutie,1991 en Spookkrabben,1994).
Over de trilogie Stroomafwaarts en stroomopwaarts: 'Wat maakt een werk als dit zo uniek? Vermoedelijk is het de combinatie van Schoenmakers' inlevingsvermogen, analyse en gevoeligheid. De trilogie geeft een ongekend scherp inzicht in de problemen waarvoor de verschillende bevolkingsgroepen in een voormalige kolonie als Suriname staan en weet dit ook nog prachtig te verwoorden.' NRC Handelsblad
Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
Deze nieuwe (volumineuze) Zuid-Amerikaanse roman van M.M. Schoenmakers (1949) die volgt op de trilogie 'Stroomafwaarts en stroomopwaarts' (1989 - 1994) en daar zijdelings mee verbonden is, speelt zich af gedurende zes dagen. De terugkeer van tracékappers die aan een weg door het oerwoud werken, wordt in twee vissersdorpjes aan de monding van een Zuid-Amerikaanse (Surinaamse?) rivier verwacht. Zij moeten een groots onthaal krijgen. Hun terugkeer zal samenvallen met de glorieuze ingebruikneming van een vriescel. Met die terugkeer gaat echter van alles mis. Zes episoden bevat deze roman ('Donderdag' tot en met 'Dinsdag'). Die episoden bestaan uit scènisch vertelde (in elkaar hakende) hoofdstukjes. Minimale gebeurtenissen worden vertragend uitvergroot, wat niet zelden een humoristische uitwerking heeft. Deze roman van vertraging is niet alleen intrigerend vanwege de uitgebalanceerde stijl en het fraaie ritme waarin hij geschreven is, maar ook vanwege de trefzekere evocatie van een Zuid-Amerikaanse leefgemeenschap. Normale druk.
(Biblion recensie, Jos Radstake.)
(source: Bol.com)