Het Pulmonaal e Formularium 5 editie een praktische leidraad Het Pulmonaal e Formularium 5editie een praktische leidraad onder redactie van PROF.DR. J.M.M. VAN DEN BOSCH DR. B.J.A.M. BOTTEMA PROF.DR. J.-W.J. LAMMERS PROF.DR. J. ZAAGSMA met medewerking van PROF.DR. W.M.C. VAN AALDEREN, DR. M. BAKKER, DR. P. BRESSER, DR. A. BOONSTRA, PROF.DR. P.N.R. DEKHUIJZEN, MEVR. DR. V.H.M. DENEER, DR. M.M. VAN DER EERDEN, DR. J. FESTEN, PROF.DR. R. GERTH VAN WIJK, DR. H. DE GROOT, DR. Y.F. HEIJDRA, PROF.DR. H.C. HOOGSTEDEN, MEVR. DR. J.E. JACOBS, DR. J.C. DE JONG, PROF.DR. J.C. DE JONGSTE, PROF.DR. H.A.M. KERSTJENS, DR. R.J. VAN KLAVEREN, DRS. W.C.M. DE LANGE, MEVR. DR. J.H. VAN LOENHOUT-ROOYACKERS, PROF.DR. H. MEURS, PROF.DR. A.D.M.E. OSTERHAUS, MEVR. PROF.DR. D.S. POSTMA, PROF.DR. P.E. POSTMUS, DR. M.H.E. REIJERS, DRS. R.J. SNIJDER, DRS. M.H.J. VAESSEN, DR. G. WESSELING, PROF.DR. N. VAN ZANDWIJK, DR. J.S. VAN DER ZEE De uitgever stelt zich niet verantwoordelijk voor eventuele onjuistheden die in Het Pulmonaal Formularium mochten voorkomen. © 2007 Bohn Stafleu van Loghum, Houten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mec hanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van 0 artikel 16b Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewij- zigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 51, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compila- tiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wen- den. ISBN 978 90 313 5010 0 ISSN 0926-5864 NUR 870, 879 Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl Inhoudsopgave Voorwoord redactie 7 Redacteuren en medewerkers 9 DEEL I: LONGZIEKTEN Uitingen van longziekten 13 Onderzoek van de thorax 21 Astma en chronisch obstructief longlijden (COPD) 36 Respiratoire insufficiëntie en cor pulmonale, inclusief SAS 62 Infecties van de luchtwegen en cystische fibrose 76 Tuberculose 98 Aids en andere immuunstoornissen met uitingen in de longen 110 Neoplasmata van de longen, de pleura en het mediastinum 130 Niet-maligne aandoeningen van de pleura 144 Gegeneraliseerde aandoeningen van het longparenchym 153 Stoornissen in de pulmonale circulatie 164 Door geneesmiddelen, hobby of beroep veroorzaakte aandoeningen 183 Longtransplantatie 192 DEEL II: PULMONALE GENEESMIDDELEN Toedieningsvormen 207 Geneesmiddelen bij astma en COPD 214 – Bronchusverwijders 215 – Antiallergica 221 – Anti-inflammatoire middelen 222 – Antioxidantia 225 OVERIGE PULMONALE GENEESMIDDELEN Antimicrobiële geneesmiddelen 236 Tuberculostatica 262 Oncolytica 270 Influenzaprofylactica 273 Hoestmiddelen 277 Ademhalingsstimulantia 283 6 INHOUDSOPGAVE Interventies bij inhalatieallergie 287 (Stoppen met) roken en longziekten 298 DEEL III: BIJLAGEN Geneesmiddelenoverzicht 313 Register 331 Verklaring afkortingen 341 Voorwoord redactie Het Pulmonaal Formularium is gericht op de dagelijkse praktijk. Naast een korte beschrijving van de meest belangrijke ziektebeel- den, is getracht een zo volledig mogelijk overzicht te geven van de in de pulmonologie toegepaste medicatie. Het is dus bedoeld als een snelle oriëntatie en nodigt uit tot verder lezen in andere bronnen. Een dergelijk werk, dat tot stand gekomen is dankzij de sam enw erking van een aantal deskundigen uit uiteenlopende dis- ciplines, draagt onvermijdelijk het karakter van een compromis. De bel angr ijkste doelgroepen worden gevormd door de huisartsen en (huis)artsen in opleiding en wij hopen dat in het bijzonder zij veel aan deze therapieleidraad zullen hebben. Wij zijn veel dank verschuldigd aan de auteurs die bereid zijn geweest hun bijdrage te leveren. Ten slotte willen wij onze uitgever mevrouw drs. L. Nieu wen dijk, zonder wier inspanningen dit formularium er niet zou zijn gekomen, danken voor haar prettige ondersteuning. De 5e editie is dankzij opbouwende kritiek van gebruikers en redactie op verschillende plaatsen aangepast of herzien. Boven- dien is het hoofdstuk Longtransplantatie toegevoegd. Er is zoveel mogelijk naar gestreefd om nieuwe inzichten en adviezen uit richtlijnen en standaarden in deze editie te verwerken. De redac- tie hoopt dat het Pulmonaal Formularium zal bijdragen aan ade- quate diagnostiek en zorg voor patiënten met, veelal chronische, longaandoeningen. REDACTEUREN PROF.DR. J.M.M. VAN DEN BOSCH longarts, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein DR. B.J.A.M. BOTTEMA huisarts, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen PROF.DR. J.-W.J. LAMMERS longarts, Universitair Medisch Centrum, Utrecht PROF.DR. J. ZAAGSMA farmacoloog, Rijksuniversiteit Groningen MEDEWERKERS PROF.DR. W.M.C. VAN AALDEREN kinderarts-pulmonoloog, Emma Kinderziekenhuis, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam DR. M. BAKKER longarts, Erasmus MC, Rotterdam DR. P. BRESSER longarts, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam DR. A. BOONSTRA longarts, VU Medisch Centrum, Amsterdam PROF.DR. P.N.R. DEKHUIJZEN longarts, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen MEVR. DR. V.H.M. DENEER ziekenhuisapotheker/klinisch farmacoloog, Sint Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein DR. M.M. VAN DER EERDEN longarts, Erasmus MC, Rotterdam DR. J. FESTEN longarts, voormalig staflid van Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen PROF.DR. R. GERTH VAN WIJK allergoloog, Erasmus MC, Rotterdam DR. H. DE GROOT allergoloog, Erasmus MC, Rotterdam DR. Y.F. HEIJDRA longarts, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen PROF.DR. H.C. HOOGSTEDEN longarts, Erasmus MC, Rotterdam 10 REDACTEUREN EN MEDEWERKERS MEVR. DR. J.E. JACOBS medisch socioloog, Centre for Quality of Care Research (WOK), KUN en UM DR. J.C. DE JONG viroloog, Erasmus MC, Nationaal Influenzacentrum, Rotterdam PROF.DR. J.C. DE JONGSTE kinderarts-pulmonoloog, Erasmus MC, Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam PROF.DR. H.A.M. KERSTJENS longarts, Universitair Medisch Centrum Groningen DR. R.J. VAN KLAVEREN longarts, Daniël Den Hoed Kliniek, Erasmus MC, Rotterdam DRS. W.C.M. DE LANGE longarts, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen MEVR. DR. J.H. VAN LOENHOUT-ROOYACKERS longarts en sociaal-geneeskundige, GGD Regio Nijmegen en GGD Rivierenland Tiel PROF.DR. H. MEURS farmacoloog, Rijksuniversiteit Groningen PROF.DR. A.D.M.E. OSTERHAUS viroloog, hoogleraar virologie EUR, Erasmus MC, Rotterdam MEVR. PROF.DR. D.S. POSTMA longarts, Universitair Medisch Centrum Groningen PROF.DR. P.E. POSTMUS longarts, VU Medisch Centrum, Amsterdam MEVR. DR. M.H.E. REIJERS longarts, Universitair Longcentrum Dekkerswald, Groesbeek DRS. R.J. SNIJDER longarts, Sint Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein DRS. M.H.J. VAESSEN huisarts, Brunssum DR. G. WESSELING longarts, Academisch Ziekenhuis Maastricht PROF.DR. N. VAN ZANDWIJK longarts, University of Sydney, Australië DR. J.S. VAN DER ZEE longarts, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam DEEL I Longziekten Uitingen van longziekten Dr. B.J.A.M. Bottema In de huisartsenpraktijk is het stellen van een diagnose lang niet altijd mogelijk. Het blijft vaak bij een symptoomdiagnose of een diagnose op basis van waarschijnlijkheid zoals ‘hoest’ of ‘bo ven - ste luchtweginfectie, waarschijnlijk viraal’. Verdere verf ijning van de diagnostiek is ook niet altijd nodig. Veel klachten en vers chijn- selen komen niet eens ter kennis van de arts; de meeste ver - dwijnen vanzelf. Dit geldt overigens ook voor de meeste klachten die wel aan de arts gepresenteerd worden. Na anamnese en lichamelijk onderzoek kan veelal worden volstaan met gerust- stelling, uitleg omtrent het te verwachten beloop en al dan niet enige symptomatische therapie. In het navolgende wordt de betekenis van de belangrijkste klachten bij luchtwegaandoeningen geanalyseerd. Het gaat om hoesten, kort ademigheid, piepen, het opgeven van sputum, hem optoë en pijn bij de ademhaling. HOESTEN Hoesten als geïsoleerd symptoom is de meest voorkomende re- den voor bezoek aan de huisarts. Het is doorgaans een on schul - dig en nuttig verschijnsel, dat in volgorde van frequentie leidt tot diagnoses als bovensteluchtweginfectie, bronchitis, hoesten zon- der nadere specificatie en acute laryngitis. Het is vaak niet nodig een behandeling in te stellen, omdat deze met name bij virale infecties geen invloed heeft op het beloop. Wel is het voor veel patiënten plezierig middelen te krijgen die de klachten op korte termijn verlichten zolang de oorzaak niet is wegg enomen. Uit- gelegd kan worden dat hoest in het algemeen een nuttig symp- toom is en dat hoestonderdrukkende middelen vooral voor de nacht worden gegeven.