The Project Gutenberg EBook of Het Nieuwe Leven, by Dante Alighieri This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.net Title: Het Nieuwe Leven (La Vita Nuova) Author: Dante Alighieri Translator: Nico van Suchtelen Release Date: February 9, 2009 [EBook #28029] Language: Dutch *** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET NIEUWE LEVEN *** Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ Wereld bibliotheek Onder leiding van L. Simons. Uitgegeven door: De Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur—Amsterdam Dante Alighieri Het Nieuwe Leven (La Vita Nuova) Uit het Italiaansch vertaald door Nico van Suchtelen Met inleiding, aanteekeningen, aanhangsel en portret Gedrukt ter drukkerij “De Degel”, Amsterdam. Dit jeugdportret, dat Dante voorstelt omstreeks den tijd toen hij de Vita Nuova schreef, is een muurschildering door Giotto (1267–1337) in de kapel van het Bargello (paleis der Podestà) te Florence. Bij den brand van het paleis in 1332 scheen dit fresco verloren te zijn gegaan, doch in 1840 werd het weder bloot gelegd en, hoewel slecht, gerestaureerd. De hier gegeven reproductie echter is genomen naar de teekening welke Seymour Kirkup vòòr de noodlottige restauratie van het fresco maakte. teekening welke Seymour Kirkup vòòr de noodlottige restauratie van het fresco maakte. Inleiding Ik ben een die, zoo de Liefde hem iets inblaast, luister en op de wijze, waarop zij binnen in mij spreekt, het neerschrijf. (Louteringsberg XXIV). “Het “Nieuwe Leven”, het “boekske” waarin de ongeveer zeven-en-twintig jarige Dante zijn jeugdliefde verhaalt, is een der wonderlijkste en tevens wonderbaarste scheppingen der dichtkunst. Wonderlijk is het om die zekere eigenaardigheden, waarvan enkele reeds Dante’s tijdgenooten hebben gehinderd en welke het meerendeel der modern-kritische lezers zeker geneigd zal zijn als “fouten”, immers als uitingen van gekunsteldheid, valsch gevoel, ondichterlijk intellektualisme, te veroordeelen. En werkelijk, bij een eerste, vluchtige lezing doet het wel ietwat zonderling aan; een dertigtal van de sierlijkst bewerkte, zoetst-vloeiende minnedichten, lof-en klaagzangen, vereenigd in een onderling verband door een later geschreven verklarend proza, welks stijl het midden houdt tusschen plechtige bijbeltaal, deftig-pedant betoog en kinderlijk-naïef verhaal: een keten van fijnst-geslepen juweelen in stijf-eenvoudige vatting. En dan elk dier gedichten nog bovendien ontleed naar zijnen bouw en inhoud, “verdeeld” zooals Dante het noemt, in glossen zòò dor, schoolmeesterachtig en overbodig meestal, dat reeds Boccaccio, Dante’s eerste officieele “uitlegger”, deze “divisioni” verwierp als “troppo infantile”, als een belachelijke kinderachtigheid! Moet de kritische verbazing van den hedendaagschen lezer met “literairen” smaak, niet toenemen als hij bemerkt dat de stof voor vele dier gedichten blijkbaar “verzonnen” is; dat ook de droomen en visioenen waarvan Dante gewaagt, blijkbaar “cerebrale bedenksels” zijn, althans zelden, zooals in het beroemde koortsvisioen (§ XXIII) en in de verschijning der zalige Beatrice als kind van negen jaar (§ XXXIX) onmiskenbaar echte droom-elementen vertoonen? Dreigt die verbazing niet om te slaan in een medelijdende afkeuring bij de ontdekking dat het Dante’s duidelijke bedoeling is aan zijn schijnbaar zoo spontane lyriek een symbolische, en nog wel een theologisch-moreele duiding te