ebook img

Het kleine huis aan het zilvermeer PDF

181 Pages·2011·4.71 MB·German
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Het kleine huis aan het zilvermeer

Laura Ingalls Wilder Het huis aan het Zilvermeer Geïllustreerd door Garth Williams UITGEVERIJ PLOEGSMA AMSTERDAM ISBN 90 216 0259 8 Vierde druk 1977 Oorspronkelijke titel: By the shores of Silver Lake © tekst: Harper & Row, mcmxxxix © illustraties: Garth Williams, mcmliii Geautoriseerde Nederlandse vertaling: A. C. Tholema © Nederlandse vertaling: Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam Voor België: C. de Vries-Brouwers PVBA, Antwerpen Laura Ingalls Wilder schreef de volgende boeken: Het kleine huis in het grote bos, Het kleine huis op de prairie, Het kleine huis aan de rivier, De grote hoeve, Het huis aan het Zilvermeer, De lange winter, De kleine stad op de prairie, Een huis voor Laura, De vier prairiejaren, Onderweg 1. ONVERWACHT BEZOEK, 7 2. GROOT GEWORDEN, 12 3. DE TREINREIS, 17 4. HET EINDE VAN DE RAILS, 27 5. SPOORWEGKAMP, 33 6. DE ZWARTE PONY'S, 39 7. HET WESTEN BEGINT, 47 8. HET ZILVERMEER, 57 9. PAARDEDIEVEN, 65 10. DE HEERLIJKE MIDDAG, 72 11. BETAALDAG, 84 12. VLEUGELS BOVEN HET ZILVERMEER, 96 13. HET KAMP WORDT OPGEBROKEN, 100 14. HET HUIS VAN DE LANDMETERS, 108 15. DE LAATSTE MAN, 115 16. WINTERDAGEN, 121 17. WOLVEN BIJ HET ZILVERMEER, 124 18. PA VINDT ZIJN NIEUWE LAND, 129 19. DE DAG VOOR KERSTMIS, 133 20. DE AVOND VOOR KERSTMIS, 139 21. VROLIJK KERSTFEEST, 143 22. PRETTIGE WINTERDAGEN, 154 23. DE PELGRIMS, 162 24. DE STORMLOOP, 170 25. PA'S WEDDENSCHAP, 176 26. BOUWKOORTS, 181 27. WONEN IN DE STAD, 186 28. VERHUISDAG, 195 29. HET HUISJE OP HET NIEUWE LAND, 200 30. MUSKIETEN, 213 31. DE AVOND VALT, 215 hoofdstuk 1 Onverwacht bezoek OP EEN morgen stond Laura af te wassen, toen Jack, die in de zon op de drempel lag, gromde om haar te vertellen dat er iemand aan kwam. Ze keek naar buiten en zag een rijtuigje de rivier oversteken bij de ondiepe grintbank. „Ma," zei ze, „er komt een vreemde vrouw aan." Ma zuchtte. Ze schaamde zich over het slordige huis, net als Laura. Maar Ma was te zwak en Laura was te moe, en ze waren te verdrietig om het heel erg te vinden. Mary en Carrie en kleine Grace en Ma hadden allemaal roodvonk gehad. De Nelsons aan de overkant van de rivier hadden het ook gehad, zodat er niemand was geweest om Pa en Laura te helpen. De dokter was iedere dag geweest; Pa wist niet hoe hij de rekening moest betalen. Verreweg het ergste was, dat de ziekte Mary's ogen had aangetast, en Mary was blind. Ze kon nu, in dekens gewikkeld, opzitten in Ma's oude schommelstoel. Die lange, lange tijd, week in week uit, dat ze nog altijd iets kon zien, maar iedere dag minder, had ze nooit gehuild. Nu kon ze zelfs het helderste licht niet meer zien. Ze bleef geduldig en flink. Haar prachtige goudblonde haar was verdwenen. Pa luid het kort afgeschoren toen ze koorts had, en met haar arme kale hoofd leek ze net een jongen. Haar blauwe ogen waren nog altijd mooi, maar ze konden niets zien, en Mary zelf kon er nooit meer doorheen kijken om Laura te vertellen wat ze dacht zonder een woord te zeggen. „Wie kan het zo vroeg op de morgen zijn?" vroeg Mary verbaasd, terwijl ze haar oor naar het geluid van het rijtuigje wendde. „Het is een vreemde vrouw, alleen in een rijtuigje. Ze draagt een bruine zonnehoed en ze ment een bruin paard," antwoordde Laura. Pa had gezegd, dat zij ogen voor Mary moest zijn. „Kun jij iets bedenken voor het middageten?" vroeg Ma. Ze bedoelde iets „Kun jij iets bedenken voor het middageten?" vroeg Ma. Ze bedoelde iets bijzonders voor een gast voor als de vrouw zou blijven eten. Er was brood en stroop, en er waren aardappelen. Dat was alles. Het was voorjaar en te vroeg voor groente uit de tuin; de koe stond droog en de kippen waren nog niet aan de leg. Er zaten nog maar een paar kleine visjes in de rivier. Zelfs op de wilde konijntjes was zo gejaagd, dat ze schaars waren. Pa hield niet van een streek, die zo lang en intensief bewoond was dat er weinig te jagen viel. Hij wilde naar het westen. Sinds twee jaar wilde hij naar het westen, naar nieuw land, maar Ma wilde niet graag weg uit deze bewoonde streek. En er was geen geld. Pa had maar twee schrale tarwe-oogsten gehad sinds de sprinkhanenplaag; hij was er nauwelijks in geslaagd om geen schulden te maken en nu was de doktersrekening er. Laura antwoordde flink: „Wat goed genoeg is voor ons, is goed genoeg voor iedereen, Ma!" Het rijtuigje hield stil en de vreemde vrouw bleef zitten en keek naar Laura en Ma in de deuropening. Ze was een knappe vrouw in haar keurige, bruine, gebloemde japon en zonnehoed. Laura schaamde zich over haar eigen blote voeten en ongestreken jurk en ongekamde vlechten. Toen zei Ma langzaam: „Nee maar, Docia!" „Ik was benieuwd of je me zou herkennen," zei de vrouw. „Er is heel wat water naar de zee gestroomd, sinds jullie weggingen." Zij was de knappe tante Docia van lang geleden, van het feest in het huis van grootvader in het grote bos. Ze was nu getrouwd. Ze was getrouwd met een weduwnaar met twee kinderen. Haar man was aannemer en werkte aan de nieuwe spoorweg in het westen. Tante Docia maakte de tocht van de grote bossen naar de spoorwegkampen in het westen helemaal alleen in de buggy. Ze kwam langs om te zien of Pa met haar mee wilde. Haar man, oom Ron, had een betrouwbaar iemand nodig voor de boekhouding en de voorraden, en Pa kon de betrekking krijgen. „Het betaalt vijftig dollar in de maand, Karel," zei ze. Er ontspande zich iets in Pa's smalle wangen en zijn blauwe ogen begonnen te Er ontspande zich iets in Pa's smalle wangen en zijn blauwe ogen begonnen te stralen. Hij zei langzaam: „Het schijnt dat ik goed geld kan verdienen, terwijl ik uitkijk naar ons nieuwe land, Caroline." Ma wilde nog altijd niet naar het westen. Ze keek de keuken rond, naar Carrie en naar Laura, die Grace op de arm had. „Karei, ik weet het niet," zei ze. „Het lijkt prachtig, vijftig dollar in de maand. Maar hier hebben we ons huis. We hebben de boerderij." „Wees redelijk, Caroline," pleitte Pa. „We kunnen in het westen vijfenzestig hektare goed land krijgen, alleen door erop te gaan wonen, en het land is net zo goed als hier, of beter. Als Uncle Sam ons een boerderij wil geven in ruil voor de boerderij, waar hij ons vandaan heeft gejaagd in het Indianengebied, zeg ik, dat we het moeten doen. De jacht is goed in het westen, je kunt er al het vlees krijgen, dat je nodig hebt." Laura wilde zo graag weg, dat ze bijna niet kon zwijgen. „Hoe zouden we nu weg kunnen?" vroeg Ma. „Mary is niet sterk genoeg om te reizen." „Dat is zo," zei Pa. „Dat is waar." Toen vroeg hij tante Docia: „Het werk kan niet wachten?" „Nee," zei tante Docia. „Nee, Karel, Ron heeft nu iemand nodig. Je moet het nemen of niet nemen." „Het is vijftig dollar in de maand, Caroline," zei Pa, „en ons nieuwe land." Het leek een lange tijd voor Ma rustig zei: „Nou, Karel, je moet doen wat jij het beste vindt." „Ik doe het, Docia!" Pa stond op en zette zijn hoed op. „Waar een wil is, is een weg. Ik ga met Nelson praten." Laura was zo opgewonden, dat ze het werk in huis nauwelijks behoorlijk kon doen. Tante Docia hielp mee, en ondertussen vertelde ze de nieuwtjes van thuis. Haar zuster, tante Ruby, was getrouwd en had twee jongens en een snoezig klein

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.