Description:Al die vervloekingen zijn onzin, zegt de grafrover tegen Mark. Er trappen alleen domme boeren in. Hij wrikt de stenen deksel los. Mark verstijft. Op de gouden doodskist hurkt een enorme vogel, met het gezicht van de dode farao. Zijn grijns ontbloot een zigzag van snijtanden. Oeroude beenderen bewaak ik, zegt de vogel. Maar tegen wat versere heb ik geen bezwaar.