1 Het Burgherlick Leven (1590) door Simon Stevin Een onderwezen gedragsideaal ‘also de Staet der Burgherie daer uyt haer form crijcht’ Onderzoek naar de opbouw van het traktaat. Evenals een speurtocht naar haar Spiegheling en Daet. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Academiejaar 2010-2011 Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Leirman Pieter-Jan 007 033 23 Promotor: Prof. dr. Steven Vanden Broecke Leescommissarissen: Stefan Meysman & Mike Keirsbilck 2 3 WOORD VOORAF Het volbrengen van een masterscriptie komt er niet zonder slag of stoot. Het voorbije jaar was dan ook een uitzonderlijke ervaring. Het uitdenken en uitwerken van deze scriptie is een project dat qua omvang en inspanning al hetgeen ik in de voorgaande jaren van de opleiding Geschiedenis heb gemaakt met vlag en wimpel overstijgt. Evenwel is de persoonlijke voldoening die het resultaat voortbrengt navenant. Bovendien is het vervaardigen van een thesis niet enkel een werkproces, maar ook een leerproces. Het ging gepaard met vallen en opstaan. Ik ben ervan overtuigd dat elke masterstudent zich op bepaalde momenten wel zal hebben afgevraagd hoe hij/zij het ooit zou klaarspelen. Dat was bij mij althans soms het geval. Maar twijfel is geen goede raadgever. Op zo‟n momenten is de kracht die je nodig hebt om de draad terug op te pikken niet ver te zoeken. Enerzijds ligt ze bij jezelf. Meer bepaald bij je eigen ambitie en je wil om van zo‟n unieke ervaring als het schrijven van een scriptie iets waardevols te maken. Een andere vereiste is dat je overtuigd bent van je onderzoek. Indien je werkt vanuit de gedachte dat het allemaal wel zal loslopen en het jaar wel vlug voorbij zal zijn, dan denk ik niet dat het uiteindelijk een gedenkwaardig jaar, noch een gedenkwaardige scriptie zal opgeleverd hebben. Zonder een diepgaande interesse voor het onderzoek – iets wat doorheen het uiteraard rijpt en aanzwelt – en de wil om er iets moois van te maken, was het mij alleszins nooit gelukt. Anderzijds vind je de moed en aanmoediging bij je omgeving. Tijdens het produceren van mijn thesis zat ik gelukkig niet geïsoleerd op een eiland. Daarom moet ik een aantal mensen bedanken die me niet alleen dit jaar, maar al mijn hele leven lang hebben gesteund en bijgestaan en dat op elk denkbaar vlak. Het is niet mijn bedoeling om hier Jan, Piet, Joris en Korneel en wie nog allemaal te bedanken omdat ik vind dat het mijn waardering voor de personen die ik wérkelijk wil bedanken in waarde zou doen verminderen. Eerst en vooral verdient mijn promotor prof. dr. Steven Vanden Broecke mijn oprechte dank betuigen. Voor U geldt natuurlijk niet het gegeven dat u mij al mijn leven lang hebt bijgestaan, maar niettemin hebt U een groot aandeel in deze scriptie. Niet in het minst omdat U me hebt laten kennismaken met Het Burgherlick Leven. Maar daarnaast dank ik U voor de wekelijkse gesprekken tijdens het eerste semester, alsook het seminarie dat ik bij U heb gevolgd. Zo leerde ik bronnen op een bijzonder vruchtbare en indringende manier benaderen. Ook Uw doordachte vragen en suggesties omtrent de brontekst – hoewel ze me somtijds danig in verwarring brachten – hebben mij zeker vooruitgeholpen. Voor dit alles nogmaals dank. Daarnaast dank ik in het bijzonder de Vrouwelijke Drievuldigheid in mijn leven, zijnde mijn moeder, mijn tante en vriendin. De voorbije vier jaar stonden elk van jullie drie steeds klaar om me op welke 4 manier ook te helpen, aan te moedigen, op te beuren en nog zo veel meer. Ik ben niet iemand die vlug in zijn hart laat kijken, maar dit is toch de gelegenheid bij uitstek: Werkelijk bedankt voor alles! 5 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF……………………………………………………………………………ii INHOUDSOPGAVE…………………………………………………………………………...iii INLEIDING…………………………………………………………………………………….1 DEEL I HET BURGHERLICK LEVEN: OMKADERING EN KWALITATIEVE ANALYSE…………….4 1. Leven en Werk van Simon Stevin………………………………………………………..4 1.1. Simon Stevin in de Zuidelijke Nederlanden: 1548-1577……………………………………...5 1.2. Emigratie uit de Zuidelijke Nederlanden…………………………………………………….7 1.3. Simon Stevin in de Verenigde Provinciën: 1581-1620………………………………………..9 1.4. Simon Stevin: de wetenschapper…………………………………………………………...10 2. Het Burgherlick Leven: Een korte introductie……………………….........................13 3. Receptie van Het Burgherlick Leven……………………………………………………..14 3.1. Inleiding………………………………………………………………………………… 14 3.2. Nawerking van Het Burgherlick Leven in de 17e eeuw…………………………………………15 3.3. Annie Romein-Verschoor: „Herontdekking‟ van Het Burgherlick Leven………………………...16 3.4. Het Burgherlick Leven beschreven door Pim Den Boer………………………………………...18 3.5. Cathérine Sécretan: Een verzamelbijdrage met Het Burgherlick Leven als centrale thema……….22 4. Kwalitatieve Analyse van Het Burgherlick Leven……………………………………….26 4.1. Een anomalie in Stevins oeuvre?...............................................................................26 4.2. Inhoudelijke analyse……………………………………………………………………… 28 4.2.1. De Burgher, Burgherlick en de Burgherlicheyt…………………………………………… .28 4.2.2. De ghemeente…………………………………………………………………………33 4.2.2.1. De oorsprong van de ghemeente……………………………………………………33 4.2.2.2. De ghemeensake…………………………………………………………………...34 4.2.2.3. De Burgherlicheyt………………………………………………………………… 35 4.2.2.4. De samenstelling van de ghemeente…………………………………………………38 4.2.2.4.1. De leden van de ghemeente……………………………………………………..39 4.2.2.4.2. De Burgherlicke persoon als scheidsrechter……………………………………….40 6 4.2.2.4.3. Machtsverhoudingen binnen de ghemeente………………………………………41 4.2.3. De functie van geloof in de ghemeente………………………………………………….47 4.2.4. Conflicten in de ghemeente…………………………………………………………….51 4.2.4.1. De algemene Burgherlicke reghel……………………………………………………53 4.2.4.2. De problematiek van het gezag……………………………………………………54 4.2.4.3. De problematiek van de wet…………………………………………………….. 57 4.2.4.4. De problematiek van de religie……………………………………………………59 4.2.5. De Anhangh………………………………………………………………………… 64 DEEL II: SPIEGHELING HET BURGHERLICK LEVEN EN DE 16e-EEUWSE POLITIEKE THEORIE………………….67 1. Een overzicht van de politieke theorie in de 16e eeuw……………………………….68 1.1. De oorsprong en de „herontdekking‟ van „de politiek‟………………………………………69 1.2. De „constitutionalistische‟ tendens…………………………………………………………70 1.2.1. „The art of politics‟ en „civic humanism‟………………………………………………71 1.2.1.1. ‘The art of politics’: De traditie van de politieke moraalfilosofie……………………..71 1.2.1.2. De humanistische vorstenspiegels…………………………………………………76 1.2.1.3. De invloed van het „civic humanism‟ in de Nederlanden…………………………….79 1.2.2. De vreemde eend in de bijt: Coornhert en zijn volkstalige ethiek………………………81 1.2.3. Traditioneel „constitutionalisme‟ in vroegmodern West-Europa…………………….…84 1.2.3.1. Het Middeleeuwse „constitutionalisme‟ in West-Europa……………………………84 1.2.3.2. Monarchomachen: De weerstandstheorieën……………………………………….86 1.2.3.3. „Constitutionalisme‟ in de Nederlanden: Het politieke denken tijdens de Opstand….89 1.2.4. Hernieuwde aandacht voor het natuurrecht……………………………………………95 1.3. De „a-constitutionalistische‟ tendenzen: De staatsraison en het absolutisme…………………..98 1.3.1. De ‘art of state’: De ontwikkeling van een nieuw politiek discours………………………98 1.3.1.1. Niccolo Machiavelli (1469-1527)………………………………………………… 98 1.3.1.2. Francesco Guicciardini (1483-1540): Ragion di stato…………………………….. 101 1.3.1.3. De ‘art of state’ wordt de nieuwe „politiek‟……………………………………….102 1.3.1.4. Justus Lipsius‟ Politica (1589): De staatsraison in de Nederlanden…………………103 1.3.2. Jean Bodin: De ontwikkeling van het legaal absolutisme………………………………105 2. Comparatieve analyse: Het Burgherlick Leven en de contemporaine politieke theorie………………………………………………………………………………….. 106 2.1. Het Burgherlick Leven en de ‘art of politics’………………………………………………….. 108 7 2.1.1. Conceptuele verwantschap……………………………………………………………………………….…108 2.1.2. Gelijklopende krachtlijnen………………………………………………………….109 2.1.3. Geen republikanistisch „civic humanism‟…………………………………………….111 2.1.4. Het Burgherlick Leven en de Venetiaanse ‘art of politics’…………………………………112 2.1.5. Het Burgherlick Leven en Coornherts volkstalige ethiek…………………………………117 2.2. Het Burgherlick Leven en het „constitutionalisme‟……………………………………………123 2.2.1. Het Burgherlick Leven en het politieke denken van de Opstand…………………………. 123 2.2.2. Het Burgherlick Leven en de weerstandstheorieën………………………………………127 2.3. Het Burgherlick Leven en de staatsraison…………………………………………………….133 2.3.1. Het Burgherlick Leven en Machiavelli: De Anhangh…………………………………..…133 2.3.2. Het Burgherlick Leven als reactie op Lipsius‟ Politica?............................................136 2.4. Het Burgherlick Leven en Bodins ondeelbare soevereiniteit…………………………………..144 2.5. Het Burgherlick Leven en het natuurrecht (jammerlijk genoeg niet kunnen uitwerken omwille van tijdsgebrek) DEEL III: DAET HET BURGHERLICK LEVEN ALS ‘LIVRE DE CIRCONSTANCE’………………………….147 1. De staatkundige context……………………………………………………………….148 1.1. De Nederlanden……………………………………………………………………...….148 1.1.1. De Opstand……………………………………………………………………….. 149 1.1.1.1. De Beeldvorming van Spanje en Filips II………………………………………….149 1.1.1.2. Het Eerlicke Ghewelt: Een alternatieve legitimatie voor de Opstand………………..153 1.1.2. De Vereenichde Nederlanden: Quo Vadis?..............................................................156 1.1.3. De eedbrekende Staetvorsten…………………………………………………………163 1.1.4. Het onburgherlicke verraad……………………………………………………………172 1.2. Frankrijk……………………………………………………………..………………… 175 1.3. Venetië………………………………………………………………………………….178 2. De Socio-economische Context in de Verenigde Provinciën………………………179 2.1. De socio-economische structuur van de Verenigde Provinciën…………………………..…180 2.2. Het dominante Holland in de Verenigde Provinciën: Gemeenschappen van handelsgezinde burgers in een veranderende sociale context………………………………………………………182 2.2.1. De burger: de stadsrechtelijke betekenis……………………………………………..184 2.2.2. De burger: de sociaal-economische betekenis…………………………………………186 8 2.2.3. De Hollandse stadsgemeenschappen onder spanning in de jaren 1580……………….…188 2.2.4. Stevins Burgherlick Leven: de ghemeente disciplineren met het waardenpatroon van de Hollandse elite………………………………………………………………………192 2.3. Het economische stedelijk particularisme in de Verenigde Provinciën…………………..…195 3. De Religieuze Context in de Verenigde Provinciën…………………………………198 3.1. Stevin als politique: staatsraison op religieus vlak……………………………………………199 3.2. Godsdienstvrijheid of godsdienstdwang? Het publieke debat tussen Coornhert en Lipsius……201 3.3. Het Burgherlick Leven en tolerantie: gewetensvrijheid, maar de atheïst moet zwijgen…….205 3.4. Het Burgherlick Leven en de wederdopers………………………………………………..214 3.5. Stevins religieuze gezindheid?................................................................................220 BESLUIT……………………………………………………………………………………..226 OPGAVE VAN BRONNEN EN LITERATUUR……………………………………………...228 9 INLEIDING Tijdens de jaren 1977-1978 doceerde de Franse denker/filosoof Michel Foucault (1936-1984) een reeks colleges aangaande het thema ‘gouvernmentalité’. De publicatie van die lessenreeks, Security, territory, population. Lectures at the collège de France, 1977-1978, vormde aan het begin van dit academiejaar het startpunt voor deze scriptie. In de lessen schetst Foucault wat hij fundamenteel begrijpt onder „gouvernmentalité’ en hoe het machtsuitoefening over een „populatie‟ mogelijk maakt, maar ook waaruit en hoe het zich ontwikkelde. Foucault kent drie betekenisladingen toe aan het begrip: „1. The ensemble formed by the institutions, procedures, analyses and reflections, the calculations and tactics that allow the exercise of this very specific albeit complex form of power, which has as its target population, as its principal form of knowledge political economy, and as its essential technical means apparatuses of security. 2. The tendency which, over a long period and throughout the West, has steadily led towards the pre- eminence over all other forms (sovereignty, discipline, etc) of this type of power which may be termed government, resulting, on the one hand, in formation of a whole series of specific governmental apparatuses, and, on the other, in the development of a whole complex of savoirs. 3. The process, or rather the result of the process, through which the state of justice of the Middle Ages, transformed into the administrative state during the fifteenth and sixteenth centuries, gradually becomes 'governmentalized'.‟1 Eenmaal kennis genomen van dit magistrale werk was het tijd om een concreet onderzoeksobject uit te zoeken. Mijn promotor, prof. dr. Vanden Broecke, wees me op het bestaan van een nog weinig bestudeerd traktaat van de hand van Simon Stevin ( 1548-1620). Het betrof het in 1590 gepubliceerde werk Het Burgherlick Leven. De eerste lezing van het werk beviel me uitermate. Hoewel ik, omwille van een gebrekkige kennis in de specifieke tijd, thematiek of kennisdomein inzake het werk, nog geen inzicht had of het traktaat als buitengewoon dan wel typisch aan te merken viel, was het voor mij al vlug een uitgemaakte zaak dat het de centrale focus zou worden van mijn scriptie. Gecoördineerd door mijn promotoor ging ik op zoek naar de essentie van Het Burgherlick Leven. Foucaults „gouvermentalité’ liet ik ondertussen voor wat het was. Dit omdat ik er op dat moment niet meteen de bruikbaarheid van inzag voor een beter begrip van Het Burgherlick Leven. Eerder verdiepte ik me in de genoemde tijd, thematiek en kennisdomein van Stevins werk. Alzo trachtte ik geschikte onderzoeksvragen uit te werken. Uiteindelijk resulteerde dit onderzoeks en verwerkingsproces in deze toch wel lijvige scriptie. 1 M. FOUCAULT, Security, territory, population : lectures at the Collège de France, 1977-1978, (eds., M. Senellart & G. Burchell), New York, Picador, 2007, p. 108 10 In essentie behandelt Het Burgherlick Leven het menselijke samenleven in een collectieve ruimte. Eenmaal een individu zich beweegt buiten zijn persoonlijke of private sfeer, bevindt hij zich in een andere omgeving, de publieke ruimte. Daar geldt eveneens een zekere habitus. Hiermee doelen we op een collectieve, en vaak normatieve, manier van handelen en gedragen, waaraan het individu zich moet conformeren wil hij deel uitmaken van dat collectief, de gemeenschap. Deze gemeenschap is gegrondvest op het gevoelen van de daarin aanwezige individuen dat ze welbepaalde belangen, zaken „gemeen‟ hebben. Het hoeft niet gezegd dat zo‟n samenleven niet altijd vlekkeloos verloopt. De Arabische Lente, de Londense Zomer,… Alle „seizoenen‟ getuigen hiervan. Op al deze topics gaat Stevin met zijn Het Burgherlick Leven uitgebreid op in. Concreet beoogt hij het individu te onderwijzen hoe deze zich in een publieke ruimte idealiter moet gedragen. In het bijzonder wanneer hij geconfronteerd wordt met die problematieken die het samenleven van mensen onvermijdelijk teweegbrengen. Minstens meent Stevin dat een consequent Burgherlick Leven die moeilijkheden kan voorkomen. In deze scriptie beogen we Het Burgherlick Leven aan een diepgaande analyse te onderwerpen. De structuur is drieledig. In DEEL I schetsen we de omkadering van het traktaat, evenook ontleden we secuur de inhoudelijke opbouw van het traktaat. De benamingen voor DEEL II en DEEL III zijn vervolgens geïnspireerd op twee van Stevins talrijke neologismen, respectievelijk spiegheling en daet. Eerst kort wat uitleg bij DEEL I. Uiteraard vragen we ons af wie die dekselse Simon Stevin wel eigenlijk was? Ook trachten we na te gaan hoe het traktaat tot nog toe begrepen is? Het zwaartepunt van het eerste onderdeel ligt echter in de inhoudelijke analyse. Hoe kijkt Stevin in Het Burgherlick Leven tegen mens en gemeenschap aan? Welke problematieken treft Stevin aan in de gemeenschap? En vooral: Welke vorm neemt Stevins gecreërde publieke gedragsideaal aan? Op welke basis is dit gedragsideaal gefundeerd? DEEL II wordt benoemd met het begrip „Spiegheling’. Met dit neologisme doelde Stevin op de theoretische fundamenten van een kennisdomein. Nu kan het nog kort door de bocht lijken als we beweren dat Het Burgherlick Leven in feite een politiek traktaat is. Om dit te begrijpen moeten we „politiek‟ aan haar oorspronkelijke (Griekse) betekenisinhoud koppelen. Wat we hiermee bedoelen wordt daar duidelijk. Vooralsnog zal men genoegen moeten nemen met de kwalificatie dàt Het Burgherlick Leven een politiek traktaat is. We benoemen DEEL II als „Spiegheling’ omdat we er Het Burgherlick Leven zullen trachten terug te koppelen aan de contemporaine politieke theorie. Het is opgedeeld in twee grote hoofddelen. In het eerste schetsen we een overzicht van de 16e-eeuwse „politieke theorieën‟. In het tweede hoofddeel onderzoeken we hoe ze concreet te linken vallen met Het Burgherlick Leven. De hoofdvragen zijn de volgende: Welke politieke theorieën, stromingen, discours, denkers treffen we aan in Het Burgherlick Leven? Kunnen we het traktaat als een uiting van één welbepaald
Description: