Academiejaar 2013‐2014 Tweedekansexamenperiode Herstel en kwaliteit van leven van opiaatafhankelijken die ambulant begeleid worden in een MSOC Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of science in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Vanderplasschen Margo Wauters 00903944 Academiejaar 2013‐2014 Tweedekansexamenperiode Herstel en kwaliteit van leven van opiaatafhankelijken die ambulant begeleid worden in een MSOC Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of science in de Pedagogische Wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Vanderplasschen Margo Wauters 00903944 Ondergetekende, Margo Wauters, geeft toelating tot het raadplegen van de masterproef door derden. Herstel en kwaliteit van leven van opiaatafhankelijken die ambulant begeleid worden in een MSOC. Margo Wauters Academiejaar 2013 – 2014, Master Orthopedagogiek Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen ABSTRACT In deze masterproef gaat men op zoek naar de manier waarop opiaatafhankelijke ouders, die momenteel een ambulante begeleiding volgen, Quality of Life (QoL) en herstel ervaren. Wanneer men peilt naar concepten zoals QoL en herstel wordt er vaak vertrokken vanuit de visie van de hulpverlening op deze denkkaders, en wordt er op die manier voorbijgegaan aan het perspectief van de cliënten. In dit onderzoek wordt getracht om hieraan tegemoet te komen, door te vertrekken vanuit een persoonsgerichte benadering. De opiaatafhankelijke ouders maken momenteel deel uit van het KDO (Kinderen en Drugsverslaafde Ouders) project. Dit project, ontstaan in 2008, tracht tegemoet te komen aan de noden van opiaatafhankelijke ouders, naar specifieke begeleiding in hun ouderrol, en wel door tijd en de middelen te bieden voor een integrale begeleiding. De ervaringen van de ouders met het KDO project krijgen in dit onderzoek een prominente rol. In deze masterproef vertrekt men vanuit een persoonsgerichte benadering, en onderzoekt men welke elementen een belangrijke rol spelen bij de levenskwaliteit en bij herstel van opiaatafhankelijke ouders die deelnemen aan het KDO project. Tevens gaat men na hoe de opiaatafhankelijke ouders de ondersteuning vanuit het KDO project ervaren, en in welke mate het KDO project erin slaagt om hun doelstellingen te verwezenlijken. Om op de onderzoeksvragen een antwoord te kunnen bieden werd gewerkt met kwalitatief, semi gestructureerde interviews. In totaal werden deze interviews afgenomen bij 12 opiaatafhankelijke ouders. Uit de interviews blijkt dat voor de ouders, de kinderen en het gezin in zijn geheel, het meest waardevolle element is in hun leven. De meest storende factoren voor een goede QoL zijn de leef‐ en woonomgeving van de ouders, alsook de nadelen ten gevolge van de methadononderhoudsbehandeling. In hun zienswijze op herstel komen volledig opiaatvrij zijn alsook een evenwichtig en stabiel leven leiden, als twee belangrijkste doelen op de voorgrond. Wat het KDO project betreft zijn de ouders het unaniem eens over de positieve invloed van dit project op hun leven. Ze ervaren de begeleidsters als ware steunfiguren in hun leven. De continue beschikbaarheid, de open en informele houding van de begeleidsters en de opvoedingsondersteuning die ze ontvangen, zijn slechts enkele van de vele zaken die de ouders appreciëren aan het project. WOORD VOORAF Deze masterproef is het resultaat van een zeer interessant en leerrijk jaar. Graag wil ik enkele mensen bedanken die mij hebben geholpen om deze studie tot een goed einde te brengen. Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. Dr. Vanderplasschen bedanken om mij het vertrouwen en de kans te geven onderzoek te verrichten omtrent dit thema, alsook voor de feedback en bijsturing waar nodig. Tevens bedank ik Anne Dekkers, bij wie ik steeds terecht kon met al mijn vragen. Ze gaf mij zeer veel bruikbare tips. Evenzeer bracht zij mij nieuwe inzichten bij, waardoor dit onderzoek meer tot zijn recht kwam. Graag wil ik Fabienne Vandensteen, psychologe en hoofdverantwoordelijke van het KDO (Kinderen en Drugsverslaafde Ouders) project bedanken om mij de kans te geven om onderzoek te doen omtrent dit thema, alsook steeds antwoord te bieden op mijn vragen. Dankzij haar kreeg ik een inkijk op de werking van het KDO project. Deze manier van werken inspireerde en motiveerde mij. Tevens zorgde zij ervoor dat ik contact kon opnemen met de participanten die deelnamen aan dit onderzoek. Een speciale bedanking gaat naar hen, voor hun bereidheid tot medewerking. Ik ben zeer dankbaar dat ik mocht luisteren naar hun verhaal, hun ervaringen, en deze vervolgens kon verwerken in dit onderzoek. Tot slot wil ik graag een dankwoord richten tot mijn ouders en mijn vriendinnen. Mijn ouders wil ik bedanken voor de nodige steun alsook voor de oprechte interesse tijdens het schrijven van dit onderzoek. Evenzeer zorgde mijn vriendinnen voor aanmoediging en ontspanningsmomenten tijdens het schrijven van deze masterproef. INHOUDSTAFEL Inleiding.............................................................................................................................1 I. Theoretisch kader............................................................................................................3 1.1 Verslaving........................................................................................................................3 1.2 Opiaatafhankelijkheid.....................................................................................................5 1.2.1 Geschiedenis............................................................................................................5 1.2.2 Opiaatafhankelijkheid en ouderschap.....................................................................7 1.2.3 Methadon................................................................................................................8 1.2.4 Methadononderhoudsbehandeling.........................................................................9 1.2.5 Methadon: afbouw................................................................................................12 1.3 Herstel...........................................................................................................................13 1.3.1 Verschillende visies op herstel...............................................................................13 1.3.2 Klinisch versus persoonlijk herstel........................................................................15 1.4 Quality of Life................................................................................................................18 1.4.1 Historiek en concept............................................................................................18 1.4.2 Kenmerken.............................................................................................................19 1.4.3 QoL en opiaatafhankelijkheid................................................................................20 1.5 KDO project...................................................................................................................22 1.5.1 Ontstaan en concept............................................................................................22 1.5.2 Doelstellingen........................................................................................................23 1.6 Case management........................................................................................................24 1.6.1 Casemanagement – concept..................................................................................24 1.6.2 Case management in de verslavingszorg...............................................................25 II. Probleemstelling..........................................................................................................27 III. Methodologie..............................................................................................................30 3.1 Inleiding – kwalitatief onderzoek..................................................................................30 3.2 Participanten.................................................................................................................30 3.3 Procedure......................................................................................................................31 3.4 Instrumenten................................................................................................................32 3.4.1 Kwalitatief interview..............................................................................................32 3.4.2 MANSA...................................................................................................................33 3.5 Data analyse..................................................................................................................34 3.5.1 Data verwerking.....................................................................................................34 3.5.2 Betrouwbaarheid en Validiteit...............................................................................36 IV. Resultaten..................................................................................................................37 4.1 Visie op Herstel en QoL.................................................................................................37 4.1.1 Betekenis herstel...................................................................................................37 4.1.2 Elementen die ouders als betekenisvol aanschouwen voor een goede QoL.........39 4.1.3 Elementen die een optimale QoL belemmeren.....................................................40 4.2 Algemene ervaringen van de ouders met het KDO project..........................................43 4.3 Resultaten vooropgestelde doelstellingen KDO project...............................................45 4.3.1 Verlenen van opvoedingsondersteuning: een geslaagde doelstelling?.................45 4.3.2 Ervaringen met de overige doelstellingen.............................................................48 4.3.3 Tevredenheid met betrekking tot de werking van het project..............................50 V. Discussie......................................................................................................................51 5.1 Bespreking onderzoeksresultaten.................................................................................51 5.1.1 Interne en externe veranderingen ten gevolge van het herstelproces.................51 5.1.2 Het gezin als voornaamste factor voor een goede QoL en reden tot herstel........53 5.1.3 Leef‐ woonomgeving en/of methadon als meest vernoemde storende elementen voor hun QoL..................................................................................................................54 5.1.4 Het KDO project als multidimensionele ondersteuningsvorm...............................56 5.2 Methodologische beperkingen.....................................................................................60 5.3 Aanbevelingen voor praktijk, beleid en verder onderzoek...........................................61 VI. Conclusie.....................................................................................................................63 VII. Referentielijst.............................................................................................................64 VIII. Bijlagen.....................................................................................................................77 Bijlage 1. Gegevens participanten.......................................................................................77 Bijlage 2. Informed consent................................................................................................78 Bijlage 3. Semi‐gestructureerd interview............................................................................81 INLEIDING Doorheen onze opleiding werden we meer en meer wegwijs gemaakt in middelenmisbruik en afhankelijkheid. Zo zagen we de visie op verslaving mettertijd veranderen. Een evolutie van een leertheoretische model waarin verslaving gezien wordt als een onaangepast, aangeleerd gedrag (1960) naar de visie van vandaag, met name ‘verslaving als recidiverende hersenziekte’ (van den Brink, 2009). Door dit chronische karakter van verslaving werd mijn interesse gewekt omtrent de visie op herstel van personen in behandeling. Hoe zien zij herstel en welke visie hanteren zij? Tijdens dit onderzoek wou ik te weten komen of totale abstinentie voor hen prioritair is, alsook welke elementen zij als ondersteunend ervaren in hun herstelproces. Het is van belang om te achterhalen welke betekenissen personen aan het concept herstel toekennen, aangezien deze persoonlijke zingeving een belangrijke drijfveer vormt bij klinisch herstel (van der Stel, 2012). Een gevolg van dit chronische karakter van verslaving is dat, zoals reeds gebeurt bij andere chronische aandoeningen waaronder kanker, meer aandacht dient uit te gaan naar het Quality of Life (QoL) concept (De Maeyer, 2010). Schalock en Verdugo Alonso (2013, p. 38) omschrijven dit QoL concept als volgt: “Kwaliteit van Leven is een multidimensioneel fenomeen, dat uit vier kerndomeinen bestaat, en beïnvloed wordt door persoonlijke‐ en omgevingsfactoren. Deze kerndomeinen zijn dezelfde voor iedere persoon, al kunnen deze individueel van relevantie en belang verschillen. Kwaliteit van Leven houdt rekening met cultuurgevoelige indicatoren.” Het is echter zo, dat dit concept ‐ nog vaak door de hulpverlening ingevuld wordt in plaats van door de cliënt zelf. Evenzeer ligt de focus dikwijls op de gezondheid, niettegenstaande dat voor de cliënten zelf vaak andere levensdomeinen belangrijker blijken (De Maeyer, 2010). Dit is de reden waarom er in dit onderzoek de nadruk ligt op een persoonsgerichte benadering, waarin er op zoek gegaan wordt naar de elementen die opiaatafhankelijken belangrijk vinden voor een goede QoL en herstel. Op die manier kan het perspectief van de persoon een belangrijke plaats krijgen in het proces en evaluatie van de behandeling (De Maeyer, 2010). Omwille van het feit dat het denkkader van verslaving als chronische ziekte nog een vrij recentelijk gegeven is, is het QoL concept in de verslavingszorg nog niet zo enorm gekend (Laudet, 2011). 1 Aangezien deze verschuiving naar een denkkader van verslaving als een chronisch gegeven, zou de focus in de hulpverlening eerder moeten liggen op een verbetering van QoL in plaats van een focus op totale onthouding (Laudet, 2011). Vanuit deze interessegebieden kwam ik bij het Medisch Sociaal Opvangcentrum (MSOC) in Gent terecht. Daar kwam ik in contact met de psychologe en hoofdverantwoordelijke van het Kinderen en Drugsverslaafde Ouders (KDO) project. Het KDO project werd opgericht eind 2008 en richt zich specifiek tot de doelgroep van drugverslaafde ouders en zwangere vrouwen. Men besteed reeds aandacht aan deze doelgroep, desalniettemin hebben organisaties weinig tijd en middelen om voldoende aandacht te besteden aan deze specifieke doelgroep. Hierdoor krijgen ouders niet altijd de gepaste zorg. Al meer dan vijf jaar staat het KDO project in voor de ondersteuning van druggebruikende ouders, hun jonge kinderen en zwangere vrouwen. Het project is gebaseerd op de case management methodiek en combineert medische en psychosociale begeleiding. Het KDO project is afhankelijk van projectsubsidies. Momenteel wordt dit project gefinancierd door het “Federaal fonds ter bestrijding van de verslavingen”. Voor 2015 is de financiële situatie nog onduidelijk. Het KDO project is volledig afhankelijk van deze projectsubsidies, wat impliceert dat het voortbestaan van het project afhangt van de beslissingen die gemaakt zullen worden voor 2015. Deze masterproef omschrijft de visie en betrachtingen van het KDO project maar laat tevens de cliënten zelf aan het woord. Door de deelnemende ouders hierover te bevragen, kan het KDO project mogelijks bijgestuurd worden waar nodig, en kan de maatschappelijke noodzaak van het project gepromoot worden. Over de effectiviteit van case management op zich bestaat al vrij veel onderzoek maar er is een gebrek aan onderzoek naar programma’s die deze methodiek toepassen bij drugsverslaafde ouders en hun kinderen (Masquelin, 2011). Door met het KDO project in contact te komen kreeg ik de kans om te onderzoeken welke elementen opiaatafhankelijke ouders als belangrijk en betekenisvol ervaren voor een goede QoL. Evenzeer kon ik peilen naar hun visie op herstel en mogelijke veranderingen in hun herstelproces sinds hun deelname aan het KDO project. Omwille van verscheidene, bovenstaande redenen, kregen de ervaringen van de ouders met het KDO project, alsook de al dan niet bereikte doelstellingen van het project een prominente rol in dit onderzoek. Ik hoop zodoende met deze masterproef een beeld te kunnen schetsen van hun visie op QoL, het herstelproces van de ouders alsook over hoe zij hun deelname aan het KDO project beleven. 2
Description: