ebook img

hechting aan en loskomen van de ouders als voorspellers van intimiteit bij adolescenten PDF

103 Pages·2010·0.83 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview hechting aan en loskomen van de ouders als voorspellers van intimiteit bij adolescenten

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-08 Eerste Examenperiode HECHTING AAN EN LOSKOMEN VAN DE OUDERS ALS VOORSPELLERS VAN INTIMITEIT BIJ ADOLESCENTEN Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Psychologie, Optie Klinische Psychologie door Stijn Van Petegem Promotor en begeleider: Prof. Dr. Wim Beyers Ondergetekende, Stijn Van Petegem geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden. VOORWOORD In dit voorwoord wens ik enkele mensen te danken die me bijgestaan hebben tijdens het schrijven van deze scriptie. In eerste instantie wil ik natuurlijk mijn promotor en begeleider danken, Prof. Dr. Wim Beyers. Gedurende ruim twee jaar heeft hij me bijgestaan in mijn zoektocht door de literatuur, bij het uitwerken van onze vragenlijst, bij de analyse van de data, en natuurlijk bij het uitschrijven van mijn scriptie zelf. Hierbij kreeg ik voldoende ruimte om zelfstandig te werk te gaan, maar kreeg ik eveneens uitgebreid en regelmatig feedback waar ik dit wenste. Het was een leerrijke ervaring, en het vormde een aangename kennismaking met het wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast wil ik een medestudent, Magalie Seurinck, danken. Voornamelijk in het eerste deel van mijn scriptieperiode heb ik met haar namelijk regelmatig samengewerkt, ondermeer in het doorzoeken van de literatuur, het opstellen van onze vragenlijst, en voor de praktische aspecten van het onderzoek. Het was een fijne en vlotte samenwerking. Vervolgens wil ik natuurlijk ook mijn proefpersonen danken, voor het invullen van de vragenlijst. Zonder de medewerking van deze jongeren, was het niet mogelijk deze empirische studie tot een goed einde te brengen. Tot slot wil ik ook mijn omgeving danken, vrienden en familie, die me tijdens deze periode gesteund en bijgestaan hebben, en op wie ik steeds kon rekenen. Stijn Met opmaak: Uitvullen ABSTRACT Binnen dit empirisch onderzoek werd een integratie beoogd tussen twee Met opmaak: Inspringing: Eerste regel: 1,25 cm schijnbaar tegengestelde theorieën omtrent de invloed van ouders op intimiteit bij adolescenten. Uit de literatuur blijkt enerzijds dat de jongere een stukje emotioneel moet loskomen van de ouders (separatie-individuatie theorie), maar anderzijds zou een warme en hechte band met de ouders belangrijk zijn (gehechtheidstheorie), in de voorspelling van intimiteit in vriendschappelijke en romantische relaties. In eerste instantie werden beide de twee theorieën afzonderlijk getoetst, en vervolgens werd de interactie tussen beide onderzocht. Tot slot werd ook nagegaan of relationele identiteit een mediërende rol speelt in de gevonden verbanden. Deze onderzoeksvragen werden met behulp van vragenlijsten getoetst bij een steekproef van midden-adolescenten. Er bleken beperkte, maar duidelijke indicaties te zijn dat een veilige hechting meer intimiteit voorspelt. De invloed van het emotioneel loskomen bleek minder eenduidig te zijn. Het loskomen van de ouders bleek wel het verband tussen hechting en intimiteit te modereren, waarbij het eerder gevonden verband verdween of zelfs negatief werd, als de jongere al relatief sterk emotioneel losgekomen is van zijn ouders. Een hechte relatie met de ouders lijkt dus samen te gaan met meer intimiteit in relaties met leeftijdgenoten, maar enkel wanneer de adolescent nog maar weinig losgekomen is van zijn ouders. Daarnaast bleek één aspect van de identiteitsontwikkeling, namelijk relationele binding, een belangrijke rol te spelen in het begrijpen van de verbanden. Tot slot worden de onderzoeksresultaten besproken in het licht van de achtergrondtheorieën, en implicaties en suggesties voor verder onderzoek worden gegeven. INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING........................................................................................................ 1 Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Lettertype: Niet Vet 1.1 Intimiteit........................................................................................................ 1 Met opmaak: Links 1.2 Separatie........................................................................................................ 3 Met opmaak: Uitvullen 1.2.1 Conceptualisering............................................................................... 3 Met opmaak: Links Met opmaak: Uitvullen 1.2.2 De Meting van Separatie..................................................................... 5 Met opmaak: Links 1.2.3 Separatie en Intimiteit......................................................................... 7 Met opmaak: Uitvullen 1.3 Hechting........................................................................................................ 9 Met opmaak: Lettertype: Niet Vet Met opmaak: Links 1.3.1 Conceptualisering............................................................................... 9 Met opmaak: Uitvullen 1.3.2 Hechting en Intimiteit......................................................................... 11 Met opmaak: Links 1.3.3 Hechting en Separatie......................................................................... 12 Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links 1.4 Relationele Identiteit..................................................................................... 14 Met opmaak: Links 1.4.1 Conceptualisering............................................................................... 14 Met opmaak: Links Met opmaak: Links 1.4.2 Relationele Identiteit als Mediator...................................................... 15 Met opmaak: Links 1.5 Huidig 17 Met opmaak: Links Oonderzoek......................................................................................... Met opmaak: Links Met opmaak: Links 1.5.1 Onderzoeksvragen............................................................................... 17 Met opmaak: Links 1.5.2 Hypotheses.......................................................................................... 18 Met opmaak: Links Met opmaak: Links 2. METHODE......................................................................................................... 20 Met opmaak: Links Met opmaak: Lettertype: Vet 2.1 Deelnemers.................................................................................................... 20 Met opmaak: Links 2.2 Meetinstrumenten.......................................................................................... 20 Met opmaak: Links 2.2.1 Intimiteit.............................................................................................. 21 Met opmaak: Links 2.2.2 Separatie.............................................................................................. 22 Met opmaak: Links 2.2.3 Hechting.............................................................................................. 24 Met opmaak: Links 2.2.4 Relationele Identiteit........................................................................... 26 Met opmaak: Links 2.3 Procedure....................................................................................................... 27 Met opmaak: Links 3. RESULTATEN................................................................................................... 28 Met opmaak: Links Met opmaak: Lettertype: Vet 3.1 Preliminaire Analyses.................................................................................... 28 Met opmaak: Links 3.1.1 Schaalstructuur Aangepaste EAS........................................................ 28 Met opmaak: Links 3.1.2 Effecten van Achtergrondvariabelen. ................................................. 29 Met opmaak: Links 3.2 Verband Tussen Separatie en Intimiteit........................................................ 32 Met opmaak: Links 3.2.1 Partiële Correlaties.............................................................................. 32 Met opmaak: Links 3.2.2 Multivariate Analyses......................................................................... 32 Met opmaak: Links 3.2.3 Curvilineaire Verbanden..................................................................... 34 Met opmaak: Links 3.3 Verband Tussen Hechting en Intimiteit........................................................ 35 Met opmaak: Links 3.3.1 Partiële Correlaties.............................................................................. 35 Met opmaak: Links 3.3.2 Multivariate Analyses......................................................................... 36 Met opmaak: Links 3.4 Interactie Tussen Separatie en Hechting....................................................... 37 Met opmaak: Links 3.5 Relationele Identiteit als Mediator................................................................ 41 Met opmaak: Links 3.5.1 Mediatie.............................................................................................. 41 Met opmaak: Links 3.5.2 Gemedieerde Moderatie...................................................................... 44 Met opmaak: Links 3.6 Clusteranalyse............................................................................................... 48 Met opmaak: Links 3.6.1 Indeling in Clusters............................................................................. 49 Met opmaak: Links 3.6.2 Verband met Intimiteit........................................................................ 51 Met opmaak: Links 4. DISCUSSIE......................................................................................................... 53 Met opmaak: Links Met opmaak: Lettertype: Vet 4.1 Bespreking Onderzoeksresultaten.................................................................. 53 Met opmaak: Links 4.1.1 De Meting van Separatie..................................................................... 53 Met opmaak: Links 4.1.2 Separatie en Intimiteit.......................................................................... 54 Met opmaak: Links 4.1.3 Hechting en Intimiteit.......................................................................... 55 Met opmaak: Links 4.1.4 Separatie, Hechting en Intimiteit......................................................... 55 Met opmaak: Uitvullen 4.1.5 De Rol van Relationele Identiteit........................................................ 58 Met opmaak: Links 4.2 Sterktes en Beperkingen van het Onderzoek................................................. 59 Met opmaak: Links 4.3 Conclusies en Implicaties.............................................................................. 62 Met opmaak: Links REFERENTIES...................................................................................................... 65 Met opmaak: Nederlands (standaard) Met opmaak: Nederlands (standaard) Met opmaak: Lettertype: Vet BIJLAGEN Met opmaak: Links Met opmaak: Nederlands (standaard) Met opmaak: Nederlands (standaard) TABELLEN Tabel 1. Gemiddelde waarden voor alle onderzochte variabelen, als functie Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links van geslacht en relaties........................................................................ 30 Tabel met opmaak Tabel 2. Partiële correlaties en gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten met Met opmaak: Uitvullen betrekking tot het verband tussen separatie en intimiteit..................... 33 Met opmaak: Links Tabel 3. Partiële correlaties en gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten met Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links betrekking tot het verband tussen hechting en intimiteit..................... 36 Tabel 4. Interacties tussen separatie en hechting in de voorspelling van Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links intimiteit............................................................................................... 39 Tabel 5. Partiële correlaties met relationele identiteit....................................... 42 Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links Tabel 6. Relationele binding als mediator in het verband tussen separatie en Met opmaak: Uitvullen intimiteit............................................................................................... 43 Met opmaak: Links Tabel 7. Relationele binding als mediator in het verband tussen hechting en Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links intimiteit............................................................................................... 44 Tabel 8. Relationele exploratie als mediator in de voorspelling van intimiteit Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links door de interactie tussen separatie en hechting.................................... 46 Tabel 9. Relationele binding als mediator in de voorspelling van intimiteit Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links door de interactie tussen separatie en hechting.................................... 47 Tabel 10. Factorladingen van de separatie-, hechtings- en identiteitsvariabelen Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links op de vier componenten....................................................................... 49 Tabel 11. Univariate ANCOVA’s en post hoc contrasten in de voorspelling Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links van intimiteit door de clusters.............................................................. 52 Met opmaak: Uitvullen FIGUREN Met opmaak: Lettertype: Vet Met opmaak: Uitvullen Figuur 1. Curvilineaire verbanden tussen separatie en intimiteit........................ 34 Met opmaak: Uitvullen Met opmaak: Links Figuur 2. Interacties tussen separatie en hechting in de voorspelling van Tabel met opmaak intimiteit............................................................................................... 40 Met opmaak: Uitvullen Figuur 3. Z-scores van de vijf clusters op hechting, separatie, relationele Met opmaak: Links Met opmaak: Uitvullen binding en relationele exploratie......................................................... 51 Met opmaak: Links Met opmaak: Uitvullen 1. INLEIDING In deze scriptie wordt nagegaan wat de invloed is van de ouders op de ontwikkeling van intimiteit bij midden-adolescenten. In de literatuur bestaan hieromtrent twee schijnbaar tegenstrijdige theorieën. Enerzijds moet de adolescent emotioneel een stukje afstand nemen en loskomen van de ouders. Maar daartegenover wordt het belang benadrukt van een warme en hechte band met de ouders. Binnen dit onderzoek worden deze twee theorieën getoetst. Bovendien willen we tot een integratie van beide komen, aangezien ze eerder complementair dan tegengesteld zijn. In wat volgt wordt eerst een definitie gegeven van intimiteit (1.1). Dan gaan we in op het concept separatie, en hoe dit gerelateerd is aan intimiteit (1.2). Vervolgens bekijken we de gehechtheidstheorie, en hoe hechting zich verhoudt ten opzichte van intimiteit en separatie (1.3). Daarna gaan we in op de relationele identiteit, een aspect van de ontwikkeling van jongeren dat mogelijks een mediërende rol speelt in het verband tussen de relatie met de ouders en de intimiteitsontwikkeling (1.4). Tot slot formuleren we de onderzoeksvragen en de hypotheses voor het onderzoek in deze scriptie (1.5). 1.1 Intimiteit Intimiteit is natuurlijk een breed begrip, dat op verschillende manieren kan worden ingevuld. Erikson (1968) omschrijft intimiteit als de mogelijkheid om zichzelf te verliezen en te vinden in iemand anders. Hoewel hij intimiteit beschouwt als een centrale ontwikkelingstaak tijdens de vroege volwassenheid, begint de ontwikkeling ervan reeds veel vroeger (Berndt, 1982; Buhrmester, 1990; Sharabany, Gershoni & Hofman, 1981). Paul en White (1990) omschrijven intimiteit als een eigenschap van zowel vriendschaps- als romantische relaties, die bestaat uit drie verschillende karakteristieken. Er is een affectieve component, zoals het delen van gevoelens. Daarnaast is er een cognitieve component, wat betrekking heeft op de mogelijkheid tot perspectief nemen. En dan is er ook nog de gedragsmatige component, wat ondermeer tot uiting kan komen in het samen uitvoeren van activiteiten. Deze drie karakteristieken komen ook terug in de definitie van Sharabany (1994), die binnen dit onderzoek 1 gehanteerd wordt. Volgens haar bestaat intimiteit uit acht verschillende, maar gerelateerde dimensies: (1) openheid en spontaneïteit, wat wijst op een vorm van zelfonthulling; (2) sensitiviteit, een gevoel van empathie, elkaars gevoelens begrijpen zonder daarom erover te spreken; (3) hechting, een gevoel van verbondenheid; (4) exclusiviteit, de uniekheid van de relatie; (5) geven en delen, het delen van materiaal en het besteden van tijd aan elkaar; (6) kunnen rekenen op elkaar, de mate waarin men bereid is elkaar te helpen; (7) gedeelde activiteiten, samen activiteiten doen of gewoon samen zijn; (8) vertrouwen en loyaliteit, de mate waarin men kan vertrouwen op de andere. Bij haar omschrijving van intimiteit maakt Sharabany (1994) evenmin een onderscheid tussen vriendschaps- en romantische relaties. Theoretici, zoals Sullivan (1953), gaan ervan uit dat de ontwikkeling van intimiteit tijdens de adolescentie van belang is voor het sociaal en emotioneel functioneren. De centraliteit en intensiteit van relaties met leeftijdgenoten zou alleen maar toenemen tijdens de adolescentie (Berndt, 1982; Sullivan, 1953; Verhofstadt- Denève, 1998), door de fysische, sociale en cognitieve veranderingen die tijdens deze leeftijdsperiode optreden (Berndt, 1982; Paul & White, 1990). Om deze redenen gaan jongeren meer belang hechten aan relaties met leeftijdgenoten, en gaan zouden ze een zekere vorm van capaciteit tot intimiteit ontwikkelen, en dit zowel in vriendschappelijke als romantische relaties (Collins, Gleason & Sesma, 1997). Voor het belang van de ontwikkeling van intimiteit doorheen de adolescentie is empirische evidentie gevonden. Wat intimiteit binnen vriendschapsrelaties betreft, bleek uit het onderzoek van Buhrmester (1990) dat dit geassocieerd is met interpersoonlijke competenties, zoals het bieden van emotionele steun en het kunnen omgaan met conflicten, en met socio-emotionele aanpassing, zoals het ervaren van minder angst, depressie en vijandigheid. Bovendien vond hij dat dit verband sterker was tijdens de adolescentie dan tijdens de preadolescentie, wat erop wijst dat het uitbouwen van intieme vriendschappen van toenemend belang is tijdens de adolescentie. De bevindingen van Chou (2000) waren gelijkaardig. Een intieme vriendschapsrelatie in de adolescentie bleek namelijk positief geassocieerd te zijn met zelfwaarde en met de mate waarin de jongere het leven betekenisvol vindt. Bovendien hing intimiteit samen met minder deviant gedrag. Paul, Poole en Jakubowyc (1998) konden deze relatie ook aantonen voor intimiteit binnen romantische relaties. Er kwam immers naar voor dat 2

Description:
bleken beperkte, maar duidelijke indicaties te zijn dat een veilige hechting Het loskomen van de ouders bleek wel het verband tussen hechting en .. Intimiteit is natuurlijk een breed begrip, dat op verschillende manieren kan.
See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.