ebook img

Groot Geïllustreerd Basisonderwijs Woordenboek Nederlands. Большой школьный словарь голландского языка PDF

628 Pages·26.171 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Groot Geïllustreerd Basisonderwijs Woordenboek Nederlands. Большой школьный словарь голландского языка

Groot geillustreerd basisonderwijswoordenboek Nederlands prisma Uitgevehj Unieboek | Het Spectrum bv, Houten - Antwerpen Omslagontwerp: Raak Grafisch Ontwerp, Utrecht Tekst aanvuUende taalinformatie: Wim Daniels lllustraties woordenboek: Thomas Fehrm, Norstedts Ordbok, Stockholm Opmaak aanvuUende taalinformatie: Jaap Lunenburg (www.blauwzuur.nl) lllustraties aanvuUende taalinformatie; Monica Knaapen {www.moomllustraties.nl) ISBN 978 90 00 30089 1 NUR 222 & 627 ® 2011 Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv., Houten - Antwerpen 2de druk www.prisma.nl www.prismawoordenboeken.be www.unieboekspectrum.nl Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv., Postbus 97 3990 DB Houten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever, Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet 1912, juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB, Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken dient men zieh tot de uitgever te wenden. Voorwoord ln dit woordenboek vind je informotie over ongeveer 15.000 woorden die veel worden gebruikt in het Nederlands. Daar zitten ook woorden tussen die vooral worden gebruikt door mensen in Belgiö die Nederlands spreken. Het is een leuk woordenboek en bovendien heel handig. Je kunt er natuurlijk de betekenis van de woorden in opzoeken, maar je leert ook hoe je woordenboeken kunt gebruiken. Niet alle woorden uit het Nederlands staan in dit woordenboek. We hebben een selectie gemaakt. Moeilijke woorden die maar heel weinig worden gebruikt, staan er bijvoorbeeld niet in. Zoals embouchure of incrimineren. Maar ook heel gewone woorden die iedereen al kent en die je dus nooit zou opzoeken, staan er niet in. Zoals aan en ik. Kortom, in dit woordenboek staan alleen woorden die 'opzoekwaarde' hebben. Bij de trefwoorden Staat alle informatie die je ook in 'gewone' woordenboeken vindt. We leggen niet alleen de betekenis van de woorden uit, maar geven ook informatie over de spelling, de uitspraak, de klemtoon, de woordsoort, het meervoud, de vervoe- ging en over vaste uitdrukkingen. We hebben geprobeerd die informatie zo duidelijk mogelijk weer te geven. We gebruiken bijvoorbeeld in de uitleg geen afkortingen (wat in 'gewone' woordenboeken wel gebeurt), maar schrijven alles voluit. En ook geven we heel veel voorbeeldzinnen: juist door te laten zien hoe een woord in een zin wordt gebruikt, krijg je een duidelij- ker beeid van de betekenis van dat woord en van de monier waarop het in de praktijk wordt gebruikt. Op bladzij 6 t/m 9 Staat precies uitgelegd welke informatie je allemaal in dit woorden­ boek kunt vinden en hoe die informatie is weergegeven. Als extraatje hebben we aan het woordenboek 20 kleurenpagina's toegevoegd met leuke wetenswaardigheden over taal. Bijvoorbeeld over hoe onze letters aan hun vorm komen, over de Nederlandse spelling en veelgemaakte spelfouten, over leeste- kens, over hoeveel woorden we kennen en over waar onze woorden eigenlijk vandaan komen. We hopen dat je veel plezier zult hebben van dit woordenboek! De redactie van Prisma woordenboeken en taaluitgaven Ное gebruik je het woordenboek? Hoe vind je een woord? De woorden die je in het boek kunt opzoeken, staan in vetgedrukte letters en kleur aan het begin van de regel. Dat zijn de trefwoorden. Ze staan in alfabetische volgorde. Dus de woorden die beginnen met een a, vind je aan het begin van het woordenboek en de woorden die met een z beginnen aan het eind. En als je het alfabet goed kent, begrijp je dat bijvoorbeeld het trefwoord absent eerder komt dan het trefwoord actie. Dat komt doordat de letter b (de tweede letter in absent) in het alfabet vóór de letter с (de tweede letter in actie) komt. En absent Staat vóór abrupt, want de letter s (de derde letter in absent) komt vóór de letter г (de derde letter in abrupt). Om trefwoorden makkelijk te vinden, staan helemaal bovenaan ledere pagina in vette letters het eerste trefwoord van die pagina en het laatste. Zo kun je snel bedenken of het woord dat jij zoekt op die pagina Staat. Soms staan er twee trefwoorden direct achter elkaar op dezelfde regel. Dit zijn trefwoorden die in de spelling een klein beetje van elkaar verschillen, maar die dezelfde betekenis hebben. Omdat ze in het alfabet direct na elkaar komen, hebben we ze op dezelfde regel gezet. Bijvoorbeeld: barkeeper /barkiepúr/ [de; barkeepers], barman [de; barmannen] iemand die in een café achter de bar Staat en drankjes inschenkt Als twee trefwoorden hetzelfde worden geschreven, maar heel verschillende betekenissen hebben, staan ze soms als twee aparte trefwoorden onder elkaar. Er staan dan nummers achter die trefwoorden. Bijvoorbeeld: bal'' [de; ballen] rond voorwerp dat je gebruikt bij sport bal ^ [het; bals] groot dansfeest Denk eraan dat je in een woordenboek altijd meet zoeken naar de ‘vaste’ vorm van een woord. Wat betekent dat? Dat je bijvoorbeeld het woord bedden niet zult vinden, maar alleen het enkelvoud bed. En ook dat je de werkwoordsvorm arresteerde niet als trefwoord zult vinden, maar wel het hele werkwoord arresteren. Waar ligt de klemtoon7 Je kunt aan het trefwoord zien waar de klemtoon komt omdat er een streepje onder die lettergreep Staat. Zo weet je waar je de klemtoon moet leggen als je een woord uitspreekt. Bijvoorbeeld: bedelen bedelven Hoe spreek je het uit? Van sommige moeilijke woorden weet je misschien niet hoe je ze uitspreekt. Bij die woorden Staat tussen schuine strepen hoe je ze moet uitspreken. Bijvoorbeeld: abattoir /aabattwaar/ асе /ees/ Zoals je bij abattoir ziet, kun je ook in de uitspraak zien welk deel van het woord de klemtoon krijgt omdat daar een streepje onder Staat. In sommige woorden komen klanken voor die we niet precies kunnen weergeven met een gewone letter uit het alfabet. Voor de weergave van die klanken hebben we aparte tekens bedacht. Het gaat om de volgende tekens: ù dit is de korte u-klank, die bijvoorbeeld twee keer voorkomt in het woord recherche: /rùsjersjù/ Nog twee voorbeelden: bagage /baagaazjù/ computer /kompjoetùr/ G Dit is de keelklank waarmee bijvoorbeeld de Engelse woorden game en goal beginnen: flamingo /flamingGoo/ tango /tanqCoo/ à, ê, Dit zijn klanken die je door je neus moet uitspreken; ô, ü ambulance /ambuulâsù/ bulletin /bullùtê/ àà, èè. Dit zijn klinkers die in gesloten lettergrepen staan, maar die je bij het uitspreken ÖÖ, ùù een beetje lang moet aanhouden; quarantaine /kaarantèènù/ record /rùkôôr/ Lidwooid en meervoud bij zelfstandig naamwoorden Bij een trefwoord dat een zelfstandig naamwoord is, Staat tussen Vierkante haken welk lidwoord je bij dat woord moet gebruiken: de of het. Ook Staat er wat het meervoud van dat trefwoord is. Dus; ananas [de; ananassen] betekent dat je moet zeggen de ananas en twee ananassen. Bij sommige zelfstandige naamwoorden kun je als lidwoord zowel de als het gebruiken, bijvoorbeeld; animo [de & het]. Ook zijn er zelfstandige naamwoorden die twee meervoudsvormen hebben, bijvoorbeeld: akte [de-, akten & aktes] De verleden tijd en het voltooid deelwoord bij werkwoorden Als een trefwoord een werkwoord is, dan Staat tussen Vierkante haken wat de onvoltooid verleden tijd is en wat het voltooid deelwoord is: baden [baadde, heeft gebaad] njpen [rijpte, is gerijpt] Zoals je ziet, hebben we ook aangegeven welk hulpwerkwoord je bij een werkwoord moet gebruiken, heeft of is. Bij sommige werkwoorden kun je beide hulpwerkwoorden gebruiken, bijvoorbeeld: slenteren [slenterde, heeft & is geslenterd]. Je kunt immers zeggen: Hij heeft vanmiddag door de stad geslenterd, maar ook: Hij is naar de haven geslenterd. Sommige werkwoorden hebben een onregelmatige vervoeging, bijvoorbeeld: brengen [bracht, heeft gebracht]. Omdat het niet voor iedereen direct duidelijk zal zijn dat je voor informatie over de woorden bracht en gebracht moet kijken bij het trefwoord brengen, zijn de onregelmatige werkwoordsvormen als aparte trefwoorden opgenomen. Er Staat een verwijzing bij naar het volledige werkwoord: bracht verleden tijd van brengen gebracht voltooid deelwoord van brengen Andere woordsoorten We hebben het hierboven gehad over zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. Maar zoals je weet, zijn er nog andere soorten woorden, bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, voorzetsels, telwoorden en tussenwerpsels. Bij die woorden Staat in dit woordenboek tussen Vierkante haakjes tot welke woordsoort ze behoren: passief [bijvoeglijk naamwoord] desnoods [bijwoord] jakkes [tussenwerpsel] 8 Trefwoorden met meer dan één betekenis Als een trefwoord meer dan één betekenis heeft, dan staat er voor elke betekenis een zwart bolletje. Zo zie je in liet volgende voorbeeld dat het trefwoord aanslag drie betekenissen heeft: aanslag [de; aanslagen] • het doden van een belangrijk persoon of een poging daartoe: er is een aanslag op de president gepleegd • dun laagje dat ergens op zit: er zit een vettige aanslag op het fornuis • als je iets in de aanslag houdt, dan houd je het klaar voor gebruik: de fotograaf hield zijn camera in de aanslag Sommige trefwoorden behoren tot meer dan één woordsoort. Bij die trefwoorden staat dan achter de zwarte bolletjes informatie over de woordsoorten. Zo zie je bij het trefwoord permanent dat het zowel een bijvoeglijk naamwoord als een zelfstandig naamwoord kan zijn: permanent • [bijvoeglijk naamwoord] voortdurend: de president wordt permanent bewaaiif, • [de] krullen die de kapper in je haar maakt en die er lang in blijven zitten Nadere betekenisaanduiding Soms staat er vóór de betekenisomschrijving tussen punthaakjes (dat zijn de haakjes < en >) een kort stukje informatie dat al iets zegt over de betekenis. Bijvoorbeeld: bajken [balkte, heeft gebalkt] <van een ezeb ‘ia’ roepen Door ‘<van een ezeb’ weet je direct dat je bij het woord balken aan een ezel moet denken. Ook kan er tussen de punthaakjes informatie staan over de manier waarop een woord wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: bajes [de] <populair woord voor> gevangenis: de diefzit al een paar maanden in de bajes Het stukje ‘<populair woord voor>’ geeft aan dat je het woord bajes beter niet kunt gebruiken als je netjes wilt praten of schrijven. En ten slotte worden de punthaakjes ook gebruikt om aan te geven dat een woord of een uitdrukking voornamelijk in België wordt gebruikt: camion [de; camions] <in België) vrachtwagen sneeuw [de] witte vlokken die als neerslag naar beneden dwarrelen als het koud is: er ligt een dik pak sneeuw op de weg * zwarte sneeuw zien <in België) veel armoede kennen Voorbeeldzinnen Om duidelijk te maken wat een trefwoord precies betekent, geven we bij heel veel trefwoorden niet alleen een omschrijving van de betekenis, maar ook een heldere voorbeeldzin waarin dat trefwoord voorkomt. Die voorbeeldzinnen zijn schuin gedrukt en ze staan na de betekenisomschrijving: averechts [bijvoeglijk naamwoord] als iets een averechts effect heeft, dan gebeurt juist het tegenovergestelde van wat je wilde: de maatregelen om de files korter te maken, hadden een averechts effect: ze werden juist langer tegenzin [de] als je iets met tegenzin doet, vind je het niet leuk om te doen: met tegenzin ging Robin bij de tandarts naar binnen Vaste uitdrukkingen Veel trefwoorden komen voor in vaste uitdrukkingen. Die vaste uitdrukkingen hebben vaak een betekenis die niet direct duidelijk is. Daarom staan er in dit woordenboek ook veel van die vaste uitdrukkingen, met daarbij de verklaring van hun betekenis. Je kunt deze vaste uitdrukkingen herkennen aan het zwarte sterretje dat ervoor Staat. Ze zijn schuin gedrukt en de verklaring staat erachter: hand [de; handen] lichaamsdeel aan het uiteinde van je arm, met je pink, ringvinger, middelvinger, wijsvinger en duim: omdatze wat wilde vragen, stak Marion haar hand op * de handen uit de mouwen steken hard werken * iemand de hand boven het hoofd houden iemand beschermen tegen kritiek * wat is er aan de hand? wat is er gebeurd? * datloopt uit de hand dat kunnen we niet onder controle houden * dat ligt voor de hand dat is logisch Als je in dit woordenboek een vaste uitdrukking wilt opzoeken, kijk dan bij het woord dat in die uitdrukking het meest opvalt. Zo vind je door het oog van de naald l<ruipen bij het trefwoord oog. En de uitdrukking de I<at de bei aanbinden vind je bij het trefwoord kat. Als een woord alleen maar binnen een vaste uitdrukking voorkomt, dan vind je bij dat trefwoord ook alleen de verklaring van die uitdrukking: bakzeil * bakzeil halen moeten toegeven dat je iets hebt beweerd dat onzin was: Mike beweerde dat hij de ijskast makkelijk kon tillen, maar hij moest al gauw bakzeil halen пИ Ъ-^ ^ « v ^ . . ^ ^ l ^ . . - ' Дс pa*^ü-í>íe fo^ ^terîJ^ ^vnt?ÂaÆe<ï^jt4il"t^ ^ij|i<kr»h п>л»0йспга i b;^;a^F t*0f^,;íí*f.4j4tTiteí^íiíi^ei^^k^ iii»y»(bi^i!*? jís íiMR>Ae/R4^i'''r¿feaJ3khE'' j i-jií; Víííirt»'<t‘í!#^f V^or^'W4í^'t»-Nw -fc-ní. 9^пз/Ое^Шк*ял _____________________ ^ „ IfrW£'' A-.(íí'wií ’ <iWV?nW(U-UM\A.^>fï -Wüt íf^Í4№e^eTÜ;; «UiaFÚBtAfï,'b?ii> “ * - ■- '■ ■ 1 ^ ^ ^ . ¿ílfik Viviere (ее;^(?«:»геЛь Ví^r. ir )ь»1 icw ^ > ш-К^-hiiíirwittlíc.gnnñráitn?' ^ro fc W *birti^ izÄfu:ata'i^^Wvbif-jrt fírn^-íFíitMirtó^ií; * n 'ij V>r£ it^trisiU^^t'jei- vC^-favÿîHi! ^It^iili^u,fck.|tKif«»»^)ran^kV3v^^^ Íu-M ^iir-л^П -vV^rdnchiÿi^ itël d«^U *h vrt;^ÿ^ia|C \ iyfiT^*iir 44^f4^1iïib^ev bTTieír-i¿T' v#n jtrsíítfit^. .'tv -« j JJe WÖIU4« МвдйГ ^ ^ Jluñtfví I f^í^aipe^í^ г*« Ïii4 rjÇ ш5?1эд )[* smf. ^ ■" i?if ; gi)i fv-j if jim? < m q tJ-*«/1 11 a-aandacht zweUing in de buurt van de anus: aambeien kunnen pijn doen aanbeeld [het\ aanbeelden] = aambeeld aanbellen [beide aan, heeft aangebeld] op de deurbel van een huis drukken: toen ik aanbelde, werd er direct opengedaan aanbetaling [de-, aanbetalingen] gedeelte van het bedrag dat je alvast betaalt voor een aankoop. De rest moet je later nog betalen: voor mijn com­ puter moest ik een aanbetaling doen van 100 euro a /aa/ \ de\ eerste letter van het alfabet * wie a aanbevelen [beval aan, heeft aanbevolen] zeg- zegt moet ook b zeggen als je eenmaal aan iets gen dat iets of iemand erg goed is; ik kan je die begonnen bent, moet je het ook afmaken * dat film erg aanbevelen * ik houd me aanbevolen voor verhaal is van a tot z gelogen het is van het begin die antieke klok als u die klok wegdoet, zou ik tot het einde gelogen hem graag willen hebben á [ voorzetsel ] * zes toegangskaarten ä 10 euro zes aan^dden [aanbad, heeft aanbeden] erg kaartjes die elk 10 euro kosten * zo'n fiets kost bewonderen of vereren, erg van iemand houden: 300 ä 400 euro zo’n fiets kost tussen de 300 en de zanger van de band wordt door duizenden 400 euro meisjes aanbeden aal [de-, aaien] het aaien, streling: zijn vadergaf aanbieden [bood aan, heeft aangeboden] geven: hem een aai over zijn bol mag ik u een kopje kojfie aanbieden ? aalen [aaide, heeft geaaid] strelen: onze poes wil aanbieding [de-, aanbiedingen] iets wat je tijde- graag geaaid worden lijk voor een lagere prijs kunt kopen dan nor­ maal: bij de Supermarkt is deze week de cola in de aal [de\ alen] slangvormige, glibberige vis, paling aanbieding aalbes [de; aalbessen] kleine rode bes aan een aanbod [het~\ wdX iemand je aanbiedt * hij wilde aalbessenstruik me wel wegbrengen, maar ik heb het aanbod afge- slagen ik heb zijn aanbod niet aangenomen, ik heb gezegd dat hij dat niet hoefde te doen aanbranden [brandde aan, is aangebrand] als eten te hard gebakken wordt en het brandt aan, dan wordt het donkerbruin of zwart: het ruikt hier alsof het vlees aanbrandt aanbreken • [brak aan, is aangebroken] begin­ nen : de dag breekt aan • [brak aan, heeft aangebroken] een verpakking openmaken en iets van de inhoud nemen: mögen we deze fles cola aanbreken ? a^moes [de-, aalmoezen] klein geldbedrag dat je aan een bedelaar geeft aanbrengen [bracht aan, heeft aangebracht] plaatsen, bevestigen: vandaag zijn er nieuwe a^scholver [de-, aalscholvers] visetende, zwarte dakpannen aangebracht * de leraar heeft veel wij- watervogel met een lange, naar beneden gebogen zigingen in mijn tekst aangebracht hij heeft veel snavel. Aalscholvers staan vaak met hun vleugels in de tekst veranderd te wapperen aandacht [de\ belangstelling, oplettendheid: de aambeeld [het-, aambeelden] zwaar ijzeren hinderen luisterden met aandacht naar het verhaal werkblok van een smid * schenk maar geen aandacht aan hem let maar niet op hem aambel [de-, aambeien] een met bloed gevulde aandachtig - aanhangwagen 12 Q aandachtig [bijvoeglijk naamwoord] metbelang- aanqeslaqen [bijvoeglijk naamwoord] teleurge- stelling, oplettend: aandachtig naar muziek luis- steld, ontmoedigd: Martijn was aangeslagen door teren de dood van zijn cavia aandeel [het-, aandelen] • bewijs dat iemand voor aanqeven [gaf aan, heeft aangegeven] «geven: een klein stukje mede-eigenaar is van een geef mij de pindakaas even aan bedrijf; je kunt aandelen kopen en verkopen op • duidelijk maken: kun je ook aangeven waarom de beurs je ineens zo boos werd? * dat zou je hem niet aan­ • deel, bijdrage: Raffaela heeft een groot aandeel geven <in Belgiö> dat verwacht je niet van hem in de werkzaamheden geleverd • bij de politie melden dat er een misdrijf is gepleegd: heb je al bij de politie aangegeven dat je aandeelhouder [de\ aandeelhouders] iemand fiets is gestolen ? die aandelen van een bedrijf bezit aanqewezen [bijvoeglijk naamwoord] • als je de aandenken [het\ aandenkens] voorwerp dat aan aangewezen persoon ergens voor bent, dan ben iets of iemand herinnert: deze ketting is een aan­ je de meest geschikte persoon daarvoor denken aan mijn oma • als je op jezelf aangewezen bent, kun je niet op de hulp van anderen rekenen * het is aangewezen aandoen [deed aan, heeft aangedaan] dat... <in Belgie> het is nuttig of wenselijk dat • aantrekken: doe je jas aan als je naar buiten gaat ...: het is aangewezen dat er in elke klas een com­ • aansteken, in werking steUen: wie wil het licht puter komt even aandoen ? • even bezoeken: het schip deed veel havens aan aangezien [voe^oord] omdat tijdens de rets aangifte [de-, aangiften 8c aangiftes] * hij de aandoening [de-, aandoeningen] kwaal, ziekte: politie aangifte doen van een misdrijf Щ de politie hij heeft een aandoening aan zijn nieren melden dat er een misdrijf is gepleegd aandoenlijk [bijvoeglijk naamwoord] ontroe- aangrijpend [bijvoeglijk naamwoord] ontroe- rend: Lotte heeft een aandoenlijk gedichtje rend: dat was een aangrijpende film geschreven aanhalen [haalde aan, heeft aangehaald] strelen, ^ndringen [drong aan, heeft aangedrongen ] aaien: die hond wil graag aangehaald worden met grote nadruk vragen: mijn tante drong erop aan dat ik naar de kapper ging aanhalig [bijvoeglijk naamwoord] je bent aanha- lig als je het fijn vindt om iemand te liefkozen of aanduiden [duidde aan, heeft aangeduid] onge- zelf geliefkoosd te worden: onzepoes is erg aan­ veer beschrijven, duidelijk maken: de ober duidde halig mij aan waar de wc was aanhalingstekens [de (meervoud)] leestekens aanfluiting [de] bespottelijke vertoning: dat (“...” o f d i e je gebruikt als je iets wat iemand concert was een aanfluiting anders heeft gezegd, letterlijk weergeeft in je eigen tekst, zoals in de volgende zin: “Het wordt aanqaan [ging aan, is aangegaan] • als iets je tijd voor een nieuwe toverstaf', zei Malftdus pla- niet aangaat, dan heb je er niets mee te maken gerig tegen Ron en moet je je er niet mee bemoeien • sluiten: een huwelijk aangaan aanhang [de] • de aanhangers van iemand of iets: de aanhang van Ajax floot de scheidsrechter aanqeboren [bijvoeglijk naamwoord] iets is aan- uit geboren als je het bij je geboorte al hebt: • de partner van iemand: mijn moeder heeft haar Marianne heeft een aangeboren hartafwijking collega’s met aanhang uitgenodigd voor een etentje ^ngedaan [bijvoeglijk naamwoord] ontroerd: ik aanhanqer [de-, aanhangers] • volgeling: depaus was aangedaan door het zielige verhaal heeft miljoenen aanhangers over de hele wereld • aanhangwagen aange|egenheid [de-, aangelegenheden] zaak: dit is een serieuze aangelegenheid aanhangwagen [de-, aanhangwagens] kar die achter een auto kan worden gehangen om spul- a^genaam [bijvoeglijk naamwoord] prettig: het len in te vervoeren bubbelbad geeft een aangenaam gevoel

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.