Marieke Dijkshoorn is een ervaren pelgrim die meerdere malen naar Santiago liep.
In dit autobiografisch verhaal beschrijft zij de pelgrimstocht van een echtpaar, Theresa en Dielis.
In tegenstelling tot wat we van het traditionele pelgrimsverslag gewend zijn, gaat het in deze roman niet in de eerste plaats over afstanden, het weer of de moeilijkheden en ontberingen van de tocht.
De nadruk ligt op de relatie tussen twee personen die naar Santiago wandelen. Zonder dat ze het willen komt het verleden tot leven. Ze leren hun eigen feilen en onzekerheden te accepteren. Ze eindigen hoopvol en met hernieuwd vertrouwen in de toekomst.