ebook img

Generatieve Fonologie: En de Linkerkant van de Grammatica PDF

255 Pages·1984·7.927 MB·English
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Generatieve Fonologie: En de Linkerkant van de Grammatica

Generatieve Fonologie en de linker kant van de grammatica Eerder verschenen bij Uitgeverij Martinus Nijhoff: - T. Pollmann en A. Sturm, Over zinnen gesproken. Termen en begrippen van de traditionele grammatica - T. Pollmann, Woorden. klanken. zinnen. talen. Een inleiding in de taalkunde - Arie Stunn en Fred Weerman, Generatieve Syntaxis. Een inleiding aan de hand van artikelen - Arie Sturm en Fred Weerman, Generatieve Syntaxis. Reader GENERATIEVE FONOLOGIE EN DE LINKERKANT VAN DE GRAMMATICA EGON BERENDSEN, ELLIS VISCH EN WIM ZONNEVELD 1984 Springer-Science+Business Media, B.V. Bij dit boek behoort: Egon Berendsen, Ellis Visch en Wim Zonneveld, Generatieve Fonologie en de linkerkant van de grammatica. Reader ISBN 978-90-247-8051-8 ISBN 978-94-017-4890-2 (eBook) DOI 10.1007/978-94-017-4890-2 D/1984/2524/4 © Springer Science+Business Media Dordrecht 1984 Ursprunglich erschienen bei Uitgeverij Martinus Nijhoffb.v., Morssingel 9-13,2312 AZ Leiden. 1984 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Inhoud Voorwoord ...••••..•••...•.••.•...•••.•.•........••••....•••••.. IX 1. INLEIDING •.....••...........•.•..••..•..•.••...••.......... 1 1.1. Het onderwerp van dit boek ................................ 1 1.2. De driehoek ..................................•........... 4 1.2.1. De doelstellingen van de generatieve grammatica ...... 4 1.2.2. De interne organisatie van de generatieve grammatica .. 11 1.3. De atbakening van de fonologie .................•........... 13 1.4. Inhoud van de fonologie: methodologie en taalfeiten ........... 15 1.5. De rol van de morfologie en het lexicon ...................... 19 1.5.1. De morfologie ............................•....... 19 1.5.2. Het lexicon ....................................... 22 1.6. Taalspecifieke en universele regeltoepassing en regelvolgorde .... 27 1.6.1. Lineaire regelvolgorde .............................. 28 1.6.2. Het cyclisch principe ............................... 30 1.7. Korte samenvatting ........................................ 33 1.8. De in dit boek te behandelen onderzoeksgebieden ............. 33 1.9. Motivering van de keuze uit de vakliteratuur .................. 36 1.10.Verdere literatuur ..........•....................•......... 1. ABSTRACTHEID •••...•.•.•.....•.•.......•.......•..•.••.••• 41 2.1. Het onderwerp van dit hoofdstuk . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . .. . 41 2.1.1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 2.1.2. Assimilatie en abstractheid .......................... 41 2.2. Het artikel ............................................... 53 2.2.1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 2.2.2. De opzet van het artikel ............................ 54 2.2.3. De inleiding van het artikel '. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 2.2.4. Fonologische processen .......................•.... 55 2.2.5. Consequenties en conclusies ......................... 69 2.3. Tenslotte ................................................. 78 2.4. Het leesartikel ............................................ 79 2.5. Proeftentamenvragen ...................................... 80 2.6. Verdere literatuur ......................................... 81 VI Inhoudsopgave 3. NIET-LINEAIRE FONOLOGIE 83 3.1. Het onderwerp van dit hoofdstuk . .......................... 83 ·3.1.1. Stand van zaken in de lineaire SPE-fonologie. ....•... 84 3.1.1.1. Inleiding .................................. 84 3.1.1.2. De afwijkende beschrijving van klemtoon ..... 85 3.1.1.3. Contourtonen en toonstabiliteit .............. 87 3.1.2. Niet-lineaire fonologie .............................. 90 3.1.2.1. Metrische fonologie ........................ 91 3.1.2.2. Autosegmentele fonologie ................... 99 3.2. Het artikel ............................................... 102 3.2.1. Het doel van het artikel ............................ 103 3.2.2. Het artikel zelf .................................... 104 3.2.2.1. Inleidende samenvatting .................... 104 3.2.2.2. Paragraaf 1. Dominant Harmony illustrated... 105 3.2.2.3. Paragraaf 2. Directional Harmony illustrated .. 118 3.2.2.4. Paragraaf 3. The two Harmony Processes com- pared .................................... 130 3.3. Tenslotte ..........•.......................•....•......... 137 3.4. Het leesartikel ............................................ 138 3.5. Proeftentamenvragen ...................................... 139 3.6. Verdere literatuur ......................................... 140 4. FONOLOGIE, MORFOLOGIE EN HET LEXICON .•....•....... 143 4.1. Het onderwerp van dit hoofdstuk ........................... 143 4.1.1. Het onderzoeksterrein van de morfologie ............. 144 4.1.2. Het lexicon ....................................... 146 4.1.2. Herontdekking van de morfologie; een stukje geschiedenis 147 4.1.4. SPE-fonologie: suffixen en klemtoontoekenning. ...... 149 4.1.5. De interne organisatie van de morfologie: het model van Siegel (1974) ..•.•...•.•••.•..•.•••.•.•••.•..•••... 152 4.1.6. Woordformatieregels (WFR's) en adjustment rules ..... 157 4.2. Het artikel ............................................... 161 4.2.1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 4.2.2. De opzet van het artikel ............................ 162 4.2:3. Het eerste gedeelte van het artikel ................... 162 4.2.3.1. Het model van Siegel en Aronoff ............ 162 4.2.3.2. Aanhechting van -ic ........................ 165 4.2.4. Het tweede gedeelte van het artikel: metrische fonologie en -ic-aanhechting .................................... 170 4.2.4.1. Metrische klemtoontoekenning .............. 170 4.2.4.2. De RITME REGEL ....................... 175 4.2.5. Het derde gedeelte van het artikel: klemtoontoekenning als adjustmentrule . ................................... 177 4.3. Tenslotte ................................................. 180 4.4. Leesartikel ............................................... 185 Inhoudsopgave VII 4.5. Proeftentamenvragen 186 4.6. Verdere literatuur ........................................ . 187 5. FONOLOGIE, DOMEINEN EN SYNTAXIS ......••..•.......... 191 5.1. Het onderwerp van dit hoofdstuk ........•......•••.•....... 191 5.1.1. Het SPE-model: grenssymbolen •.....•...•.......... 191 5.1.2. Grenssymbolen en Franse liaison ...............••... 195 5.1.3. Syntactische conditione ring van RS ••••••••••.••••••. 197 5.1.4. Metrische fonologie en domeinen ............••.••..• 200 5.2. Het artikel ...........•......••.......•........•...•••.... 202 5.2.1. Paragraaf 1. Introduction ......................... .. 203 5.2.2. Paragraaf 2. Prosodic structure of Italian ............ . 205 5.2.2.1. The Phonological Phrase; Raddopiamento Sintat- ticco .................................... . 205 5.2.2.2. The Intonational Phrase: Intonation Course .. . 210 5.2.2.3. Further Evidence for f1 and I ............... . 214 5.2.2.4. Tussenstand .............................. . 215 5.2.3. Paragraaf 3. The Universal Character of f1 .••••..••••. 216 5.2.3.1. The Recursivity Parameters ...•.........•••. 216 5.2.3.2. The Phonological Phrase in Other Languages .. 218 5.2.4. Paragraaf 4. I and U in Other Languages ........•.... 223 5.2.4.1. Intonational Phrase ....................... . 223 5.2.4.2. Utterance ................................ . 224 5.2.5. Paragraaf 5. Prosodic Structure and Speech Perception . 225 5.3. Tenslotte ..•.............................................. 227 5.4. Proeftentamenvragen ..................................... . 238 5.5. Verdere Iiteratuur ........................................ . 230 BibUografie •••..••.••••..••••...•••......••.•.•...•••....••.•••• 233 IDdex •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 239 Voorwoord In The Mathematical Experience beschrijven Philip J. Davis en Reuben Hersh (1981) de situatie waarin tijdens een college een van hen een tamelijk elementair wiskundig probleem moet uitleggen aan de verzamelde groep studenten. De uitleg bevat een aantal tussenstappen en zijsprongen, maar de resultaten kunnen voorlo pig worden samengevat als p(8) en q(8). In dit stadium vraagt het betoog om een in de ogen van de docent tamelijk onschuldige definitie: neem aan dat r(8) = p(8) - q(8). De student en, die tot dan elke stap en elke sprong ZO ogenschijnlijk redelijk tevreden hadden gevolgd, breken echter juist nu in protesten los: "Waarom? Dit begrijp ik niet! Kunt u dit uitleggen?". De docent, voor wie deze definitie een van de minst interessante onderdelen van zijn bewijsvoering is, vraagt zich verbaasd af wat hier gaande is. Hij stelt de studenten gerust met een oude didactische truc: "Laten we het maar aannemen, je zuIt zien dat het werkt!". Hij maakt het bewijs af, maar he eft niet de indruk dat zijn gehoor hem nu voor de volle honderd pro cent heeft kunnen volgen. Hij gaat naar huis, en schrijft daar nog diezelfde avond een geheel nieuwe en vooral eigen versie van hetzelfde bewijs met gebruikmaking van beel dend door midden gesneden pannekoeken, die hij de volgende week met groot succes aan zijn student en presenteert. We nemen aan dat de lezer van dit boek, U dus, of jij, zoals we je zullen noemen, deze situatie herkent, hetzij vanuit de kant van de student hetzij vanuit die van de docent. Wij hadden in elk geval een sterke aha-Erlebnis bij het lezen van dit verhaal vanuit beide kanten, wie weet omdat we aile drie met beide kanten ervaring hebben. Het is ons tenminste als studenten in allerlei vormen van taalkunde meermalen overkomen dat we grote moeite hadden met een voor de docent blijkbaar overdui delijke trivialiteit, terwijl we ons als docenten meer dan eens hebben afgevraagd waarom nu juist over zulke onnozele punten zoveel commotie kon ontstaan. Dit boek is geschreven vanuit de gedachten die bovenbeschreven docent moeten hebben be zig gehouden in de tijd tussen zijn twee colleges: in principe is aile wetenschap uit te leggen, hij is in eenvoudige bewoordingen uit te leggen, en hij is in eigen woorden uit te leggen. Dit houdt in dat onze doelstellingen voor dit boek verder gaan dan die van een min of meer encyclopedische inleiding die aanstuurt op het bijbrengen van feitenkennis. Eerder hebben we voor ogen je de achtergrond van een vakgebied bij te brengen, en de inhoud, maar dat laatste dan niet in de eerste plaats wat betreft de feiten, maar veel meer wat betreft de wetenschappelijke aanpak, vertegenwoordigd door de methodologie van het vak die bestaat uit hypothesevorming en daaropvolgende argumentatie voor en tegen. Juist dit aspect is kenmerkend voor de moderne taalwetenschap, en we willen je er in dit boek graag mee kennis laten maken, voor wat betreft het onderdeel klankleer of fonoiogie. Een tweede gedachte van waaruit we dit boek hebben geschreven is dat er voor een x Voorwoord wetenschapper/docent eigenlijk slechts een terrein is waarop hij zich kan veroorlo yen met enige ambitie en kennis van zaken een relatief lekenpubliek tegemoet te treden: zijn eigen terrein. Zonder een aantal van onze collega's te kort te willen doen kennen we toch genoeg inleidingen die tegen deze regel zondigen, en waarin de auteurs zich met verve hullen in vaagheden om te vermijden dat zij bij eerste lezing al door de mand vallen. Ons vakgebied is de taalwetenschap, wij zijn binnen dit vakgebied, grotendeels door historisch toeval, opgeleid in de transformation eel-generatieve taalkunde, en hebben elkaar ontmoet, opnieuw door het lot, binnen de specialisatie van de generatieve fonologie. Het is daarover dat wij schrijven, omdat we denken dat we er iets van afweten en omdat we denken dat er anderen zijn die er iets over zouden willen leren, eventueel van ons. We beseffen dat er buiten de generatieve fonologie nog een schier onmetelijke taalkundige we reid bestaat, en daarbuiten nog andere fascinerende wetenschappen, en we houden ons daar uit belangstelling, hobbyisme, en soms ook als docenten mee bezig. We zouden echter over die wereld nooit zo kunnen schrijven als over de generatieve fonologie. Dat is in sommige opzichten misschien een gemis, maar in hoofdzaak hopelijk een deugd. Een derde gedachte achter dit boek is dat studenten in een vrij vroeg stadium met echte vakliteratuur kunnen worden geconfronteerd, mits die natuurlijk met enige zorgvuldigheid wordt gekozen en goed begeleid. Aan beide voorwaarden hopen we hier te hebben voldaan, en op onze overwegingen hieromtrent zullen we zometeen nog terugkomen. Onze ervaring is ondertussen dat studenten zeer gemotiveerd kunnen raken door het doornemen van bestaande vakliteratuur, waarin nu een maal de wetenschappelijke ontwikkelingen op het vakgebied plaatsvinden of, in de woorden van Napoli en Rando's Syntactic Argumentation, "de veldslagen worden uitgevochten". Daarnaast geloven we dat de manier voor de student om te komen tot schrijven, hetzij in de vorm van verslaggeving voor colleges, hetzij op een ambitieuzer niveau, is om te lezen, liefst zo veel mogelijk en liefst aan de hand van echte voorbeelden. De fonologie heeft als yak al een lange traditie. De eerste mens die in staat was 'vorm' gepaard te laten gaan met 'inhoud', later misschien 'klank' met 'betekenis', sprak een taal, en de eerste mens die zich dat realiseerde was in wezen mede een fonoloog. Beide stadia liggen nu al enige tijd achter ons. Wat wei de moderne fonologie wordt genoemd is veel jonger, op het ogenblik ruwweg eenjaar ofvijftig. Zij is indirect ontstaan uit de technologische sprong voorwaarts in de vorige eeuw, waardoor taalkundigen in staat werden gesteld in steeds minutieuzer detail de klanken van hun taal te beschrijven. Tegen de jaren twintig van onze eeuw drong steeds meer het besef door dat de spreicer van een taal zich in vele opzichten niets van zulke details aantrekt, en toch een zo op het oog gelukkig klankleven kan leiden. Dit besef leidde aan de ene kant tot het ontstaan van de experimentele fonetiek, een vakgebied dat zich op wetenschappelijke wijze op de fysische kanten van spraak en spraakgebruik ging richten, maar aan de andere kant tot het op bijna Lutheriaanse wijze oprichten van defonologie, waarvan de beoefenaars zich gingen bezig houden met de kennis en vaardigheden van de spreker zelf. Den Haag fungeerde in dit geval als Wittenberg. De generatieve fonologie ontwikkelde zich in de loop van de jaren vijftig, onder invloed van het werk van de Amerikanen Noam Chomsky en Morris Halle. Kenmerkend voor hun aanpak was het feit dat zij was ingebed in een veel groter

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.