ebook img

Geen goed gehoor; wat nu? PDF

227 Pages·2017·8.287 MB·Dutch
Save to my drive
Quick download
Download
Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.

Preview Geen goed gehoor; wat nu?

Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu? Dr. M. Rodenburg (coördinator) Geen goed gehoor; wat nu? Houten, 2017 Eerste druk, Uitgeverij De Tijdstroom BV, Utrecht 1984 Tweede druk, Uitgeverij De Tijdstroom BV, Utrecht 1986 Derde, herziene druk, Uitgeverij De Tijdstroom BV, Utrecht 1990 Vierde, geheel herziene druk, Uitgeverij De Tijdstroom BV, Utrecht 1996 Vierde, geheel herziene druk, tweede oplage, Elsevier/De Tijdstroom, Maarssen 1999 Vijfde, geheel herziene druk, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2001 Vijfde, geheel herziene druk, tweede oplage, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen 2005 Zesde (ongewijzigde) druk, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2017 ISBN 978-90-368-1239-9 ISBN 978-90-368-1240-5 (eBook) DOI 10.1007/ 978-90-368-1240-5 © 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. NUR 870 Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl Woord vooraf bij de vijfde druk Slechthorendheid en doofheid zijn ernstige handicaps. In Nederland hebben ongeveer 1,3 miljoen mensen geen goed gehoor en de helft van hen ondervindt daarvan werkelijk hinder. De situatie in België is vergelijkbaar. Over niet goed horen is al veel geschreven, zij het tot dusverre voornamelijk met het accent op de technische kanten: de oorzaken van gehoorverlies, onderzoek van het gehoor, de medi- sche aspecten van gehoorverbetering. Veel minder aandacht is en wordt geschonken aan de psychologische, pedagogische en maatschappelijke gevolgen van niet goed horen. In Geen goed gehoor; wat nu?komen deze gezichtspunten ruimschoots aan de orde. Geen goed gehoor; wat nu? is in de eerste plaats bedoeld voor allen die beroepshalve met slechthorenden in aanraking komen. Hierbij denken we met name aan (huis)artsen, docen- ten, maatschappelijk werkenden, verpleegkundigen, audiologen en audiologie-assistenten, lo- gopedisten, kno-artsen en beroepskeuzeadviseurs. Daarnaast is het boek bedoeld voor dege- nen die voor deze beroepen worden opgeleid. Ook hebben we ons veel moeite getroost om het boek toegankelijk te laten zijn voor doven en slechthorenden zelf. De auteurs zijn afkomstig uit verschillende disciplines. Allen werkzaam in de audiologie: twee maatschappelijk werkers, drie psychologen, een persoon afkomstig uit de slechthorende we- reld, een kno-arts en twee audiologen. Hierdoor is een veelzijdig beeld ontstaan van wat slechthorendheid inhoudt. De auteurs hebben hun bijdragen grondig met elkaar besproken, zodat het boek niet een weergave is van de afzonderlijke opvattingen, ervaringen en inzichten van de schrijvers, maar door het hele team wordt gedragen. Sinds 1984, toen dit boek voor het eerst verscheen, hebben we met tussenperioden van onge- veer vier jaar een nieuwe druk verzorgd. Dan pas valt op hoeveel vernieuwing er is opgetreden. Recente ontwikkelingen, opgenomen in deze vijfde druk, zijn: • De ontwikkeling van de gebarentaal gaat door. De Nederlandse gebarentaal is inmiddels erkend als een officiële taal. Het gebruik van de Nederlandse gebarentaal in het dovenon- derwijs en Nederlands met gebaren bij het slechthorende onderwijs is daartoe ook toege- nomen. • Voor screening van het gehoor bij jonge kinderen is men bezig met een overgang van een subjectieve methode (Ewing/capas) naar een objectieve methode die kort na de geboorte al toegepast kan worden. • Het plaatsen van een cochleaire implant bij kinderen is recent in het ziekenfondspakket opgenomen. Een bijzonder woord van dank willen wij uitspreken voor Kristin Hanssens, verbonden aan het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint Gregorius in Gentbrugge en aan het Gehoor-, Spraak en Visuscentrum ‘De Poolster’ te Brussel, en voor Koen vander Beken, orthopeda- goog, eveneens verbonden aan het Koninklijk Orthopedagogisch Centrum Sint Gregorius. De auteurs voorjaar 2001 Inhoud 1 De betekenis van het kunnen horen 11 1.1 Inleiding 11 1.2 Wat betekent niet goed horen? 12 1.3 Wat betekent niet (goed) horen voor een kind? 15 1.4 Wat betekent niet (goed) horen voor volwassenen? 17 1.5 Eénorigheid 20 2 Taalverwerving van het dove en slechthorende kind 21 2.1 Inleiding 21 2.2 Taalverwerving van het goedhorende kind 21 2.3 Taalverwerving van een doof cq. slechthorend kind 24 2.4 Communicatie met doven en slechthorenden 26 3 Vroege opsporing van gehoorstoornissen 33 3.1 Inleiding 33 3.2 Hoe gebeurt de gehoorscreening in Nederland? 34 3.3 Hoe gebeurt de gehoorscreening in België? 35 3.4 Wat wordt bereikt met de screening? 36 3.5 Is gehoorscreening op nog jongere leeftijd mogelijk? 36 3.6 Kinderen die niet vanaf de geboorte een gehoorverlies hebben 37 4 Onderzoek van kinderen op het audiologisch centrum 39 4.1 Inleiding 39 4.2 Anamnese 40 4.3 Gehooronderzoek 40 4.4 Logopedisch onderzoek 40 4.5 Psychologisch onderzoek 42 4.6 Maatschappelijk werk 43 5 Begeleiding van dove en slechthorende kinderen en hun ouders 45 5.1 Inleiding 45 5.2 Kinderen van nul tot circa twee jaar 47 5.3 Kinderen van circa twee tot zes jaar 48 5.4 Kinderen van circa zes tot dertien jaar 51 5.5 Jongeren van dertien jaar en ouder 53 5.6 Andere vormen van hulpverlening 55 6 Onderwijs en opleiding 57 6.1 Inleiding 57 6.2 Regulier onderwijs 58 6.3 Speciaal onderwijs 59 6.4 Vervolgopleidingen 63 6.5 Onderwijs aan meervoudig gehandicapte kinderen 65 6.6 Organisatie van het onderwijs in Vlaanderen 66 7 Beroepsmogelijkheden 69 7.1 Inleiding 69 7.2 Bemiddeling 69 7.3 Welke beroepen? 70 7.4 Toekomst 71 8 Op latere leeftijd verworven slechthorendheid of doofheid 75 8.1 Inleiding 75 8.2 Jongeren 76 8.3 Volwassenen 77 8.4 Ouderen 80 8.5 Begeleiding 81 9 De bouw van het oor 83 9.1 Inleiding 83 9.2 Het uitwendige oor 83 9.3 Het middenoor 84 9.4 Het binnenoor 87 9.5 Het labyrint 87 10 Onderzoek van het gehoor 89 10.1 Inleiding 89 10.2 De anamnese 89 10.3 Otoscopie 89 10.4 Radiologisch onderzoek 90 10.5 Audiometrisch onderzoek 90 10.6 Gehooronderzoek bij kinderen 97 10.7 Verschillende vormen van niet goed horen 99 11 Oorzaken van doofheid en slechthorendheid 101 11.1 Inleiding 101 11.2 Heel jonge kinderen 101 11.3 Peuters, kleuters en oudere kinderen 104 11.4 Volwassenen 106 11.5 Ouderen 110 12 Verbetering of herstel van het gehoor 113 12.1 Inleiding 113 12.2 Heel jonge kinderen 113 12.3 Peuters, kleuters en oudere kinderen 113 12.4 Volwassenen 117 12.5 Cochleair implantaat (CI): elektrische stimulatie van het binnenoor 119 12.6 Oorsuizen 123 13 Het hoortoestel als hulpmiddel 125 13.1 Inleiding 125 13.2 De bouw van het hoortoestel 126 13.3 De verschillende soorten hoortoestellen 129 13.4 Wat mag van een hoortoestel worden verwacht? 133 13.5 Welk oor en welk hoortoestel? 135 14 Technische hulpmiddelen om de communicatie te vergemakkelijken 141 14.1 Inleiding 141 14.2 Wek- en waarschuwingssystemen 141 14.3 Hulpmiddelen om geluid te versterken 142 14.4 Technische hulpmiddelen om een spreker beter te verstaan 145 14.5 Telecommunicatie 149 15 Niet-technische mogelijkheden om het spraakverstaan te vergemakkelijken 155 15.1 Inleiding 155 15.2 Het gunstiger maken van de luisteromstandigheden 155 15.3 Hoortraining 157 15.4 Spraakafzien 157 15.5 Het mond-handsysteem (MHS) 158 15.6 Cued speech 159 15.7 Vingerspelling 160 15.8 Klankgebaren 160 15.9 Total Communication (TC) 160 15.10 Waarnemen van geluid via lichtsignalering en met de tastzin 162 16 Vorming en ontspanning 163 16.1 Vormingswerk 163 16.2 Gezelligheidsverenigingen 165 16.3 Sport 166 16.4 Vakantie 166 16.5 Massamedia 166 16.6 Vrijetijdsbesteding 167 16.7 Kerkdiensten 168 17 Wie betaalt wat? 169 17.1 Nederlandse situatie 169 17.2 Belgische situatie 172 18 Instellingen in Nederland 179 18.1 Instellingen voor diagnose en revalidatie 179 18.2 Onderwijs 182 18.3 Centra voor onderzoek en behandeling met residentiële mogelijkheden 187 18.4 Psychosociale hulpverlening 190 18.5 Ouder- en patiëntenverenigingen 193 18.6 Diversen 200 19 Instellingen in België 211 19.1 Instellingen voor diagnose en revalidatie 211 19.2 Onderwijs 215 19.3 Woonvoorzieningen 216 19.4 Psychosociale hulpverlening 217 19.5 Ouder- en patiëntenverenigingen 218 19.6 Internationale organisaties 222 19.7 Specifieke doelgroepen 222 19.8 Informatiecentra en vormingsdiensten 223 19.9 Vlaamse gebarentaal en tolken 223 19.10 Toeristische diensten voor doven en slechthorenden 224 19.11 Diversen 225 20 Informatieve boeken over doofheid en slechthorendheid 227 20.1 Informatieve boeken 227 20.2 Brochures 229 20.3 Videobanden / cd-roms 230 Register 231 Illustratieverantwoording 231 Personalia 237

See more

The list of books you might like

Most books are stored in the elastic cloud where traffic is expensive. For this reason, we have a limit on daily download.